
lausen, gevveren, gevlochten manden, potten en pannen euz.,
en te Goa lag eeu hoop koffijboonen in de receptie-zaal, die
door ketting-gangers (misdadigers tot de ketting veroordeeld),
staande mijn bezoek, werden nitgezoclit en gezuiverd, terwijl
andere ketting-gangers en bedienden gelijktijdig in het vertrek
eenig buiswerk verrigtten. De stoelen te Goa en T e llo badden
geen matten—zittingen meer en waren met planken belegd. De
tafels hadden gedeeltelijk gebroken pooten en gespleten bladen.
Het tafellaken en de servetten waren misschien nooit gewas-
schen geworden; de vorken en lepels waren van vertind ijzer,
de messen verroest, en de borden en schotAs meestal bescha-
digd of gebarsten. Te Bima daarentegen waren goede stoelen
en tafels, en de tbee werd in een goed thee-servies gediend.
Wel was alles ond en vnil en bestoven, maar niet verbavend
en zoo goed als onbruikbaar. Doch ook aan dit Hof was geen
pracbt of weelde. Yan canape’s en Spiegels en schilderijen was
er geen sprake. De eenige weelde bestond in ligcbaams-sieraden,
als zijden kleeding, gouden ringen en juweelen.
Daags voor ons vertrek van Bima kwamen de Badja-bitjara
en een van des snltans jongste zonen ons een bezoek aan boord
van de S u rin am e brengen. De sultan was door zwakte verbinderd
om uit te gaan. Dit was geen voorwendsel, want
ook op den dag van ons bezoek in den kraton kon hij niet
staande blijven. De amfioen (madat) had hem reeds ondermijnd,
en sleepte hem weinige maanden later ten grave.
Den 11 den Junij verlieten we de baai van B im a , stoomden
tusscben de P a t e r n o s t e r - en Postillo n s-e ilan d en door, eu
bereikten den 13den de reede van Maka sser. Hier maakte
ik mij gereed om den 18dcn naar Menado te vertrekken,
■welke residentie op 600 mijlen afstands van M a k a s s e r, in het
noorden van bet eiland C e leb e s, gelegen is.
Men zou de gedaante van het groote Sunda-eiland C e leb e s ,
(even als die van H a lm a h e ra en van B a tja n ,) als men het
op de kaart ziet afgebeeld, kunnen vergelijken bij een
groote zeespin of eene of andere mollusk of zeester of polijp,
of wel met een’ schorpioen, of liever nog met een’ kaaiman,
welks kop naar het zuiden, welks staart naar bet noorden, en
welks beide voorpooten naar bet oosten en westen zijn uitge-
strekt. Het heeft drie groote baaijen, t. w. die van T om in i
of G o ro n ta lo , die van Tomboekoe of T o lo , en de baai of
golf van Boni. Deze drie baaijen worden door de 4 voor-
uitspringende landtongen ten Z. W. en Z. 0 . en ten 0 . en
N. 0 . gevormd, terwijl deze landtongen of liever voorgebergten
weder gevormd worden door verlengingen of niteinden der
bergketen, - welke over geheel Celebes loopt. Buitendien zijn
er nog eenige kleinere baaijen, als die van Palos, die , van
K e n d a ri of de Yosma e rs-baa i, die van Menado, en de
bogt van T a n e tte . of B a d jo e k e k e , welke allen door ver-
schillende kapen, als de E i v i e r - of S tro om e n -k a a p , de
T r i s ,1 de K o ffin , de K a n d i, de B o e lek om b a , de Talabo,
de D o n d a , de T em o e l, de W illiam , de K a ili en de Mand-
h a r, gevormd worden. Op verschillende plaatsen vindt men ijzer,
goud en steenkolen, en de vogel—fauna bestaat er uit papegaaijen,
paradijs-vogels, parel-hoenders, loerie's, jaarvogels of neus-
hoornvogels en duiven. In sommige klippen vindt men de be-
kende vogelnestjes. Groote vledermuizen, prächtige vlinders en
wilde bijen zijn er in menigte. - Over de goudmijnen spreek ik
later. Ze zijn vooral te P a ie la , T o n to li, Bwool, W o n g o ,
Po g g ian , en P o p a s a to e aan de noordkust.
Een tost over land van bet zuiden naar bet noorden, of om-
gekeerd, zou zeer bezwarend en ook hoogst—gevaarlijk zijn. De
bevolking van - zuidelijk Celebes (Makassaren en Boeginezen),
en die van noordelijk Celebes (de Alfoeren), zullen den reiziger
geen leed doen, maar die van midden-Celebes is gansch niet
te vertrouwen. Toen wijlen mevrouw ida peeieeer , — met welke
bekende reizigster ik eenige dagen te B andong en te Soera-
baija bij de Hoofden van het gewestelijk bestuur doorbragt -
te Menado w'as, wilde zij over land van daar naar Ma—