
zeventienden July 1777 , ten agt uuren , lag heg
midden van Eaoo drie o f vier mijlen N. O- ten N.
van ons. De wind was Oostlijfc en woei eene
frislê koelte. Ik Huurde Zuidwaarts tot des anderen
daags *s morgens ten half zeven uuren, wafn-
neer een eensklaps opkoomende ruk - wind uit die
ilreek de zeilen deed tegen vallen, en voor wij
dezelve over den anderen boeg konden omhaaien,
ons groot zeil en bram - zeilen zeer Herk fcheurde.
Den negentienden en twintigften bleef de wind
tusfchen bet Z. W. en Z. O ., waarna hij naar het
O. , N. O. en N. liep. In den nacht tusfchen
den twintigften en een en twintiglïen namen wij
'eene maan-eclips waar, terwijl wij op 220
57§' Zuider Breedte waren.
o 32 5 0 1
o 33 25 i
o 33 35J
Het begin werd waargenoo-
men door den Heer
KI NG te . , . . .
door den Heer b l i gh te .
door mij te . . . . .
maakt de gemiddelde Lengte 1860 57
Het eind werd waargenoomen
door den Heer % m.
k i n g te , . . . .
door den Heer BLiGi ite
door mij te . . . . .
maakende de gemiddelde
m fchijnb.
tijd.
V, M.
44 56 I fchijnb.
I \ tijd.
M V .M ,
44 5 6J
Lengte .. j 8<5° 2 8 1 '
ter-*
tjèrwijl die volgdns het uurwerk
was • • . • * 186’ 581
De Lengte en Breedte zijn die van het fchip
vóormiddags ten agt uuren zes en vijftig minuu-
ten, zijnde deti tijd toen de zónne-hoogte genoo-
meri wierd* om den fchijnbaaren tijd te vinden.
In het begin van de eclips was de maan in het
Zenith , zoo dat het gemaklijkst gevonden wierd
van de Sextanten gebruik te maaken , en de waar-
neemingen te doen door het tefug gekaatst beeld*
dat tot op eene voeglijke hoogte wierd neder-
gèlaaten. Hetzelfde gefchiedde bij het eindige»
van de eclips, behalven door den Heer r in g ,
die met eenen nacht - telèskoop waarnam. Schoon
het grootfte verfchil tusfchen ottZe Waarneemin-
gen niet meer dan van vijftig feconden is, fcheen
het mij toe dat twee waarneemers meer dan dubbel
zoo veel zouden kunnen verfchillen, zoö bij
het begin als' bij het eind. En fchöón de tijden
tot feconden toe Haan aangetekend, Willen wij
evenwel niet zeggen dat wij zulk eene naaüwkeu-
righeid betragt hebben. De feconden * die hier
boven zijn opgegeeven , ontfprooteh door den
tijd, zoo als die door het uurwerk Wierd aangewezen,
tot fchijnbaaren tijd te brengen.
Ik jbleef Ö. Z. O. lhiuren met den wind N. O*
én N. zonder iets merkwaerdigs te ontmoeten tot
den negen en twintigften des avonds ten zeven
A 4 uuren