
wijl ze meenen dat ze van een varken afstammen, en verder,
dat. het rijk bestuurd wordt door een’ Radja en een5 Kal im of
Bestuurder (P an g h o elo e ,) (1) en dat er in 1780 eene bezetting
was ter bewaking der goudmijnen te P a le h e , Bodi en Man-
tin o n . Van het rijk Boelan leest men, dat het een schier-
eiland is aan C e le b e s ’s Noordkust, door de rivier B o e la n ,-
welke in het gebergte P ommo eg o e en Mogondo ontspringt
en zieh in twee armen verdeelt, - doorsneden, en dat het een
talrijke bevolking heeft, welke beweert van een’ kaaiman af te
stammen. Van het rijkje T o n to li of B in o n -T o e a , ook
N ie uw—T o n to li geheeten, leest men, dat het door Majoors
of W a la p o e lo ’s bestuurd wordt, en padie, sago, karet en
tripang oplevert, en dat de negorij N ie uw -T o n to li in 1822
is aangelegd, toen O u d -T o n to l i , — hetwelk , even als Lam-
p a ssio en D am p illa s , door Alfoersche zeeroovers van P a lo s
bewoond werd, — door de Nederlanders was verwoest geworden (2).
En eindelijk leest men nog, dat de meeste dezer rijkjes van
de Soloksche en Illanosche zeeroovers, die op de drie voor de
baai van B o la n g -o e k i gelegen eilandjes zieh van drinkwater
komen voorzien, meer of min te lijden hebben.
Overigens wordt ons berigt, dat men de voornaamste goudmijnen
vindt in het Rijk Bo e lan te "Wankahoela (Anka-
h o e lo e of B an g k ah o e lo e ) bij de rivier M ila n g o - lo v o n to
en M o lis ip a t, en te Bodi in Bw o o l, wordende aldaar goud
van 21 en van 23 karaat gevonden. Te W a n k ah o e la en
Bomboela worden ook berg-kristal-mijneu aangetrotlen en
staalsteen (3), en in B o la n g a eenige salpeter-gronden. Minder
belangrijk zijn de goudmijnen van K a id ip a n g , P o p a s a to e ,
P a g iam a , B om b o e la , A n d a g ile , Don d a en B o la n g -
M o g o n d o , alwaar bij den berg of goenong M in to , en bij
de rivieren T om in i, T o e la d in g k e , G o e n o n g - lam a , Goe-
(1) P a n g h o e l o e , i3 ook de titel van een’ Hoogepriester.
(2) Zie Tijdschrift van N. I. Jaarg. III, Deel I, en Jaargang 1845, Deel II.
(3) Volgens de Indische berigten zijn er onlangs in P a t j ita n op J a v a
marraer-bergen van geäderd raarmer ontdekt.
n o n g - d a u , A n p ib ab o e en elders goud gegraven wordt {1).
De overige plaatsen, alwaar in Neerlands Indie goud gevonden
of gegraven wordt, zijn M o n tra d o , L a n d a k en anderen
op B o rn eo 's westkust; K w a n ta n , L im o e n , S o e n g ie -
pago, S o p a jan g , R au , K o r in t j i en A tjin op S um a tra ;
Am o en ta i en andere plaatsen in B a n d ja rm a s s in g op B o rn
e o ’s zuid- en oostkust; in het Portugeesch gedeelte van
T im o r, en elders. De mijnen zijn soms niet dieper dan
12 voet, maar soms ook 12 a 15 vademen. Van het goud
van S um a tra beweert men, dat het fijner en digter is dan
dat van Borneo en elders, zoodat voor S um a tra ’s goud f 72,
doch voor goud van,elders slechts f 60 a 6 5 , per thail (of
voor eene hoeveelheid, welke in gewigt gelijkstaat aan twee
zilveren guldens,) in den handel wordt betaald. Op sommige
plaatsen wordt het edel metaal niet in mijnen gegraven, maar
in de rivieren, die het afvoeren, gevonden, of uit rivier-zand
of klei-aarde door uitwassching of uitspoeling verkregen, en
om deze reden wasch—goud of spoel-goud geheeten. Men vindt
het in alle grootte en vormen, of als p e p ite n of klompen,
of' als korrels, of als zand, of als stof (goudzand, stofgoud of
goudstof, en goudkorrels). Het moedergesteente of de m a trix
(m a a s-o e rat) is soms witte bronsteen (zoo als te So p a jan g ),
doch meestal zijn het, naar men leest, de oudste gekristalli-
seerde massive gesteenten, waarin het goud of als in g e sp re n -
k e ld of in a d e r s , en vergezeld van ijz e rp y rie t en kw a r ts ,
voorkomt. - Van de goudgravers aan C e leb e s’s noordkust be-
(1) Sommige dezer rivieren zon men, wat hare grootte betreff, können verge-
lijken met de T j ita r um en T j im a n o k , die bij de bergen P a p a n d a ija n g en
S o em b o n g (op J a v a ) ontspringen, of met de K a li-m a a s bij S o e r a b a ija ,
of de O e n a r a n g of G eb a n g in S am a r a n g . Doch de meesteh der talrijke
rivieren, welke den noordelijken arm van C e le b e s doorstrootoen, en waarvan ive
eenige monditvgen zagen, schijnen de grootte te bebben der Java-rivieren
M e n t j e r e , Bom o of M e n n r a n g , B a t a n g , G e d a n g a n , B o n r om o , P e n -
g a n t e n , K a l i - s a r i , T j is e d a n i en B a r o s , of wel der kali’s K ed o e -
l a n g i e , I lja r om a n , K a l i - d j e r o k , B o l lo , T j ilo e s a r a , 1 m lftM ljita km -;
p o la n g , K a n d a u g -h a o e r , D o n a n , T j a n g k i , » j e n k in g , B o e n g a r ,
T j ik a p o e n d a n g , B j a r i , L e s o n g , G a r o e d a , D o lln k , N g o em b a l, enz.