
bezoek bij van den koning van Goa. Daar dit rijk een der
grootste en magtigste rijken van Celdbes en de zetel des
bewinds zeer digt bij de stad M a k a s s e r.gevestigd |s , zoo was
bet aantal volgelingen (kawan of penoeroet) en in den woord
de ganscbe Hofstoet van den te paard gezeten Vorst belangrijk-
grooter dan de a to u r der Vorstin van T a n e tte .
Een paar dagen na de plegtige ontvangst van dezen koning van
G o a , abdoel- kadir- moehamad- a i - d ie d , ook genaamd KOE-
mai.a , rnaakte ik bij Z. H., - zoo als ik vroeger reeds ook den
koning van Tello bezocht had, - mijne opwacbting. Bij het
bezoek te Goa had de gouvernements-sekretaris, gelijk bij het
bezoek te Tello de sekretaris voor de inlandsche zaken, de goed-
heid om mij te vergezellen. Ofschoon ik niet veel pracht en
praal verwachtte, trof mij toeh de vergedreven eenvoüd der
vorstelijke huizen, welke veeleer groote loodsen of pakhuizen dan
paleizen zijn. Het paleis van Goa is een gebouw van planken,
en dat van Tello een gebouw van gevlochten bamboe-matten,
waarin men geen Javaansche s i t i - in g i e l of p a n t ja n i t ie zoeken
moet (1). Ook de meubelen zijn ond en siecht en schaars
voorhande, en weelde of comfort is er onbekend. Regt vrien-
delijk echter werden we door de respectieve vorsten en vor-
stinnen ontvangen, en tot het nemen van een dejeuner ge-
noodigd. De gastvrijheid der Makassaren, weet men, is zeer
groot, en men zou een’ Makassaar beleedigen, als men zijn
hnis of hut verlief zonder iets bij hem te willen nuttigen. We
namen dus de noodiging aan, ofschoon we eigenlijk wel hadden
willen bedanken. De lezer, die de Makassaren kent, zal het
toestemmen, dat men bijkans liever een" dag zou willen honger
lijden dan bij een’ Makassaar ter maaltijd zijn! Intusschen zet-
teden we ons goedschiks aan tafel, en moesten ook van den Ma-
kassaarschen to e ä k of palmwijn drinken, die zeer onaangenaam
van smaak, doch niet zoo bitter is als die op J a v a bereid wordt.
(1) Een s i t i - i n g i e l enz. vindt men niet alleen in de kratons der Hoven op
J a v a en M a d u r a , maar ook in de kratons K a - a n o m - a n en K a - s e p o e - a n te
C h e r ib o n .
De beide vorstinnen met hare moeders en dochters en tantes
en nichten aten niet met ons, maar gingen af en toe, en, steeds
op onzen maaltijd het oog houdende, dienden ze den vorst en
zijne gasten. En dit deden ze met zooveel hartelijkheid en vertrau
welijkheid en met zooveel ongedwongenheid en blijkbaar
génoegen, dat we de Makassersche keuken vergaten, en
meer nuttigden dan we voor mogelijk gehouden hadden. Na
afloop van ons dejeuner verdwenen de prinsessen, om in een
ander vertrek te spijzen. Een poos later gingen we scheiden,
en namen we waarlijk-aangename indrukken op onzen terugweg
mede. We voelden ons tot die eenvoudige Vorsten en vorstinnen,
zoowel van Goa als van T e llo , aangetrokken, en zeiden
het gaarne anderen nä, dat de wijze, waarop de Makassaarsche
gastvrijheid wordt uitgeoefend, op het gemoed van den gast on-
weerstaanbaar werkt, en hem als het wäre verbindt aan degenen,
die hem gastvrijheid bewijzen.
Reeds den volgenden dag na ons vertrek van Goa ontving ik
ten huize van den sekretaris, den heer van der v e n , bij wien
ik in 1855 logeerde, een tegenbezoek van Goa’s koning. Z. H.
kwam weder te paard, slechts door weinige trawanten vergezeld,
en bleef een paar uren vriendschappelijk bij ons.
Bij gelegenheid van mijn bezoek aan T e llo 's Hof ontmoette
ik bij de rivier van T e llo , die digt bij het paleis heenstroomt,
eene der prinsessen van T e llo , welke bij een lid der vorstelijke
familie aan de andere zijde der rivier op den weg naar
Maros een bezoek ging afleggen. Ze zat op een gewoon loslig-
gend beddekussen te paard, en vele bedienden en vrouwen, allen
te paard, reden achter haar. Bij de rivier gekomen, stegen hare
vrouwen onmiddellijk af, maar op het paard der vorstin schoot
dadelijk een dienaar toe en bood haar zijn’ schouder aan,
waarop de prinses met al de rapheid en gemakkelijkheid der
gewoonte in een' oogwenk oversprong. Eluks bragt de man
haar op de b a lé -b a lé (bamboezen rustbank) van een nabijzijnd
huisje, waarop ze staan bleef, en, toen de veerpont gereed was,