
I
Naar ik vernam, voert het meer 20,000 kubiek-voeten waters
per minuut af. Deze massa geeft liet aanzijn aau den beroem-
den waterva.1 van T o n d an o , welke vervolgens eene rivier vormt,
die 3 i 4 mijlen lengte heeft, en eerst zeer smal is, doch zieh
in het vulkanisch gebergte van het inet p. m. 1500 zielen be-
volkte distrikt A ris of A re s , aan de Noord-oost-kust, allengs
tot 20 voeten breedte verwijdt en zieh bij de kotta-Menado
in zee stört. De waterval zelf is 65 voeten hoog, d.i. het water
van den Dano stört zieh over een’ steilen rotswand 65 voeten
diep loodregt in eene kom of bekken neder. Naar men zeide,
was de straal weleer veel breeder en dikker dan thans, en
scheen het water in het meer allengs te verminderen of lager
te worden.
De naam van het meer en de negorij T o n d a n o beteekent:
„ menschen van het meer,” (Ton is: „mensch,” en dano i s :
„meer of water,” ) dus eigenlijk: „ waier-menschen.” Zoo beteekent
T o n - s e a , T o n -s aw a n g en T o n - t o h : j menschen
van Sea, van sawang” enz.
Eene bijzonderheid, welke ik bij mijn’ gastheer zag, zij hiei
met een woord vermeld. Ik bedoel een gedeelte van een
slangen-vel, hetwelk zoo breed was, dat het tot een kleedje
voor eene kleine tafel diende. De opziener hield de slang,
aan welke dit vel behoord had, voor een’ b o a - c o n s tn c to r ,
en de omstandigheden, die hij mij verhaalde, deden wel
aan een’ b o a - c o n s tr ic to r denken. Eene vrouw van T o n d
an o , - zeide hij, - die eenige maanden geleden met haar
zoontje, een’ knaap van 14 jaren, achter haar, van T o n d a n o
naar eene negorij aan het oosterstrand ging, zag längs -den zoom
van den weg, dien ze passeren moest, aan den tak van een’ ouden
boom eene (naar ze meende) zeer dikke rank van een’ l i a a n
of parasiet hangen. Naauwelijks echter was ze eenige schieden
den boom gepasseerd, toen ze een’ kreet achter zieh hoorde, en
bespeurde dat haar zoontje door de dikke rank, die met an