
stookt cIoot de Engelschen, die in 1602 onder james Lancaster
op J a v a gekomen waren,) belegerd werd, met eene sterke
vloot tot ontzet opdagen, sloeg de belegeraars, en stichtte den
nieuwen zetel des bestuurs te J a k a t r a , onder den naam van
B a ta v ia , zoodat van dat oogenblik af aan, d .i. van 1 6 1 9 ,
de overbrenging van het opperbewind van T e rn a te naar
B a ta v ia dagteekent.
Menigmaal was T e rn a te het tooneel van bloedige gevechten,
niet alleen tegen de eerste veroveraars der Moluksche eilan-
den, de Portugezeu, en in 1610 tegen de Spanjaarden, maar
ook in 1650 tegen den Sultan van T e rn a te , mandar—sjah ,
met wien in 1629 een verbond gesloten was. In 1681 had de
toenmalige Sultan van T e r n a t e de hand in den in de Mo-
lu k k o s uitgebroken opstand, waaraan de eilanden T e r n a t e ,
Ambon en Boeroe deel namen. Deze opstand werd eerst in
1683 iinaal gedempt, en wel met dit gevolg voor den Sultan,
dat hij, - de eertijds zoo magtige zeevorst, wiens gebied zieh
bijkans tot al de Moluksche eilanden, d. i. de eilanden tus-
schen Celebes en N ie uw -G u in e a , uitstrekte, - bij kontrakt
al zijne landen in vollen eigendom aan de Kompagnie moest
afstaan, en alzoo tot den rang van leenroerig vasal af-
daalde. Aan deze gelukkige uitkomst waren echter nog
verscheidene bloedige onlusten voorafgegaan, zöo als die
van 1632, onder het bewind van den Gouverneur-Generaal
h . b ro uwer, - in 1636, onder het bestuur van zijn’ opvolger
a . v a n d iem e n , - en in 1647 onder den Gouverneur-Generaal
c. v a n der l ijn . Laatstgemelde onlusten, of die van 1647 ,
grepen plaats, toen demmer de Moluksche eilanden als Gouverneur
bestuurde, en werden door arnold d e v l am in g , zijn’
opvolger, in 1648 en 1650 gedempt; - gelijk deze ook, - toen
hij in 1651 den beruchten H o n g h i-to g t gedaan had, d .i. met
eene sterke vloot op al de Moluksche eilanden, behalve op Ambo
n , de // nagelboomen had uitgeroeid,” - in 1653 op nieuw
eenige in de M o lu k k o s uitgebarsten onlusten te stillen had.
Wat eindelijk in den jongsten tijd op T e rn a te voorviel, is genoeg
bekend. In 1796 of 1797 door de Engelschen onder den
kolonel h il i . aangetast, werd het eiland door den Gouverneur
b u d a c h , gelijk in 1800 door den Gouverneur cransen , lang
eri dapperlijk verdedigd.
De weleer zoo rijke en welvarende Protestantsche gemeente
te T e rn a te , de oudste gemeente van Neèrlands In d ie , bestaat
(1853) uit 302 zielen, waaronder 100 ledematen en 98 kinde-
ren. Haar eerste predikant was G. jdandidids ten jare 1626 ,
die echter reeds. in hetzelfde jaar overleed en opgevolgd werd
door p. scotte in 1627. Van het jaar 1796 tot het jaar
1815 herderloos , werd in laatstgemeld jaar de zendelingleeraar
j . c. jüngmichel , als waarnemend leeraar bij haar geplaatst, en
in 1836 de tegenwoordige ¿endelingleeraar waarnemend predikant
j. höveker. De Inlandsche Christen-gemeente op het eiland
B a tja n , - bestaande uit 224 zielen, waaronder 51 ledematen,
en, even als die van T e rn a te , in de 17de eeuw gesticht, -
wordt door den leeraar van T e rn a te kerkelijk verzorgd. De
kerk te T e rn a te is een nieuw gebouw, hetwelk in 1840
gesticht werd, toen de oude steenen kerk door de aardbeving
van Eebruarij Van dat jaar was vermeid geworden.
De gemeente heéft in haar midden een Weeshuis en een
Oud-mannen- en vrouwen-huis, waarvan de afzonderlijke lokalen
onder één dak of in één gebouw vereenigd zijn.
Voor het onderwijs der jeugd bestaan er (1853) te T e rn a te
drie scholen, namelijk eene Gouvernements lagere school,
bevolkt met 16 kinderen, en twee Inlandsche Christen-scholen,
waarvan eene' voor jongens en eene voor meisjes. De jongens-
school is bevolkt met 57, en de meisjes-school met 26 kinderen.
De zendeling-leeraar waarnemend predikant höveker heeft
beide laatstgemelde scholen gesticht, en houdt er ook het
dagelijksch toezigt over.
Op ongeveer 2 uren afstands van de kom der gemeente
6