
doch zijn tegemvoordige gelaunte dagteckent van het jaar 1757,
en vooral van het jaar 1786, toen het, tijdens het Bestuur der
opperlandvoogden v a n d e r pa r r a en d e k l e r k , door den Mo-
luksehen gouverneur b e r n a u d u s v a n p i .e u r e n herbonwd werd.
In 1623 bewees dit fort goede diensten, toen de geduchte
zamenzwering tegen de Nederlanders te Amboina uitbarstte.
Eenige der hoofdschuldigen werden toen met den dood gestraft,
doch dit belette niet, dat er in 1632 op nieuw eenige onlusten
in de M o lu k k o s ontstonden, waarom de Gouverneur-generaal
a . v a n d ie m e n in 1636 twee togten derwaarts deed. Ruim
150 jaren later, t. w. in November 1793 (of 1795), en nog eens
15 jaren hierna, t. w. in 1810, ging het fort Y ic to r ia met
de Ambonsche eilanden, en kort daarop ook met de eilanden
Banda en T e rn a te , aan de Engelschen over, van wie het
echter in 1816 te gelijk met de gezegde eilanden weder werd
teruggenomen. Een jaar hierna, namelijk in 1817, hield dit
fort de stad en het eiland Amboina in ontzag, toen er een
opstand op de nabijgelegen eilanden Saparoea en H a ro e k o e
uitbrak, in welken opstand het eiland Amboina deelde en
Saparoea eene hoofdrol speelde, en die nog ten zelfden jare
door eene naar de M o lu k k o s gezonden expeditie, onder bevel
van den Schout bij nacht b u i j s k e s , gelukkig werd gedempt.
Beneden het fort Y ic to r ia liggen nog de fortjes Loe en
H itia h o e , benevens het fortje van d e r C a p e lle n , lietwelk op
een bergkruin gebonwd is.
In de onmiddellijke nabijheid der stad, en zelfs niet eens of
slechts naauwelijks van haar afgescheiden . liggen de negorijen
of eigenlijk doesson’s of buitenwijken H a tiv e - b e s ä r of
G r o o t -H a t i r e , H a t iv e -K i t j i l of E l e in -H a t iv e , S e ila le ,
O e rim e s s in g , A m a n te lo e , A h o e s in g , S o y a -d ib aw a , La-
to e h a la t, N o e s a -n iv e , T aw ir i, M a rd ik a en B a to e -m e ra .
De laatstgemelde negorij i s , gelijk reeds gezegd werd, door
Muhamedanen bewoond, doch al de overigen zijn door inland-
sclie Christenen, zoowel n e g o r ij-m e n s c h e n , als b u rg e r s of
o r a n g - b e ib a s , bevolkt. Het getal burgers op de eilanden
Ambon en Saparoea is beduidend-groot. Op Ambon zijn
er ongeveer 2,600, — en op Saparoea ruim 3,000. Op het
eiland H a ro e k o e zijn er slechts p. m. 4 0 0 , en op Noe—
s a la u t slechts 60. Yelen hunner leggen zieh toe op de
kultuur van inlandsche aardappelen, djagong, indigo, koflij,
peper en boomvruchten, en op het bereiden der k a jo e -
poeti-olie, die van de bladeren der k ajo e -p o e ti-b o om en ,
waarmede de Ambonsche heuvelen als overdekt zijn, getrokken
wordt. Hunne' vrouwen en döchters munten doorgaans uit in
het vervaardigen der beroemde Ambonsche kunstbloemen, waar-
toe de 'vederen der prächtige Moluksche vogelfauna gebezigd
worden, - of in het trekken of -stoken der welriekende en
alom vermaarde m ie n ja k—ambon (Ambonsche olie), die de
inlandsche vrouwen zoo gaarne tot toilet—olie gebruiken, en
tot welker bereiding verschillende fijne kruiden en bladeren
dienen, - of in het vervaardigen van konfituren van kruid-
nagelen, waartoe bepaaldelijk de m o e rn ag e l gebezigd wordt, -
of in het bereiden der bekende nagel-olie, welker hoedanigheid
verwarmend en krampstillend is, — of eindelijk in het bewerken
van kruidnagelen tot mandjes, korfjes, o rem b a a i’s enz. Men
kan zieh geen denkbeeid maken van den goeden smaak en de
sierlijkheid, waarmede ze de schitterende vederen tot kunstbloemen
zamenstellen, en van de verscheidenheid der geurige
olien, die ze weten te bereiden. En men kan ook wel begrijpen,
dat ik niet naliet om van een en ander aan mijne op J a v a
achtergeblevene vrouw eenige proefjes te zenden. Deze ontving
alzoo een kistje, waarin ongeveer 16 differente soorten van
olien in kleine fleschjes bijeen waren, en verder eenige kruid-
nagelmandjes en scheepjes, en groote dozen met kunstbloemen.
Onder den naam van b u rg e rs verstaat men op de Ambonsche
eilanden dezulken onder de inlanders, die wegens aan den
Staat bewezen diensten of omdat ze eenige jaren de militaire
loopbaan in het Neerlands-Indisch leger volgden, voor zieh
en hunne nakomelingen het burgerregt, en derhalve onder
anderen vrijstelling van zoogenaamde heeren-diensten verkregen