
T owha verlaatende, vertrokken wij naar Opar-
ye, daar otoo ons drong den nacht doortebren-
gen. Wij landden in den avond, en hadden, op
weg naar zijn huis , gelegenheid om te zien op
welke wijze dit volk zig in zijne bijzondere hee-
vas vermaakt. Wij'vonden omtrent honderd van
dezelve in een huis zitten, en in het midden van
hun waren twee vrouwen, met eenen ouden man
agter elke van haar , .zeer zagt op eenen trommel
flaande , en de vrouwen bij tusfchenpoozen op
eenen zagter toon zingende, dan ik ooit bij hunne
andere vermaaklijkheden hoorde. Het gezelfchap
luisterde met groote aandacht en was, naar het
fcheen, als opgetogen door het vermaak van de
muzijk; want weinige floegen enige acht op ons,
en de fpeelers hielden niet op. Het was bijna
donker toen wij otoos huis bereikten, daar wij
onderhouden wierden met eene van hunne open-
baare hccvas of Ipelen, in welke zijne drie zusters
als de voornaamfte perfoonaadjen optraden. Dit
was dat zij een Jieeva ra'd noemen, die van dien
aart is , dat niemand in het huis of binnen het
vak, daar zij vertoond wordt, mag koomen. Als
’sKonings zusters fpeelen is dit altijd het geval.
Haare kleeding was bij deze gelegenheid indedaad
fierlijk en fchilderachtig, en zij kweeten zig uitmuntend
van haare rollen, fchoon enige klugten,
die door vier mannen tusfchen beiden gefpeeld
wierden, de toekijkers, die talrijk waren, grooter
E 5 ver