
 
		jelijkheden  en  hindernisfen,  die  wij  nog  zouden  
 kunnen  ontmoeten,  in  overweeging  te  neemen  
 en  de  zwaarere  ongemakken,  die  zij  zouden  te  
 ondergaan  hebben,  zoo  het  nodig wierde  gevonden  
 hen  in  een  köud  klimaat op  half rantfoen  van  
 enige  behoeften  te  zetten.  Om  deeze  gewigtige  
 redenen  gaf  ik  hun  in  overdenking of het  niet  beter  
 zoude  zijn  bij  tijds  te  zorgen,  en,  liever  dan  
 geen  drank  meer  te  hebben,  als  die  hartfterking  
 meest  nodig  zoude  zijn,  toeteftemmen  nu  zonder  
 grog  te  wezen,  nu wij  zulk  een  goeden  drank  als  
 de  melk  van  kokos -nooten  in  de  plaats  hadden;  
 maar  dat  ik  het in  alle  geval aan  hunne  eigen  keuze  
 overliet. 
 Ik  had  het  genoegen  te  zien  dat  dit  voorfte!  
 geen’  oogenblik  in  overweeging  bleef,  maar  dat  
 het  onmiddelijk  ,  zonder  enige  tegenwerping  ,  
 eenpaarig  wierd  goed  gekeurd.  Ik  beval  Kapitein  
 c l e r k e   zijn  volk  hetzelfde  voor  te  houden, 
   en  het  ftemde  ’er  insgelijks  in  toe.  Wij  
 hielden  dan  op  met  grog  uittedeelen,  behalven  
 des  faturdags  avonds,  wanneer  het volk  van beiden  
 de  fchepen  hun  vol  rantfoen ontvong  om  op  
 de  gezondheid  van  hunne  vrouwen  en  vrijfters  in  
 Engeland  te  drinken,  opdat  zij  onder  de  mooie  
 meisjens  van  Otahiti  niet  geheel  mogten  vergee-  
 ten  worden. 
 Den  volgenden  dag  begonnen wij  enige  nood-  
 jjaaklijke  dingen  te  verrigten,  namelijk  al  het 
 proproviand  
 natezien,  de  vaten  met  vleeseh  en  fpek  
 en  de  kolen  voor  den  dag  te  haaien  en  enige  ballast  
 in  derzelver  plaats  te  leggen.  De  kalt a te-  
 raars  wierden  aan  het  werk  gezet  om  het  fchip  te  
 kalfaaten,  dat  het  zeer  nodig  had,  zijnde  bij  tijden  
 zeer  lek  geweest  op  onzen  overtogt  van  de  
 Vrienaen ■ Eilanden.  Ik  bragt ook  den  ftier,  de  
 koeien,  de  paerden  en  fchaapen  aan  wal  en benoemde  
 twee  mannen  om  op  dezelve  te  pasferi  
 terwijl  zij  graasden ;  want  ik  was  niet  voornee-  
 mens  een  van  deeze  dieren  in  dit gedeelte  van  het  
 eiland  te  laaten. 
 Geduurende  de  twee  volgende  dagen  breid  bet  
 naauwlijks  op  met  regenen;  desniettegenftaande'  
 kwamen  de  inboorlingen  van  alle  kanten naar  ons  
 toe ,  alzoo  de  tijding  van  onze  aankomst  zig  zeer  
 fnel  verfpreid  had.  w a h e i a d o o a ,  ichoon  zig  
 zeer  verre  van  hier  ophoudende,  was  ’er van on-  
 derrigt en  den  zestienden  in  den  agtermiddag  bragt  
 een  Opperhoofd,  et ore a  genaamd,  onder  
 wiens  voogdijfchap  hij  ftond,  mij  twee  varkens  
 als een  gefçhenk  van hem  en  zeide  mij  dat  hij  des  
 anderen  daags  zelf bij  nrij  zoude  koomen.  En  zoo  
 deed  hij  ook;  want  ik  ontvong  den  volgenden  
 morgen  eene  boodfchap  van  hem,  waarbij  hij mij  
 zijne  komst  liet  weeten,  en  liet  verzoeken  dat ik  
 aan  land  zoude  koomen  om  hem  te  ontmoeten.  
 Ik maakte  mij dan  gereed met  oma i   om  hem  eeri  
 ftatig  bezoek  te  geeven.  Bij  deeze  gelegenheid 
 B  4  kleed“