
kanalen, grachten eu slooten, waarover men bruggen gesiagen
of planken of boomstammeu gelegd heeft, van elkander zijn
afgescbeiden. In de verte maken ze, met bare 6 Missighiels en
geisoleerde groote en liooge boomen en eenige kleine pleinen,
eene goede vertooning.
Het fort D e fen sie , aan de monding der rivier F lo em a t,
bij de Muhamedaansche wijk of dorp Torna ho e, heeft zijne
eigene geschiedenis, Ter plaatse, waar het gebouwd is , werd
in 1657 door de Holländers eene sterkte opgerigt, welke naar
m a n d h a e - s ja i i , toenmaals Sultan van T e rn a te , den naam van
M a n d h a r -S ja h droeg, en in 1664 door den bekenden land-
voogd s im o n cos (van wien we op bladz. 75 Deel I I reeds ge-
sproken hebben) vervangen werd door een steenen fort, hetwelk naar
hem / /C o s b u rg ” heette en later 0 o s tb u rg genoemd werd.
Het fort Co sb u rg , in 1668 afgeloopen en weder hernomen,
sprong in 1688 in de lucht, en werd toen door eene sterkte
of benting, P a g g e r -D e f e n s ie geheeten, en in 1778 door
het tegenwoordige fortje D e fe n s ie , vervangen.
Volgens opgave heeft het eiland Bouro of Boeroe (hetwelk
in 1511 door den Sultan van T e rn a te , b a ja n g - u l l a h ,
veroverd werd, en sedert onder het bestuur van een'’ K im e la h a
des Sultans tot het gebied van T e rn a te behoorde,) eene
lengte van p. m. 25 en eene breedte v.an p. m. 20 mijlen of
eene oppervlakte van 164 h 170 □ mijlen, met eene bevolking
van ongeveer 7000 zielen, gedeeltelijk Alfoeren, en gedeelte-
lijk Maleijers en Christenen, benevens eenige Chinezen eu
Arabieren. Sedert de oudste tijden is het verdeeld in 12 re-
gentschappen of rijkjes, die elk door een’ Regent met den titel
van O x an g .-K ay a , of R a d ja , of S e n g a d ji, of P a t t i ,
of D johoe (1) bestuurd worden, en de namen dragen van
(1) De bevolking van B o e r o e is in stammen verdeeld, welke F e n n a heeten,
en welker Hoofden M a t le a of Geb h a genoemd worden, gelijk de tweede Hoofden
den titel van P a rw i hebben. De D jo h o e of J o h o e is het Hoofd eener F o g -
P o g g i, B a lam a ta of P a lam a tta , Tomahoe, H o ek om in a ,
T a g a lis a , M a s s a re te , L o em a e te , L e lia le , Le se la of
L is e lla , M a ro e la t, W a isam a en K a je li. Toen aenold de
vlaming in 1648 (of 1657 P) de bevolking, die tegen den
bovengenoemden mandhae - sjah in verzet was, bedwong en
het eiland onder Nederlandsch gezag bragt, roeide hij de
nageltuinen uit, en deed hij tevens de Hoofden* der 11 in het
binnenland gelegen negorijen of regentschappen, die tlians bij
de K a je li-b a a i wonen, naar Kaj e li verhuizen en den zetel
van hun bestuur naar derwaarts overbrengen.
Boeroe heeft ongeveer 125 rivieren, die door vruchtbare
vlakten, valleijen en lieuvellanden en welige weilanden heen-
stroomen. Van deze rivieren is de K a li-K a je li of W a a i-a p o e
de grootste en twee dagen ver bevaarbaar. Andere voorname
of kleinere rivieren zijn de W a a i - i l i , de L o , de B a lam a ta ,
de A uw , de Be s i , de Boa (aan de westkust) , de Apaja
(aan de Noordkust), de I b i , de Boela (aan de Z.V'.kust),
de B a lam a tta , F a s to n , Goena, H a s te lia , Baja, B a ra , enz.
De W a a i—ili is de breedste van het eiland, daar ze soms 300
a 400 voeten breedte heeft. Hare wateren zijn melkwit van
kleur, doch hebben weinig diepte. De rivier I b i stört zieh
in de K a je li-b a a i uit. Aan de meesten dezer rivieren, die
zeer vischrijk zijn, houden zieh leguanen, schildpadden en
kaaimans op, en aan de stranden vindt men vele schelpen
(bia) en madreporen of koraalgewassen, tripang en karet.
In de bosschen groeit uitmuntend timmerhout en onder
anderen veel zwart en wit ebbenhout, la s s i—hout, kam
o e n i-h o u t, enz. Ze zijn bevolkt met wilde zwijnen,
herten, hert-zwijnen (b a b i- ro e s s a ) , buideldieren (koesoe’s of
k o e sk o e ’s), civetkatten en slangen (1). Ook vindt men er
m o r in of vereeniging van meer F e n n a ’s en das Hoofd van een regentschap.
De distrikten, welke F c n n a - l o l in heeten, worden bestuurd door een’ H en n o lo n ,
en de verschillende gehuchten of H o em a lo lin door een’ B a l i s - t o e a (dorpshoofd).
(Zie WILLER eil BLEEKER in hunne straks te vermelden geschriften.)
(1) De veestapel telt eenige karbouwen, runderen, geiten enz.