
o°k zich-zelven zeer hoffelijk onder het' gezag van zijn’ gast,
en de dorpelingen gehoorzamen gaarne en zonder bedenken aan
elke order of aan elk bevel, dat van den tijdelijken gast mögt
uitgaan. Ik meen, dat zoodanige n e g r i-b e r s o e d a r a of zuster-
negorijen of broeder-dorpen eigenlijk „ n e g r i - o e l i ” heeten
d. i. „ g e s p a n s c h a p s -d o rp e n .” In oude tijden namelijk
vormden de 7 landschappen N a u -b in a u , S o e lem a tta , Ala,
H a to e n o e k o e , S aw a n i, Helawan en S a ila s s i, waaruit
H ito e bestaat, een g e sp an sch ap of o e l i , of welligt maakten
de negorijen in elk landsohap met elkander een „ o e li” u it,
zoodat men 7 gespanschappen telde. Waay zal dan weleer tot
het gespanschap H ito e - lam a of H e law an behoord hebben, en
derhalve was de tijdelijke overgave van het bestuur door H ito e -
lama aan W a ay , welke ik bijwoonde, een beleefde en broe-
derlijke formaliteit en een so u v e n ir aan de voormalige
gespanschappen. Hetzelfde verschijnsel, hetwelk ik te H i to e -
lama zag, herinnerde ik mij ook te Aboroe op het eiland
H a ro ek o e gezien te hebben, alwaar, tijdens mijn verblijf in
deze negorij, de Patti van Booi op Saparoea een bezoek bij
den Patti van Aboroe bragt, en onmiddellijk, als Eegent der
van ouds met Aboroe verbonden negorij Booi, met het gezag
over Aboroe bekleed werd. De oorsprong van zoodanige
oeli of verbonden van vriendschap of broederschap tusschen
eenige staatjes of negorijen dagteekent welligt van den tijd, toen
bestendige veeten en twisten de verschillende landen of staatjes
der Molukkos onderling verdeelden. En hoever die twisten en
veeten soms gaan konden, blijkt nit de daadzaak, dat de Portu-
gezen, bij. hunne komst op H ito e - lam a in 1511, al de nego-
rijen, die tot deze hoofdplaats of vorstelijke rasidentie behoord
hadden, verwoest en vermeid vonden. De doTpen nu van een gespanschap
sloten een olfensief en defensief verbond tegen de dorpen
van een ander gespanschap, en de aldus verbroederde dorpen
(n e g r i-b e r s o e d a r a ) waren verpligt elkander gehouw en getrouw
te zijn, en elkander synallagmatiek tegen hunne vijanden bij
te staan. Yolgens anderen echter zouden zoodanige verbonden
eerst dagteekenen van den tijd der H o n g ie—togten ter exstir-
patie der nageltuinen, of wel zouden ze vertakkingen zijn
van het beruchte Kakehan-verbond der Alfoeren op Ceram.
Yan H ito e - lam a bereikten we de Muhamedaansche met
ongeveer 700 zielen bevolkte negorij Momale of Mama la ,
welker Eegent, omringd van nog een paar Hoofden, ons in het
dorp opwachtte. Na een paar woorden met hem gewisseid te
hebben, trokken we dadelijk door naar de met ongeveer 500 Mu-
hamedanen bevolkte negorij M o re lla . Te M o re lla aangekomen,
werden we aan den ingang der negorij ontmoet door den
Orang^-Kaya, die ons met een bedrukt gelaat verklaarde, dat
de bevolking tegen hem in opstand was en zijne bevelen niet
meer werden gehoorzaamd. In den grooten Passangrahan was
niemand om ons de noodige diensten te bewijzen. Zelfs de volge-
lingen van den Eegent waren weggeloopen, zoodat hij persoonlijk
met de zijnen voor een paar brandende - hang—stolpen of lantarens
en voor onze ligging had moeten zorgen. Yoor ons middagmaal
behoefde gelukkiglijk niets gedaan te worden, dewijl de vrien-
delijke Heer b e r n a r d , welligt wetende wat er te M o re lla
gaande was, ons een d o n d an g (1) met gekookte eetwaren had
nagezonden. Onze eigen bedienden maakten vuur in de dapoer
of keuken, en warmden de koud geworden proviand weder op,
terwijl mijn trouwe kromo de snippen braadde, die we onder
weg geschoten hadden. Het stond echter geschreven, dat ik
de culinaire talenten van kromo niet zou bewonderen. De
drukkende hitte van den dag had mij verleid om te Oer in en
Mamala klappermelk te drinken en m a n g a - en andere vruchten
te eten, en deze- onvoorzigtigheid moest ik nu bitter bezuren.
Ik w'erd ernstig ongesteld, en was spoedig reeds zöo ziek dat
(1) Een dondang is een Vierkante houten bak of kist van ongeveer 4 voeten
lengte, ruim 2 voeten breedte en 1 voet diepte. Ze wordt met een los houten deksel
gesloten, en dient doorgaans tot vervoer van gekookte spijzen. Door de beide hengseis
of zoogenaamde »ooren” wordt een bamboe gestoken, die op de schouderen rust van
2 dragers, waarvan de een voor en de ander achter de dondang gaat.