floten was. Hierom noemde ik de land-punt ten
Noorden van dezelve Vlei - Kaap QCape Flattery ).
Zij ligt op 48° 15' Noorder Breedte en op 2350
3' Ooster Lengte. Boven dezelve is een ronde
berg van eene tamelijke hoogte, en al het land
op dit gedeelte van de kust is van eene maatige
en vrij gelijke hoogte, wel met hout bedekt, en
had een zeer aangenaam en vmgtbaar voorkoo-
men. Het is op deeze zelfde breedte, daar wij
nu waren, dat de aardrijkskundigen de gewaande
Straat van Juan de Fuca geplaatst hebben.
Maar wij zagen niets dat ’er naar geleek ; en
daar is ook geene de minfle waarfchijnlijkheid
dat ’er ooit zoodanige ftraat beflaan hebbe ( * ) .
Ik hield af naar het Zuiden tot middernacht,
wanneer ik wendde en Noord-westwaarts Huurde
met eene labber koelte uit het Z. W., met voor-
neemen om, zoo dra het dag zoude worden,
het land te naderen. Maar op dien tijd konden
wij niet meer dan twee onder-zeilen en topzeilen
met alle de reeven voeren, hebbende
eenen zeer Herken flooker, met regen, regt op
den wal aan, zoo dat ik, in plaats van het land
tenaderen, blijde was het ruime fop te kunnen
kie-
(*) Ziet MiCHAEL lockes onwaarfchijnlljk bericht
van juan de fuca. en zijne gewaande Straat in puu ch as
Vol. III, p. 842—852. en verfcheiden laatere verzamelingen.
kiezen, of zoo Verre de ruimte te houden als wij
die reeds gewonnen hadden. De Zuid-Westen
wind was egcer maar van korten duur; want in
den avond liep hij weder naar het Westen. Dus
hadden wij gefladig tegens flerke Westen en
Noord-Westen winden te kampen; fomtijds wierd
de wind in den avond bedaard en liep naar het
Zuiden; maar dit was altoos een zeeker voor-,
teken van een florm, die Herkst uit het Z. Z. O.
woei en van regen en regen met fneeuw verzeld
gong. Hij duurde zelden meer dan vier of zes
Uuren, wanneer hij opgevolgd wierd door eenen
anderen flooker uit het N. W . , die gemeenlijk
mooi weder medebragt. Het was door middel
van deeze zuidlijke vlaagen dat wij in Haat waren
Noord-Westwaarts te vorderen.
Den negen en twintigflen, eindelijk, des morgens
ten negen uuren, terwijl wij Noord-Oostwaarts
Huurden, zagen wij het land weder, dat
zig op den middag van N. W. ten W. tot O. Z. O.
uitflrekte, zijnde het naaste gedeelte omtrent
zes mijlen van ons. Onze Breedte was thans
49 ^9 onze Lengte 03^° 29. Het voorkoomen
van het land verfchilde veel van dat,
hetwelk wij te vooren gezien hadden, zijnde vol
hooge bergen , welker toppen met fneeuw bedekt
waren ; maar de valleien tusfehen dezelve
en de gronden aan de zee-kusten, de hooge
zoo wel als de laage, waren tot eene aanmerk«•
C c * liikf»