
landvoogd J. maatsuijker) gebouwde D ie s - p o o r t stond! -
Alleen ziet men enkele kapitale verbeteringen en uitbreidingen
aan eenige bandelhuizen bij de zoogenaamde G ro o te Ri v ie r (de
T jiliw o n g ), en wijders nog enkele veranderingen een ei tid weegs
längs de beide oevers der K ro k o t en bij K a n to r - b a r o e .
Wat zal ik meer zeggen. Längs het M o le n v lie t en in de
N i e u w - p o o r t - s t r a a t en aan de K a l i - b e s ä r (groote rivier)
en op de M a le is c h e -g ra c h t nog altijd dezelfde drukte van
menscben en rijdtuigen, — en op de V o o rb u rg s g ra c h t, de voor-
malige P r in s e n s t r a a t , de S p in b a is g r a c h t (1) en de weleer
lnidruchtige en beroemde T ijg e r s -g r a c h t en E o e a -M a la k k a
en A m a n u s -g r a c lit, waar eens zoo menig toon der k e tja p ie
of harp—toon mischte der tokkelende (memitik) slavinnen,
en op den schoonen en met zware kanarie-boomen bezoomden
A n tjo ls c h e n weg nog altijd dezelfde stilte en eenzaamheid! . . .
, /En des avonds,” vraagt ge, lezer! //des avonds, is er
dan nog altijd zoo veel licht in de villa’s, zoo menige Engel-
sche hanglamp en lampenkroon ontstoken in de voorgalerij der
huizen, en ziet men dan nog overal menschen in de galerijen,
die aan de thee-tafel zitten en bezoek ontvangen, en nog altijd
eenige rijdtuigen der körnende en gaande gasten op de
erven? . . . Neen, lezer! ook dit is veranderd! Het feerieke
der Bataviasche avonden is verdvvenen. Donkere huizen, en
donkere galerijen, slechts door e6n hangstolp flaauw verlieht!
Zie het Koningsplein. Alle huizen gesloten! Een enkel lichtje
gloort daar zwevend längs den weg, maar het is niet van de
o b e r ’s of flambouwen en lantaarnen der rijdtuigen. Het is van
den bloem-verkooper (to e k a n -k em b a n g ) , die een p ik o la n
of juk met twee bamboezen manden of emmers draagt, waar-
(1) Op deze gracht stond weleer het S p in h u is , van vvelks afbraak 'men in
1818 (8 à 9 jaren na den bouw, onder den Gouverneur-Generaal daendels, der
Societeit de H a rm o n ie ) , den S c h o u w b u r g bij de Paardenposterij en het
Postkantoor heeft opgetrokken. Ook het thans naar M o l e n v lie t verplaatste
Diakonie-Armenhuis der Protestantsche of Evangelische gemeente was oudtijds op
de S p in h u i s - g r a c h t .
aan bij een lichtje heeft vastgebonden, en die al gaande weg
, / rampé! ram p é !” roept. En dat lichtje bij dien boom, dat
dààr schemert in die lantaren of dat groote peperhuisje van
geel geölied papier? . . . Het is van den man met de wandelende
gaarkeuken, die to e ak en de Chinésche tjio e en kwee—
kwee enz. verkoopt aan die beide to e k a n - a i jam , die daar
met de onverkochte v rächt van kippen en ganzen en eenden
en kalkoenen (en soms ook vau k e l in t j i e en a ijam — aijam —
an , - d. i- konijnen en waterhoenen,) treurig huiswaarfs kee-
ren! Andere lichten ziet ge niet, belialve deze’ hangstolpen,
en deze p l i t a ’s en l i l i n g ’s (lampjes en gele was-kaarsjes)
der gaarkeukens en bloemen-verkoopers ! . . . Maar ja , daar
ginds, daar wemelt het van menschen in dat hel-verliclite
huis, en van rijdtuigen op het erf en op den weg ter weers-
zijden van het ingangshek! Dààr is echter geen pesta of
b a l a - b a l a (feest of bal), ook geen p a n g il-o r a n g (génoodigde
partij of //geroepen of gevraagde menschen” ) , ook geen p a n g i l -
mâkan of p a n g il-m a in (diner of souper of speel-partij),
maar eenvoudig te tam o e -b e s a r (groot bezoek) of re c e p tie !
Yroeger werd men des avonds in alle huizen ontvangen, -
thans slechts ééns per maand of ééns per week in het huis
van A, en ééns per maand of ééns pçf week in het huis van
B, enz. Alle huizen zijn donker, behalve het huis, waar A of B
of C hun’ vasten receptie-avond hebben! . . . Lief B a ta v ia van
1850! Al uw avond-luister is weg; al uw vriendelijk avond-
licht en avond-gezelligheid, al uw glorie van den ondergang
der zon tot middernacht, - het is al daar henen !
Eindelijk kwam de '8ste September in het land en was hier-
mede de dag onzer afreis naar Riouw aangebroken.