
worden uitgevoerd. De potteu- en pannen-bakkers vau Ouw
bezigen noch modellen (tj o n to ), noch vormen, en hebben ook
geen afzonderlijke werkplaatsen of schuren, maar, in hunne
liuisjes en in bet midden hunner familie gezeten, kneeden en
bereiden ze de leemaarde, fatsoeneren ze op de b a n d , en laten
de aldus gevormde pot of pan op een’ eenvoudigen roosfcer bakken.
Voor bet drinkwater der negorij heeft de baai van Saparoea
gezorgd. Tegenover de Regents-woning namelijk weit, op een
paar vademen afstands van het strand, tusschen groote rotsen,
eene bron van zoet water in de baai op. Gedurende den vloed
wordt ze door de zee overspoeld,f maar bij ebbe körnen de ingezetenen
hier vaak hun’ voorraad zoet water opdoen, en dikwijls
ook te gelijk zieh in het heldere bronnat baden. Ten westen
van de negorij rijst het terrein eenige voeten hoog, en ziet men
groote nagel—tuinen en aanplantingen van vruchtboomen, waar-
in , tijdens mijn bezoek te Ouw, eene menigte van P om b o ’s
rondvloog en myriaden van vlinders en insekten gonsden.
De gemeente van Ouw telt 1,09.4 zielen, waaronder 500 lede-
maten en 564 kinderen. Van deze laatsten gaan er 253 ter
' school. Ze heeft eene zeer goede en ruime kerk, die van steen
is opgetrokken, en de voormalige kerk vervangt., die bij de
onlusten van 1817 verbrand werd, en waarvan men nog de
luirien ziet. Na afloop van het allergunstigst uitgevallen school-
examen, hetwelk. ik dadelijk na mijne aankomst hield, en dat,
zoo als tronwens overal in de residentie Amboina het geval
is , door bijkans al de ingezetenen der negorij werd bijgewoond,
zeide ik , dat de school van Ouw ,/ eene school Nornmer
s a to e ” (N°. 1) of « eene der beste scholen was.” Dit woord
scheen niet alleen den Meester en de schoberen, maar ook
den Patti en de gansche vergaderde gemeente als het wäre te
elektriseren. Het ging iluisterend van mond tot mond, en
in een' oogwenk was het aan de velen, die, bij plaats—gebrek
in het kerkgebouw, buiteni de deur opeengedrongen stonden,
bekeml geworden, gelijk het nog dien eigen' dag aan eenige
andere negorijen medegedeeld en weldra over het gansche ei-
la n d , en spoedig ook op H a ro e k o e , verspreid werd. Zoo
als het doorgaans gaat, ging het ook hier. Ouw was opge-
togen van blijdschap, maar de andere negorijen van Saparoea
waren jaloersch van Ouw, en verkeerden in verslagenheid
en angst over den uitslag der exainens, die in hare scholen
successivelijk zouden gehouden worden. E n , als men slechts
eenigzins de groote belangstelling der Regenten en ouders op
Amboina en de U lia s s e rs in de school-examens kent, kan
men zieh gemakkelijk voorstellen, hoe nu de Regenten en Goe-
roe’s en ouders dezer negorijen hun best deden , opdat ze toch
ha den afloop van de ophande zijnde exainens harer scholen,
ook de getuigenis zouden mögen hooren, die omtrent de school
van Ouw was afgelegd. De meeste verslagenheid echter
heerschte in: de digtbij gelegen negorijen U lla th en S irri-.
s o r r i -S e r a n i , welke scholen het naast aan de beurt waren.
Ze kwamen • echter met den schrik v rij, daar ik ook van deze
scholen zeggen mögt, wat- ik van die te Ouw getuigd liad,
dat ze namelijk scholen noihmer sa toe waren; - en in
waarlieid was de toestand van het schoolonderwijs op Saparoe a
in 1853 en 1854 over het algemeen zoodanig, dat er vele
scholen // nommer satoe” waren. Intusschen was er geen
negorij gelukkiger dan Ouw, en de schoberen waren wegens
den openbaren lof zoo bbjde, dat ze mij volstrekt niet meer
verlaten wilden. Dat ze mij al zingende naar het huis van
den Patti teruggeleidden en diidr buiten de voorgalerij, en
onder het slaan der maat ipet hunne kleine voorste vingertjes,
eenige bederen aanhieven, en des middags wederkwamen om
tot des avonds 8 s\ 9 uren toe hunne gezangen en bederen
(panton) te herhalen, - dit alles is op de Ambonsche eilanden
de a d a t of het vast gebruik. Maar toen ik, na eenige bederen
te hebben aangehoord, de kinderen, volgens //mijn a d a t ,”
wilde laten heengaan en ze voor hun gezang bedankte, — waren
ze allen ongehoorzaain en bleven zingen en hieven weder nieuwe
14