
waskaarsen verlichte eil met een’ troon en troonhemel prijkende
receptie-zaal, om in een aangrenzend vertrek de geschenken
te bezigtigen, die Zijne Hoogheid gedurende zijne regering,
lietzij van Zijne Majesteit den Koning van Nederland, hetzij van
den Gouverneur-Generaal van N. I. ontvangen had. Ze bestonden
in een prächtig zilveren thee-servies, kostbaar porselein, gou-
den siri-doos met toebehooren, zware zilveren schoteis en
schenkbladen, kostbare wapens, tapijten, lakens, enz. De
Sultan toonde ons een en ander met regtmatigen trots en
blijkbare zelfvoldoening, en men kon het hem aanzien, dat hij
zijne presenten nog met innig welgev allen beschouwde en be-
tastte. Weder in de receptie-zaal teruggekeerd, nam de Sultan
een versch siri—pruimpje en staken de gasten weder nieuwe
sigaren aan, en zoo bleven we nog eenige oogenblikken praten;
terwijl zieh buiten den kraton trommeis en fluiten aanhoudend
hooren lieten, en honderden van inlanders joelden en naar de
brandende obe r s en p l i ta s keken of zieh om de muzy kanten
plaatsten. legen half tien ure was ons bezoek afgeloopen. De
dragers namen mij weder met mijn easy-chair op, en lieten
mij langzaam en voorzigtig de trappen van het bordes af. De
overige heeren namen plaats in des Sultans beide rijdtuigen,
waarmede ze waren afgehaald. Deze rijdtuigen werden echter,
(opdat ik dit in het voorbijgaan zegge,) niet door paarden ge-
trokken, maar door eenige Ternatanen voortgeduwd. De Sultan
heeft namelijk geen rijdtuig- of wagenpaarden, en, voor zooveel
mij bekend is , is er op geheel T e rn a te maar een enkel span
rijdtuigpaarden, en, behalve de beide rijdtuigen van den Sultan,
slechts een rijdtuig op 4 wielen. Dit span en rijdtuig be-
hooren aan den Heer van duiven boiien. De overige inge-
zetenen van T e rn a te houden er soms een b e n d i of chais op
na met een ben d i-p a ard . - Met zulk een bendi reed ik van
tijd tot tijd , toen ik weder rijden kon en rijden mögt, het
strand längs en de Ternataansche, Chinesche en Makassaarsche
kampen door, en längs de forten O ra n je en T e rlo k k o tot
aan den dalem of kraton van den Sultan, of wel längs den
goeden meer landwaarts in gelegen .weg ten zuiden der hoofd-
plaats naar het fort bij Kaj o e - mera. Aan dezen, door
geregeld-aangeplante boomen aan weerszijden belommerden, weg
zag ik menig vervallen lusthuis met vervallen hekken en
oprijlanen en verwaarloosde plantsoenen en tuinen en boom-
gaarden, als zoovele droeve overblijfselen van vervlogen groot-
heid en verzwonden rijkdom der vroegere Europesche ingezetenen.
Het bovengenoemde Lazaretto te K a s te lla bezecht ik met
een roei- of schep-vaartuig. Op den togt derwaarts passeerden
Dr. m e ij e e en ik eerst K la p p a p in d a en T a la n g am i, en
vervolgens een’ ongeveer 200 a 250 voeten langen en p. m. 20
voeten hoogen rotswand, die G a n g -b is s ie of ijz e r-g a n g
heet, omdat er in den rotswand ijzerdeelen gevonden worden.
Deze gang is slechts 10 a 12 voeten breed en zou met een’
dikken muur kunnen vergeleken worden. Onmiddellijk achter
dien muur ligt in een ovaal—rond bekken of kom een diep
binnen-meer van zoet water, hetwelk door hoog geboomte en
digt struikgewas aan alle zijden omkranst wordt. Door de
Spanjaarden werd het L ag u n a genoemd en nog heden is het
onder dezen naam bekend. Het heeft ongeveer een mijl in
omtrek, en wordt door eenige krokodillen bewoond. Toen de
Spanjaarden in het bezit van T e rn a te waren, hadden ze het
voornemen om den rotsmuur door te steken, en het meer met
de zee in gemeenschap te brengen, ten einde er een droog
dok aan te leggen. Ze hebben echter, na vele vruchtelooze
plannen en pogingen, van de zaak moeten afzien, dewijl het
niveau der zee, ook bij laag water, veel hooger is dan
het niveau van het meer, en er dus geen mogelijkheid zijn zou
om de kom der L ag u n a op de vereischte tijdstippen te laten
dröögvallen. - Den terugtogt van K a s te lla deden we gedeel-
telijk over land, en lieten intusschen het vaartuig tot digt bij
G a n g -b is s ie oproeijen. Dan eens liep het voetpad door
wildernis en struiken, dan eens door kakao- en klappertuinen,
of padie— en djagong-velden, of kleine aanplantingen van koifij—