
AMBOINA.
D u iv e n—e i l a n d , te danken. Aan beide oevers der baai lig-
gen eenige Christen-negorijen, waarover later zal gebandeld
worden, en in den achtergrond, of in de bogt van het hoef-
ijzer, hetwelk door de baai gevormd wordt, vertoont zieh te
midden van een aantal klapperboomen de negorij Saparoea.
Bij de landingsplaats gekomen, werden we door den Kom-
mies, die tijdelijk met het bestunr belast was, eenige afstam-
melingeu van Europeanen, de verzamelde t Begenten van het
oude Ho n im o a of L iase (Saparoea), en de burgers der
verbonden negorijen Saparoea en Tiouw feestelijk ontvangen.
De D jo d ja ro ’s „dansten (menare) des avonds voor het huis
van den Assistent-Besident, den heer v a n d e r g o e s (die ons mede
naar Banda vergezeld had en' met ons was terug gekomen,)
terwijl een corps wonderlijk—gekleede mannen en jongelingen,
k a b e s a ra n geheeten, onder het oorverdoovend maatgeluid van
t i f a ’s en g o n g ’s en trommen eenige vreemde sprongen en
figuren maakte. Nog denzelfden avond tegen 11 nre, toen de
maan was opgekomen, stoomde de E tn a , met den Gouverneur
der Molukkos aan boord, naar Amboina terug, en bleef ik
alleen te Saparoea achter, alwaar de heer v a n d e r g o e s mij
vriendelijk gastvrijheid verleende.
Des anderen daags vroeg bragt ik een bezoek aan de ruime
gemetselde badplaats, welke de gemelde heer v a n d e r g o e s op
eenigen afstand ten noorden of achter de negorij Saparoea
heeft aangelegd. Ik volgde - de straat of breeden weg, die der-
waarts henen le id t, en bevond mij weldra buiten de plaats.
Hier w'erd ik aangenaam verrast door het. gezigt van eenige
runderen (1 ), die in een uitgestrekt weiland graasden. Ik
had sedert lang geen weide en gräzend rundvee, en in de
jongste weken bijna niets anders dan zee en stranden en boomen,
gezien, zoodat mij nu de aanblik van koeijen en grasvelden
(1) Het getal runderen in geheel de residentie A m b o in a beloopt sleehts 2564.
Bnffels, sehapen en paarden zijn er weinig, doch daarentegen veel geiten. De büffele
zijn van J a v a en C e l e b e s , en de paarden van M a k a s sa r en B im a aangevoerd.