
en weder getrokken, m dier voege dat, wanneer de eene groep
naar zieh toe trok, de andere partij medegaf of zieh naar de
tegenpartij heenboog, zonder echter het touw los te laten of dit
te laten slippen of doorglijden, enz. Daarbij werd dan langzaam
gezongen : ,•/wela, - wela, - w e la ,” - het welk (naar ik meen)
„ t r e k k e n ” b e te eW . Dit Ä was het eentoonige en vervelende
referein, even vervelend als de dans.
Den volgenden morgen gingen we op den dano (meer) op
de jagt, en schoten eeni ge b e b e k - a la s of b e b e k -o e ta n g
en m e liw ie s (wilde eenden en talingen), die door onzen
scheepskok werden ingezouten, en ons op de terugreis naar
T e rn a te uitmuntend te stade kwamen.
Den geheelen dag van den 24st™ bleven we nog te Ga le la
in het groote receptiehuis van Gabba—gab-ba over, en voeren
op den 25sten naar T o b e llo terug, om onzen gewonden roeijer
af te halen, die later door den geneesheer van T e rn a te
verzorgd werd en volkomen herstelde. Een uur later stevenden
we naar Kauw, alwaar we den 26stcn aankwamen, en bereikten
vervolgens op den 28sten D o d in g a , en den 298ten T e rn a te .
Eenige dagen daarna, t. w. in den morgen van 20 Oktober
kwam d e partikuliere stoomboot P a d a n g , kapitein p e r s i l l e ,
te T e rn a te biimen, en met dezen bodem vertrok ik den
21sten naar Amboina. Een groot jaar later, t. w. in het
begin van 1855, zon ik T e rn a te wederzien, slechts weinige
maanden voor dat het door de geweldige aardbeving van
22 Julij deszelfden jaars zoo vreeselijk werd geteisterd.
Met de P a d a n g (waarop zieh ook de meergemelde heeren
b o e r s en v a n z u y i e n , en de heer b o s s c h e r , later resident
van T e rn a te en thans van Menado, en nog enkele andere
passagiers bevonden), stoomden we aanvankelijk längs dezelfde
eilanden, die ik op de , reis. naar B a tjan met het stoom-
schip M a k a s s e r was voorbijgevaren. We liepen nu de West-
kust van B a tja n op vrij grooten afstand voorbij, en hadden
den wind sterk tegen, doch (zoo als gewoonlijk in de Moluksehe
zeeën) den stroom mede. De zee stond echter zoo h o l,
dat we maar weinig voortgang hadden. In den avond van
den 22sten en den morgen van den 23sten kregen we opvol-
geud den zuidwesthoek Dan het eiland C e ram , en de eilanden
B o e ro e , Belauw of Am b lauw , M a n ip a , K e lan g en B o ano
in het gezigt, — lieten S tr a a t—Nassau en S tra a t —,
Ke lang en het zoogenoemde D r a a ig a t aan bakboord—zijde,
en bereikten in den middag van den 238teD S t r a a t -
M a n ip a , welke door de eilanden Manipa en Boeroe
gevoxmd wordt. Later kregen we in de verte de eilandjes
D rie G eb ro ed e rs en verder het fort en den vlaggestok van
L a rik e te zien, en daarna den Hoek van A la n g of den
zuidwesthoek van H ito e (ook n de drooge rijs th o e k ge-
naamd), en waren weldra voor de schoone en door hoog
bergachtig land gezoomde baai van het eiland Ambon,
hoofd—eiland der 1 in 1854 tot vrijhaven verklaarde en met
130,429 zielen bevolkte residentie :
AMBOINA. (1).
Ilet was een heerlijke avond, toen we tusschen de beide liooge
kapen Alang en N o e s a n iv e , de p.m. 1 mijl breede en van 70
tot 90 vademen diepe A m b o in a -b a a i, welke het eiland Amb
o in a in twee schiereilanden, L e ijtim o r en H i to e , deelt,
binnenliepen. De heldere met myriaden starren bezaaide hemel
vergnnde op een der hooge pnnten van het onbewooude kustland
van L e ijtim o r den seinpost te zien, en te A lan g , op den
hoek van het noordelijk schiereiland of H ito e , den seinpost met
répétiteurs te onder„scheiden. De stroom, die gemeenlijk met
eene twee mijls vaart de baai in— en uitgaat, zette ons snel
tusschen de beide oevers heen. Weldra passeerden we de negorij
Alang zelve, en verder de négorijen L ilib o o i, H a to e en
(1) . Am b o in a (het eiland) heeft eene oppervlakte van 4,789 □ géogr. mijlen.
De residentie Am bo ina telt p .m . 135,000 zielen, waaronder 425 Arabieren,
252 Chinezen en 960 Europeanen. De Afdeeling Am bo ina telt p.m. 19,000 zielen.