
gers van U lla th namelijk) in het gelijk te stellen. Yergeefs, -
de mannen van Ouw lieten niet los, en zelfs de stoet, die
mij volgde, werd met den stoet, die mij ontving, bijkans
handgemeen. Nu zeide ik dat ik te voet zou gaan, daar
men om mijnentwil in twist geraakte, en, de daad bij het
woord voegende, sprong ik uit den draagstoel. Plotseling
kwam alles weder tot rust. De dragers van Ouw zetteden
den ledigen stoel neder, en gingen langzaam en een weinig
beschaamd heen, terwijl die van U lla th mij verzochten om
weder in den stoel plaats te nemen. D it' deed ik dan ook,
en juichend en zingend droegen ze mij naar U lla th , alwaar
ik in het huis van den Radja gastvrijheid vond.
U lla th is, even als O uw , een groot en open vlek, almede
aan de baai, doch een weinig verder van den oever, gelegen.
Eenige breede wegen en dwarswegen doorsnijderi de negorij ,
die eene goede kerk, een goed schoolgebouw, vele inlandsche
en enkele in tropisch-Eunrpeschen tränt gebouwde huizen telt.
De gemeente bestaat uit 855 zielen, waaronder 335 ledema-
ten en 420 kinderen. Yan deze laatsten gingen er 161
ter • school. In vroegere jaren, t. w. van 1625 — 1626,
was er te U l l a th een predikant, met name li. hendeiksz,
gevestigd.
Yan U lla th vertrok ik naar S i r r i - s o r r i ^ S e r a n i , of
C h ris te lijk S i r r i - S o r r i , welke negorij, alleen door Chris-
tenen bewoond , door dezen naam van de ten zuiden aan haar
sluitende negorij S i r r i - s o r r i - S l a m of Islam (Muhame-
d a a n s c h—S i r r i—s o r r i) , waarin alleen Muhamedanen wonen ,
onderscheiden wordt.
Laatstgemelde negorij ziet er uit als alle Maleische Kampongs
op J a v a , en moet in netheid en reiuheid ver onderdoen voor
S i r r i - s o r r i—S e ra n i. Ze is bevolkt met ongeveer 600
ii. 700 zielen. Bij de algemeene koortsziekte, die in het
laatst van 1853 op Sap aro ea uitbrak en gedurende eenige
maanden van het jaar 1854 aanhield,; heeft zij het meest
geleden. Later vernam ik , dat er in Üeze negorij zoo velen
te o-elijk door koortsen aangetast en zoo velen onder hären
invloed bezweken waren, dat er gebrek aan handen ontstaan
was om het gewas te oogsten, en het Bestuur een’ toereiken-
den voorraad rijst van A m b o in a naar het ongelukkig dorp
had moeten atzenden om hongersnood te voorkomen.
S i r r i - s o r r i - S e r a n i , bestuurd door een’ Radja, bij
wien ik gastvrijheid vond, — is een, op 2 palen afstands van
Ouw aan den zoom der baai gelegen, open vlek, welks huizen
meerendeeis aan de hoofdstraat of den hoofdweg, die zieh
längs de baai uitstrekt, in eene enkele lange rij gebouwd zijn.
Ook het huis van den Radja, (een gebouw van steen, waarach-
ter zieh een ruime badplaats van helder bronwater bevindt,)
het schoolgebouw en de kerk zijn aan dien hoofdweg gelegen.
Deze kerk is zeker het ruimste en degelijkste kerkgebouw
der Molukkos. Het is geheel van , steen en met pannen ge-
dekt. De houtwerken van predikstoel, p u ltrum , doophek en
banken, zijn met sierlijk snijwerk overdekt en met vergulde
lijsten afgezet. In stede der moderne Engelsche lampen, welke
men in de kerk van Saparoea en T io uw , en in die van
Waai (in welke negorij ik den lezer later brengen zal,) ziet
hangen, bestaan de middelen van verlichting van het kerkgebouw
te S i r r i—s o r r i—S e ra n i in groote koperen kroonen met
arm-blakers, die aan zware ijzeren staven aan de hooge zolde-
ring bevestigd zijn. In vroeger jaren had de gemeente van
S i n i—s o r r i een’ eigen’ predikant. Onder anderen waren er
van 1766 tot 1769 de predikant o. p o k je e b e gevestigd, en
van 1784 tot 1791 de predikant b. j . a . c o e n d e iis v a n
h e l f e n , die tevens met het leeraars-ambt voor geheel het
eiland Saparoea bekleed was. Yan het jaar 1625 af tot aan
1801 toe, zijn er opvolgend 24 predikanten op Saparoea
werkzaam geweest, gelijk er op het eiland H a ro e k o e van
1622 tot 1700 opvolgend 9 predikanten gevestigd waren.
De gemeente van S i r r i - s o r r i moet toen ongeveer 2000 zielen
geteld hebben. Thans bestaat ze slechts uit 738 zielen,