verfchillende wijzen gefneden, en de algemeene
gewoonte, bijzonderlijk onder de vrouwen , is
het van vooren lang , en van agteren kort te
hebben. De mannen hadden het dikwijls, ter
wederzijden op zoodanig eene wijze gefneden of
gefchoren, dat het over.blijvend gedeelte eniger-
maate naar de kam van hunne mutfen of helmen,
zoo als die boven befchreven zijn, gelijkt. Beiden
kunnen fchijnen egter haar hair zeer te ver-
waarloozen pn hebben niets dat naar kammen
gelijkt, om het optemaaken. Wij zagen fommige
mannen , die het op eene zonderlinge wijze ia
yerfcheiden afzonderlijke bundels gevlogten droegen
, als een paruik met ftaerten , elk omtrent
zoo dik als een vinger, fchoon de meeste van die
ftaerten, die zoo lang zijn dat zij laag op den rug
nederhangen, pp het hoofd over hiin eigen hair
waren vastgemaakt (*).
Her is aanmerkenswaerdig dat het volk van de
Sandwich - Eilanden hunne ooren niet doorboord
hebben, gelijk anders de algemeene gewoonte is
pp de eilanden , die wij in den Zuider Oceaan
ont-
(* ) De plaat van bet Eifopd Hoorn, die men in d a l -
r Y m p l r s naricht van Le Maires en Schoutens rei%e vindt,
vertoont enige van de inboorlingen van dat eiland met
zulke lange ftaerten aan hunne hoofden hangende. Zie
ï a m r y m p l e j Foyages , to the South Pacific, vol. IL 58.,
ontdekt hebben; zij hebben zelfs het minfte denkbeeld
niet van verfierzelen in de ooren te draa-
gen. Beiden fexen verderen zig egter met halskettingen
van bosfen klein zwart koord als ons
hoeden - koord gemaakt, dat dikwijls honderdvoud
verdubbeld is , even als die van ÏVaeeoo,
behalven dat zij ’er, in plaats van de twee kleine
balletjens voor in het midden, een klein ftukjen
hout , fteen of fchulp , omtrent twee duimen
lang, met eene breede haak, aan het onderst gedeelte
naar vooren gekeerd , en wel gepolijst,
aan vast maaken. Zij draagen ook hals-kettingen
van veele fnoeren van zeer kleine hoorntjens, of
vap de gedroogde bloemen van de Indiaanfche
maluwe, en fomdjds een klein menfchen-beeldjen
van been omtrent drie duimen lang , net gepolijst,
aan den hals. De vrouwen draagen ook
arm-ringen uit eenen enkelen hoorn, ftukken
zwart hout , met ftukjens van yvoir ’er tus?
fchen en wel gepolijst, met een touw vastg
e .
( * ) Men zal hier llgtlijk van zelf bemerken dat hier
een misdag i s , alzoo de Zuid - zee - Eilanden geene Oly-
phanten bezitten en men ’er geene verfteende dingen heeft
opgegraaven. Waarfchijnlijk heeft men witte fchulpen voor
yvoir aangezien ( f)-
p. FOFtSTER.
(+ ) Zouden het geene tanden van zee-kalveren of wal-
rusfen kunnen zijn?