
 
		namen,  legt  op  i°  59'  Noorder  Breedte  en  op  
 202  30  Oqster  Lengte,  die  wij  bepaald  hebben  
 door  een  groot  aantal  waarneemingen  op  de  
 maan,  die  Hechts  7  van  den  tijd-wijzer  ver-  
 fchilden,  zijnde  de  Lengte  7'  minder,  De  afwijking  
 van  het  kompas  was  6°  221'  O.  en  de  
 duiking  van  de noord-pool  van  de  naald  1 1°  54'. 
 Kersmis - Eiland  is,  gelijk  de  meeste  eilanden  
 in  deezen  oceaan,  van  een  rif van  koraal-klippen  
 omringd,  dat  zig  niet  verre  van  het  ftrand  utt-  
 ftrekt.  Nog  verder  van  land  ligt  aan  de  westzijde  
 eene  bank  van  fijn  zand,  die  eene  Engel-  
 fche  mijl  in  zee  uitfteekt.  Op  deeze  bank  is  
 goede  anker-grond  op  alle  diepten  tusfchen  agt-  
 tien  en  dertig  vademen.  Op  minder  diepte  dan  
 de  eerstgenoemde  zou  men  te  djgt  bij  het  rif  
 zijn >  en  op  meerder  diepte  dan  de  laatfte  zou  
 men  niet  verre  genoeg  van  de  kant  van  de  bank  
 liggen,  De  wind  woei  zoo  lang  wij  hier  waren  
 r  altijd  met  eene  frisfe  koelte  uit  het  O.  of O.  
 ten  Z . ,  uitgezonderd  een  o f  twee  dagen.  Wij  
 hadden  altoos  eene  zwaare  zee  uit  het Noorden,  
 die  met  eene  ontzagchelijke  branding  op  het  rif  
 brak.  Wij  hadden  deeze  zwaare  zee  reeds  gehad  
 voor  wij  aan  het  eiland  kwamen  ,  en  wij  hielden  
 die  nog  enige  dagen  na  wij  hetzelve  verhaten  
 hadden. 
 E L F - 
 E L F D E   H O O FD S T U K . 
 Enige  eilanden  ontdekt.  Befchrijving  van  de  
 inboorlingen  van  Acooi,  die  naar  de fchepen  
 koomen  ,  en  derzelver  gedrag  aan  boord.  
 Een  hunner  wordt  dood  gefchoten.  Voorzorgen  
 om  het  volk  te  beletten  gemeenfchap  
 met  de  vrouwen  te  hebben.  Eene  waterplaats  
 gevonden.  Onthaal  bij  de  landing.  
 Wandeling door het  eiland.  Eene Mörai  be-  
 zogt en  befchreven.  Graffleden van  de Opperhoofden  
 en  van  de  menschlijke  flagtoffers,  
 aldaar  begraaven.  Het  eiland  Oneeheow  
 bezogt.  Plechtigheden,  die  de  inboorlingen  
 verrigteden  ,  als  zij  naar  de  fchepen  kwamen. 
   Bedenen  om  te  denken dat z ij menfchen-  
 eeters  zijn.  Enig  volk  aan  land gezonden,  
 dat  twee nachten  uitblijft.  Bericht  van hetgeen  
 -er  bij de  landing voorviel.  De fchepen  
 yerlaaten  deeze  eilanden  en  ftevenen  noordwaarts. 
 D e n   tweeden  Januarij,  met het  aanbreeken  van  
 den  dag  ,  ligteden  wij  het  anker  en  hersfatteden  
 onze  koers  noordwaarts,  hebbende  fchoon  weder  
 en  eene  labber  koelte  uit  het  O.  en O.  Z. O,  tot  
 wii  op  de  Noorder  Breedte  van  70  45  en  op  
 T   5  205°