
door ongeveer 1,600 Muhamedanen en Heidenen bewoond
wordt. De Alfoersche vrouwen waren hier, even als te Toe-
lo e t i , zeer schuw eu beloerden ons door de reten harer bam-
boezen huisjes. Eenige K e ijn e z e n lagen met hunne kleine
vaartuigen voor den wal ten anker. Verscheidene hunner liepen
door bet dorp, en ook dezen hadden allen licht-blaauwe oogen.
Sommigen van ons gezelschap vergeleken hen met de eilanders
der Stille zuidzee.
Des anderen daags, 22 November, verloren we het eiland
Saparoe a uit het gezigt, en bereikten A tia h o e , welke plaats
aan de monding der rivier Bobol gelegen is en eene bevol-
king telt van p. m. 1,700 zielen, ten deele Muhamedanen en
ten deele Heidenen.
Na een kort bezoek in de woning van den Regent en eene
wandeling door de groote en welvarende negorij, stoomden we
naar de Muhamedaansche negorij W e rin am a , die eene bevol-
king heeft van ongeveer 400 zielen.
De plaats heeft niets merkwaardigs, en, na de gewone
wandeling, roeiden we weder naar boord en stoomden naar de
negorij H a to em e tti, welker bevolking'uit ongeveer 400 Muhamedanen
en bijnsi even zooveel Heidenen bestaat.
Ook in deze plaats, de laatste der afdeeling van Sap
a ro e a , toefden we slechts kortelijk en stoomden naar de
negorij Tobo. Deze negorij behoort tot de residentie Banda ,
en is de hoofdplaats van het regentschap van dien naam (Tobo). De
hierop volgende 8 regentschappen aan Ceram’s Oostkust, van
K ilm o e r i af tot Waroe toe, behooren, even als het regentschap
To b o , almede onder het bestuur van den resident van Banda.
De negorij Tobo te lt, met eenige kleine onderhoorige gebuchten,
eene bevolking van ongeveer 300 Muhamedanen en 150
Heidenen. De plaats is ordeloos aangelegd, en hare huizen
staan hier en daar verspreid. De handel, te Tobo zoowel
als in de overige strandnegorijen op Ceram, bestaat in ijzer,
koperdraad, aardewerk, Ceramsche kleedjes, tripang, karet, sago,
suikerriet, afap, pinang en ik a n - k r in g (gedroogde visch), welke
artikelen, volgens berigten, voor kokos- en wilde noten, Goram-
sche kleedjes, parang’s, paradijsvogels, parelmoer en vogelnestjes
in ruil gegeven worden. De landen, waarmede deze ruilhandel
gedreven wordt, zijn niet alleen de omliggende eilanden, maar
ook N ie uw -G u in e a en Makasser. Yan de Boeginesche han-
delaren leest men dat ze op Ceram buskruid, opium, rijst, ga-
rens en katoenen, wapenen, zilvergeld en' sarongs aanbrengen.
Des middags ten 5 nre betrok de lucht en dreigde met on-
weder. De Banda-zee, die hier geheel open voor ons lag, begon
hoog te zwellen, en hare deiuingen braken reeds op het strand
van Tobo met zoo veel en allengs toenemende hevigheid, dat
de kommandant van de E t na ons seinde om aan boord te
komen, dewijl hij het gevaarlijk achtte om hier ten anker te
blijven. Met veel moeite en zeemanschap sprongen we in de
sloep, en weinige oogenblikken na onze komst aan boord werd
het anker geligt en naar Banda koers gezet. Tegen 8 nre
was het onweder voorbij, en gleed de E t na bij liefelijk maan-
licht en sterrenglans over de tot rust körnende baren der Banda-
zee. Des anderen daags, 24 November, ten 3 ure hadden we
Ban d a bereikt.
Ik zal echter mijne aanteekeningen omtrent de Banda-eilan-
den den lezer besparen, totdat ik die aangaande Am b o in a en
de U lia s s e rs in haar geheel heb medegedeeld. Alleenlijk zij
dus hier vermeld, dat we den 27sten November Banda weder
verlieten ,en den 28Bte“ in den namiddag in de schoone baai
van S a p a ro e a , digt bij het op een 20 voet hooge kalkrots
gelegen fort D u u rs te d -e / ten anker kwamen. Ten zuiden van
deze baai, en er jnist tegenover, ligt op p. m. i Geogr. mijl
afstands het eiland N o e s a la u t, en aan hären hoogen weste-,
lijken hoek het kleine eilandje P o e lo e -P om b o , hetwelk onbe-
woond, doch met wilde vruchtboomen, waarop de P om b o ’s
gaarne azen, rijkelijk begroeid is. Yermoedelijk heeft het aan het
druk bezoek der P om b o ’s zijn’ naam P o e lo e -P om b o ” of
13