
 
		verneemen.  Ik  beval  hem  zeer  ernftig  niet  terug  
 te  keeren  zonder  de  wegloopers,  en  o p o o n y  
 van  mijnentwege  t£  zeggen  dat,  zoo  zij Bolabola  
 verlaaten  hadden,  hij  kanos moest  zenden  om  hen  
 te  haaien;  want  ik  giste  dat  zij  niet  lang  op  eene  
 zelfde  plaats  zouden  blijven. 
 De gevangenen  waren  egter  lieden  van  zoo veel  
 belang  dat  de  inboorlingen niet  goed  vonden  naar  
 de  wederkomst van  ons  volk  te  wagten  om  hen  te  
 verlosfen;  of  ten  minften was hunne onverduldig-  
 heid  zoo  groot,  dat  zij  hen  aanzettede  tot  het  be-  
 raamen  van  eene  onderneeming,  die  hen  in  nog  
 grooter  ongeluk  hadde  kunnen  brengen,  zoo  zij  
 niet gelukkiglijk voorgekoomen  ware.  Des avonds  
 tusfchen  vijf  en  zes  uuren  befpeurde  ik  dat  alle  
 hunne  kanos  in  en  omtrent  de  haven  begonnen  
 weg te vaaren,  als  o f zij  eensklaps  door  fchrik  ge*  
 troffen  waren.  Ik  was  toen  aan  land,  regt  o.ver  
 het  fchip,  en  vroeg  te  vergeefsch naar de  reden,  
 tot  ons  volk  ons  van  de Ontdekking  toeriep  dat  
 eene  bende  inboorlingen  Kapitein  c l e r k e   en  
 den  Heer  g o r e ,  die  zigeen  weinig  van  de fche*  
 pen  verwijderd  hadden,  gegrepen  hadden.  Ge*  
 troffen  door  de  ftoutheid  van  dit ontwerp  van  wedervergelding, 
   dat mij  zoo  kragtig  op  mijne  eigen  
 wijze  tegenwerkte,  had  ik  geen  tijd  om  te  over-  
 weegen.  Ik  liet  onmiddelijk  het volk  in  de wape*  
 nen  koomen  ,  en  in  minder  dan  vijf  minuuten  
 wierd  ’er  eene  fterke  bende,  onder bevel van  den 
 Heer 
 Heer  k i n g ,  afgezonden  om  onze  twee  heeren  te  
 verlosfen.  Daar  wierden  te  gelijk  twee  gewapende  
 floepen  en  eene  bende,  onder  den  Heer  
 WILLIAMSQN,   de  vlugtende  kanos  agter na  gezonden, 
  om  hen  van  het flrand aftefnijden.  Deeze  
 afgezonden  benden  waren  naauwlijks  uit  het  ge-  
 zigt  of  daar  kwam  een  bericht,  dat  wij  verkeerd  
 onderrigt waren,  waarop  ik bevel zond dat  zij  alle  
 terug  zouden  keeren. 
 Het  was  egter  klaar uit  verfcheiden  elkanderen  
 verfterkende  omflandigheden  dat  het  voorneemen  
 van  Kapitein  cle rke   gevangen  te  neemen  onder  
 de  inboorlingen  in  overweeging  geweest was;  ja  
 zij  maakten  ’er  den  volgenden  dag  zelfs  geen geheim  
 meer  van;  doch  hun eerst en groot ontwerp  
 van  wedervergelding  was  geweest mij  vast  te  houden. 
   Het  was  mijne  gewoonte  mij  alle  avonden  
 in  zoet  water  te  baaden.  Dikwijls gong  ik  alleen  
 en  altijd  zonder  wapenen.  Verwagtende  dat  ik  
 deezen  avond  als  naar  gewoonte  derwaarts  gaan  
 zoude,  hadden  zij  befloten  mij  en  ook  Kapitein  
 c l e r k e ,  zoo  hij mij  verzelde,  te  grijpen.  Maar  
 jk  had  het,  na  dat  ik o re os  nabeflaanden had  gevangen  
 gezet,  voorzigtigst  geoordeeld mij  niet  in  
 hunne  macht  te  begeeven  ,  en  ik  had  Kapitein  
 c l e r k e   en  de Officieren  gewaarfchuuwd zig  niet  
 verre  van de  fchepen  te  verwijderen.  Het Opperhoofd  
 vroeg mij  in  den  loop  van den  agtermiddag,  
 tot  drie  verfcheiden  reizen  toe,  o f ik  niet  naar  de 
 bad