
k war t e r (waarvati de benamingen of titels van k w a r t ie r -
m e e s te r, m a ître du q u a r t en kw a r te r -m a s te r herkomstig
zijn,) /utleu wel aan den term kw a rto beantwoorden.
De kw a rto ’s in de Molukkos worden inaandelijks door
andere kw a rto ’s afgewisseld.
De negorij Ro emak aa i lennt als bet ware aan de bergketen,
die het gansche eiland Gerain doorloopt en op haar’ breeden
rug een aantal hooge spitsen en piekeu draagt. De plaats ziet
er veel beter u i t , dan al de overige negorijen op C e ram ’s
zuidkust. Ze is netter aangelegd, en de huizen en wegen
hcbben een beter voorkomen. Ook de ingezetenen zijn uit-
wcndi»—beschaafder, en toonen eenige bekendheid met de Euro-
pésclie of Westersche zeden en gewoonten. De oorzaak hiervan
is niet ver te zoeken. In vroegere tijden namelijk was het
Bestuur over de eilanden H aro ek o e , Saparoe a en N o u sa -
la u t of de U lia s s e r s , benevens de zuidkust van C e ram ,
gevestigd te H a ro e k o e , en droegen de elkander opvolgende
Hoofden van dit Bestuur den titel van Resident. Deze Residenten
hadden gedurende eene lange reeks van jaren de ge-
woonte orn te R o em a k a a i, welke plaats sleckts 2 à 3 mijlen
varens van H a ro ek o e verwijderd lig t, bij tusschenpoozen eenige
da<*en of weken in een zoogeuaamd buitenhuis of lusthuis door
te brengeu , en doorgaans ook eenige Europésche gasten mede te
brengeu. Deze omstandigheid moest natuurlijk op de maatschappij
of het volksleven van die vau R o em ak a ai invloed hebben. De
dorpelingen kwamen bijna dagelijks en menig tiental jaren lang
met besehaafde Europeanen in aanraking, gewenden zieh aan den
omgang met dezen, en namen ongemerkt de Westersche zeden
en manieren in een en ander over. Ook spreekt het van zelfs,
dat het vertoef der Europeanen in hun midden tevens meerdere
welvaart in de negorij verspreidde, en de opvolgende Regenten
van Roemakaai hun best deden om door netter aanleg der
plaats en beter onderhoud van huizen en wegen en paden de
ffoedkeunng van den Resident van H aro ek o e c. a. te verwerven.
Na een verblijf te Roemakaai van eenige uren, vertrokken
we naar de negorij L a to e , welke eene half-Muhainedaansche
en half-Hcidensche bevolking heeít van ongeveer 400 zielen.
L a to e behoort onder het eiland S ap aro ea , even ais de negorijen
H ow a lo o i, T o em o lé h o e , Pau lo h y en S omosoeroe ,
en nog verscheidene anderen, die we opvolgend tot aan 11 a-
to em e tti toe bezoeken zallen, tot Saparoea behooren.
Tot dusverre hadden we nog immer het eiland H a ro ek o e
op kleinen afstand aan stuurboord in het gezigt gehad, doch
thans kregen we gedurende eenige dagen en tot aan 22 November
de kust van het eiland S ap a ro ea , almede aan stuurboord,
doch op iets verderen afstand, te zien. De blaauwe zee, die
als het ware een Straat tusschen C e ram ’s zuidkust en de
eilanden Am b o in a, H aro ek o e en Sapa roe a vormt, bleef
immer stil en kalm, en voelde niets van den invloed, dien de
naburige Banda—zee meestal op haar uitoefent. Trouwens we
waren hier in het günstige jaargetijde, waarin de hevige Oos-
ten-winden niet waaijen, die anders de Banda-zee zoozeer
beroeren en hare hooge baren tusschen de Ambonsche eilanden
voortstuwen.
Te Latoe moesten twee weerspannige Hoofden geärresteerd
, worden. De E tn a vatte post vlak voor de negorij, en zond
de barkas met eenige gewapende mariniers en inatrozen, onder
bevel van den Luitenant der marine, den heer iiabets, naar
den wal, terwijl de Gouverneur en de Assistent-Resident met
de sloep aan land roeiden. De Kapiteiu der infanterie, thans
Majoor, de heer audesch, die als gast aan boord was, en
ik zelf met nog een’ officier van de E tn a , den heer willinck,
namen mede in die sloep plaats. Aan wal gekomen, begaven
we ons naar de Baléo of het dorps-raadhuis, hetwelk onmid-
dellijk door het detachement mariniers omringd werd.
De Baleo (opdat ik dit in het voorbijgaan opmerke,) is een
gebouw, hetwelk in alle Alfoersche negorijen op een open piek
of plein midden in de negorij wordt aangetroffen. Eigenlijk
12