
op den 19den April} bewesten het eiland B o ek id e en eenige
andere oostelijk van Tab o ek an in de Moluksclie zee gelegen
eilanden om, naar de T a la u -e ila n d e n , die, gelijk gezegd
is, ongeveer 6 a 8 mijlen noord-oost-waarts van San g ie r verwij-
derd zijn. De geheele T a la u— of S a lib ab o e -g ro ep bestaat
uit- 4 grootere en 8 kleinere eilanden. De grootere beeten
S a lib a b o e of S a lilo eb o ed e , K a b ro e a n g (het zuidelijkst gelegen),
K a ra k e la n (het noordelijkst gelegen), en Lanoesa of
L enoesa.
In den vroegen morgen van den 20sten liepen \ve in het
gezigt van 7 der kleinere Talau-eilanden, die er als een
krans van digt-bij—een—geschikte bloemkorven nitzagen en welker
velerlei tinten van frisch en liefelijk groen door de lieldere
ochtendzon bevallig gekleurd werden. Langzaam stoomden we
ten noorden dezer eilandjes längs en kwamen voor het groote
Tafelberg-eiland S a lib ab o e en digt bij K a b ro e a n g ten anker.
Vlak voor ons, doch digter aan den wal, lagen, bij de negorijen
S a lib a b o e en D a lo e n g , twee Amerikaansche walvischvangers,
die zieh van drinkwater, brandhout, xijst, hoenders, eijeren,
koffij, katoen, obi/’s , pompoenen, pisang, jamjam, klappers
en groenten voorzagen, en voor deze artikelen ijzer, messen
en lijnwaden in ruiling gaven. Op het dek der beide schepen
zat een groot aantal Talau sc he vrouwen, druk bezig met het
verstellen der toilet-benoodigdheden der Yan g k e es en met het
weven van inlandsche kleedjes, terwijl Jan-maat met sloepen
en praauwen op- en afvoer om gevogelte, varkens enz. van
den wal te halen en naar boord te brengen. Beide schepen
hadden reeds 3 jaar reis, d . i . ze zwierven reeds 3 jaren lang
in de Moluksche wateren op de walvischvangst rond, zonder
nog traan en baiein genoeg te hebben om naar NeW-York
of B o sto n terug te kunnen keeren.
Zoodra de E tn a ten anker lag, roeide de ßadja van Salib ab o e
uit het nabij het dorp uitstroomende kleine riviertje naar boord, om
den Resident (F e ito r of P e to r) van Menado te verwelkomen.
Zijn sterk—bemande zeilpraauw was met de Hollandsche vlag
versierd, en hij-zelf in feestgewaad gekleed, d. i. met een’
Europeschen blaauw-lakenschen rok, waarvan de kraag en borst
en de zeer lauge panden of basques met smal gond-passement
omboord waren. Een Ku ropcsche hoed, wit vest, zwart—laken-
sche pantalon en laarzen voltooiden zijn toilet. Den rok had
hij (zeide hij) present gekregen van een’ Spaanschen of Por-
tugesehen scheeps-kapitein, die zijn eiland bezocht, en welligt
voor zijn’ rok en zijn’ Italiaanschen groet : che pace sia
in casa q u e lla ,” een’ goeden voorraad scheepsbehoeften beko-
men had.
Noordwestelijk en op ongeveer honderd schreden afstands van
de negorij Salib ab o e ligt de negorij D a lo e n g , en aan den
wal van dit dorp zagen we nog eenige goed-bemande praauwen
liggen, schijnbaar gereed om dadelijk naar de E tn a te
roeijen, doch om de eene of andere reden de afvaart vertrauende
We vernamen weldra, welke deze reden was. De
beide digt-bij-een-gelegen en als het wäre aan elkander
sluitende negorijen of staatjes D a lo en g en S a lib a b o e , waren
met elkander in oorlog, en aan weerszijden had men reeds
eenige koppen gesneld! De Radja van Daloeng ziende, dat
zijn nabuur en vijand, de Radja van S a lib a b o e , reeds aan
boord van de E tn a was, wachtte geduldig den terugkeer van
dezen naar den wal af, om dan op zijne beurt den Resident
te gaan welkom heeten. En zoodra nu ook de Radja van
S a lib ab o e weder in zijne negorij was aangekomen, liet de
Radja van D a lo en g zieh naar de E tn a roeijen, en verscheen
met zijn gevolg op het half—dek. Weinige uren later had de
heer j a n s e n , van alles behoorlijk onderrigt, de beide vijande-
lijke partijen te 'gelijk aan boord van de E tn a bescheiden, en
weldra eene verzoening bewerkt. De vorsten naderden toen
elkander op minzame wijze, en de vrede was hersteld. Eenige
oogenblikken daarna ontvingen ze de Gouvernements-geschenken,
die de Resident hun uitreikte, en die meerendeeis in koperen
caronades en l i l l a ’s of kleine stukjes geschut bestünden. Van
deze igescheuken ontvingen ook de Radja s van L i r o n g of