twijfel ik n ie t, maar al të menigvuldig zijn*
Mogelijk neemen zij hunne toevlugt tot dezelve
öls er zwaare rampen koomen, want zij vroegen
o f een van ons volk, die juist in de boeijen zat
toen wij door tegenwind wierden opgehouden,
taböo ware? Zij doen ook zeer veele gebeden, die
zij zingen omtrent als hun gezang bij hunne feesten.
Ook zijn de vrouwen, gelijk in andere gevallen
, verplicht haare minderheid in godsdien-
ftige plichten te toonen, want men eischt van
haar dat z i j , als zij voorbij de mor ais gaan,
Zig gedeeltelijk ontblooten , of eenen aanmerk-
lijken omweg neemen, om dezelve te vermijden.
Schoon zij niet in het denkbeeld ftaan dat hun
<5od altijd weldaaden moet bewijzen, zonder hen
fomtijds te vergeeten of hun kwaad te laaten wederwaren
, fchijnen zij zig zulks minder te bekreunen
dan de poogingen van een ander kwaader
wezen om hen te benadeelen. Zij zeggen dat Eten
een kwaade geest is, die hun fomtijds kwaad doet,
en welken zij, zoo wel als hunnen God, offerhanden
bieden. Maar het kwaad, dat zij van
hoogere onzigtbaare wezens vreezen, is tot dingen
bepaald, die enkel tijdlijk zijn (*_).
Zij
De godsdienst-begrippen van dit volk draagt mijn vader
in iX)xiQ. JVaarneeminger. op zijne Reizen bl. 656en verv.
enigzints anders voor. Hij zegt, zij neemen eenen hoogste11
God aan, die boven alles verheven is', Eateoa'-rahai,
den.
Zij gelooven dat de ziel onftoflijk en onfterflijk
is. Zij zeggen dat zij op de lippen blijft zweeven
geduurende de doods-angffen, en dat zij dan opvaart
en zig met de Godheid vermengt, o f, gelijk
zij het uitdrukken , door haar wordt opgeden
grooten God, en onder deezen ilaat de befeherm-god
van elk eiland. Hoe zeer ook het veelgodendom op deeze
wijze nader bij eene verftandige leer zoude koomen , geloof
ik evenwel dat onze taal- kennis hier te weinig en
onze ijver voor de goede zaak te veel gedaan zal hebben.
Denklij k moet men beiden narichten daarin vereenigen,
dat elk eiland zijnen befcherm-god voor den Eatooa-rahai,
den grooten God, houdt , waarmede dan eigenlijk niets
meer gezegd wordt dan dat hij op zijn eiland voornamelijk
geëerd en voor de beste en fterkile gehouden wordt, zon*
der eene waare ondergefchiktbeid en afhanglijkheid der
andere van hem toeteftaan, o f hem nog onder eenen nog
hoogeren te Hellen. De Zuid-zee eilanders verdiepen zig
te weinig in bepeinzingen om zelve een begrip uittevor-
fchen, dat zoo veele bovennatuurkundige kundigheden ver-
eischt, gelijk dat van de eenheid van het hoogfie Wezen
en aanteneemen dat zij het reeds uit Afia hebben mede*
genoomen is even verkeerd, daar het in Afia tot laate tijden
toe nergens beftaan heeft, en in de landen, uit welke
deeze volkeren afftammen, noch heden ten dage o f in het
geheei niet , of enkel onder de weinige zig daar bevindende
Mohammedaanen bellaar. Onder het woord E-tee
wordt waarfchijnlijk de ziel van eenen verftorvenen ver-
flaan, want de Tahitiers hebben geen ander woord, waarmede
zij het na den dood voortduurend wezen betekenen.