
wemelde, terwijl ik , bij het passeren van een bosch, waarin
veel ijzerhout groeit, met bet ganzenroer, hetwelk de heer
uoskott mij geleend liad, een’ jaarvogel trof, die in een5
zeer boogen boom gezeten was. Meenende dat ik den vogel
door den verren afstand niet of slechts ligtelijk gewond had,
en hem sebijnbaar ongedeerd hebbende zien wegvliegen, was
ik niet weinig verwonderd, toen een inlander een half uur na
mijne komst te H i l a , en dus tegen 12 uren in den middag,
het dier bij mij bragt. De ra n g o n g (zeide hij) was op eenige
vademen afstands van den boom, waaruit- hij wegvloog, dood
nedergevallen. Ik gaf deii vogel ten geschenke aan de dochters
van wijlen mijn5 gastheer, den heer bern ard , toen Assistent-
Besident van H ila en L a r ik e , welke meisjes hare wedergade
niet hebben in het vervaardigen van vederen-kunstbloemen (kom-
bang b o e lo e—boeloe), waartoe haar de pluimen van 1 o e ri’s,
pombo’s, k ak a to e a5s, b e te ts , k a le h a k , p a rk ie te n , hobo5s,
b o e ro n g - s o p a n of Paradijsvogels en andere vogelen dienen.
H ila is de hoofdplaats der afdeeling H ila en L a r ik e , waartoe
ook de eilanden B o an o , K e la n g en Manipa behooren,
benevens een gedeelte der zuidkust van Ceram. Aermoedelijk
hebben de Holländers, bij hunne komst in de Molukken, ook deze
plaats, of H ito e—lam a , het eerst aangedaan. De negorij is
net—aangelegd, en prijkt met eenige belommerde en breede
wegen en goede inlandsche huizen. Het gouvernements—huis,
een degelijk steenen gebouw, paalt onmiddellijk aan het steenen
fort A m s te rd am , hetwelk in 1637 gesticht werd en digt bij
het strand gelegen is. De inlandsche Christen—gemeente telt er
116 zielen, waaronder 29 ledematen en 46 kinderen. Ze
heeft een fraai steenen kerkje, waarin tevens de met 16 leer-
lingen bevolkte school gehouden wordt. Het bedehuis staat aan
een der zijden van een groot vierkant plein, hetwelk als het
wäre het centrum of de kom der hoofdplaats uitmaakt. Eenige
schreden van dit plein verwijderd staat de Missighiet der Muha-
medaansche bevolking, welke ongeveer 600 zielen telt. In
den omtrek der plaats groeijen kokospalmen, kruidnagel-,
koffij- en brood-boomen en peperranken. Eenige vruchten, als
druiven (b o a -a n g o r, eigenlijk w ijn v ru ch ten ), granaat-appels
enz., worden er met goed gevolg gekweekt.
Op den 2den dag na onze aankomst te H ila vertrokken we,
over de Muhamedaansche negorijen W a k a , H i to e - lam a (of
o u d -H ito e ) en Mamala , naar de Muhamedaansche negorij
M o re lla , welke 12 palen van H ila verwijderd is. Aanvan-
kelijk loopt de weg, van H ila af, door lommerrijke nageltuinen,
doch later volgt h ij, dan eens digter en dan weder op meer
verwijderden afstand, het steenachtig en klippig zeestrand.
Waka of W a k a l, met ongeveer 300 Muhamedanen bevolkt,
hadden we spoedig bereikt, en bevonden ons weldra te H ito e—
lam a , vroeger ook H ilaw an of Helawan geheeten. In oude
tijden zeteldeu hier de 4 vorsten, die H ito e beheerschten, en
aan het riffig strand kwamen in 1511 de Portugezen voor het
eerst ten anker. Toen de Holländers de Molukkos bezochten,
stichtten ze hier in 1656 het fort L e y d e n , waarvan op
bl. 157 ü . I I reeds gesproken is, en in datzelfde jaar werd er
uit deze negorij een weg naar B o em a tig a aan de baai van
Amboina aangelegd, misschien ter vervanging van den moeije-
lijken bergweg, die van H ito e—lama naar H o e n o t, mede
aan de baai van Amboina gelegen, heenvoert.
Door den Begent van het met ongeveer 200 Muhamedanen
bevolkte dorp I l i to e - l am a , bij wien we eenige oogenblikken
toefden, werden ons vruchten en klappermelk voorgezet; en,
terwijl dit geschiedde, zag ik, dat het Bestuur der negorij
onmiddellijk door den Begent aan mijn reisgenoot, den jongen
Badja van W a ay , werd overgegeven. Naar de reden dezer
officieuse liandeling „of plegtigheid, welke in weinige woorden
afliep, vragende, vernam ik dat Waay en H ito e - lam a twee
van oudsher zusterlijk verbonden negorijen zijn, en dat het oud
gebruik medebrengt, dat de Begent eener negorij, wanneer hij
den Begent eener met de zijne verbonden negorij bezoekt, onmiddellijk
door zijn5 gastheer met het gezag over de bezochte
negorij bekleed wordt, zoo lang hij er vertoeft. De gastheer stelt