
 
		de  plaats  van  brood  kan  vervullen  of  de  flegte  
 uitwerking  van  dierlijk  voedzel  tegengaan  ,  dat  
 naar  alle  waarfchijnlijkheid  alleen  weldra  doodlijke  
 gevolgen  zou  hebben.  Aan  de  weinige  
 jkokos-boomen  op  het  eiland,  die  het  getal  van  
 dertig  niet  te  boven  gaan,  waren  weinige  vrug-  
 ten  te  vinden,  en  over  het  algemeen  waren  die,  
 -welke  ?er  nog  aan  hongen  ,  of  nog  niet  volgroeid, 
   of  met  zout  of  brak Tap  gevuld  ,  zoo  
 dat  een  fchip,  dat  dit  eiland  aandoet,  op  niets  
 anders  moet  -rekenen  dan  op  visch.  en  fchild-  
 padden,  maar  van  deeze  kan  het  op  eenen  over?  
 vloedjgen  voorraad  ftaat  maaken. 
 Daar  Tonden  hier  en  daar  op  dit  land  enige  
 weinige  laage  boomen.  De  Heer  a n d e r .son  
 Iprak  mij  ook  van  twee  kleine  heesters  en  van  
 twee  of  drie  kleine  planten  ,  welke  alle  wij  op  
 P  almerft ons - Eiland  en  Otakootaia  gezien  hadden. 
   Daar  was  ook  eene  fuort  van  Hoorn-heemst  
 ( Siday  of  Indifche  Maluwe  ,  eene  foort  van  
 porfelein  ,  en  eene  andere  kleine  plant,  die  aan  
 haare  bladeren  naar eene middag-bloem  ('Mefem-  
 ■ bryanthëmum'y  geleek  ( * ) ,  en  twee  foorten  van  
 gras  \  maar  elk  van  deeze  gewasfen  was  ’er  in  
 eene  zoo  kleine  hoeveelheid  ,  en  groeide  zoq  
 kwijnende,  dat  men  reden  heeft  om  zig  te  verwonderen  
 dat  de  foort  niet  te  niet  gaa. 
 On- 
 (*)  Veelligt  Sefuvium portulacastrum.  linn. 
 g.   r  o r s t i  $, 
 Onder  de  bovengenoemde  laage  boomen  zat  
 eene  ontzagchelijke  menigte  van  eene  nieuwe  
 foort  van  zee-zwaluwen  of  eier-vogelen.  Zij  
 zijn  van  boven  zwart  en  van  onderen  wit,  met  
 eene  witte  boog  op  het  voorhoofd,  en  zij  zijn  
 wat  grooter  dan  de  gemeene Amerikaanfche  Sternen. 
   De meeste  hadden  hunne  jongen  zedert  kort  
 uitgebroeid,  die  onder  de  oude  op  den  kaaien  
 grond  lagen;  de  andere  hadden  eieren \  zij  leggen  
 ’er  maar  een,  grooter dan  dat van  eene  duif,  
 blaauwachtig  van  kleur,  met  zwart  gefpikkeld.  
 Daar  waren  ook  veele  gemeene  gekken  ,  eene  
 foort,  omtrent  veel  naar  een  Ian  van  Gent  gelijkende, 
   en  eene die  róest-  of chocolaad- kleurig  
 is  met  eenen  witten  buik 5  hier  bij  moeten  wij  
 ook  nog  voegen  fregat  -  vogelen  ,  keerkringvogelen, 
  wulpen,  hair*fnepjens,  een  kleine  landvogel  
 als  een bastaard-nagtegaal,  land-krabben, 
 kleine  hagedisfen  en  rotten. 
 Naardien  wij  hier  kersmis  hielden,  noemde  ik  
 dit  nieuw  ontdekt  eiland  Kcnswis- Eiland ,■  ik  
 denk  dat  het  omtrent  vijftien  of  twintig  mijlen  
 omtreks  heefc.  Het  fcheen  van  eene  half- ronde  
 gedaante,  of  als  de  maan  in  het  laatfte  kwartier,  
 zijnde  de  twee  hoornen  de  noordlijke  en  zuidlijke  
 punten  ,  die  vier  of  vijf  mijlen  omtrenc  
 N.  ten  O.  en  Z.  ten  W.  van  el kanderen  liggen.  
 Deeze  west-zijde,  of  het  eilandjen  in  den  mond  
 van  den  zee-boezem,  waarop  wij  de  eclips waar-  
 T   4  na