Dr. p. b le ekE li-, Ds. J. ! \ o. BKUMUND, ea een’ anonym schrij-
ver, in 1855, tijdens de reis van den toenmaligen Gouverneur
Generaal, den lieer Mr. 11. j . d tjijm a e r v a n t w i s t , naar de
Molukkos, is medegedeeld.
Ofsehoon gedurende al de dagen van mijn verblijf te Menado
de koorts mij niet verlaten liad, en ik bovendieu gekweld werd
door volstrekte slapeloosheid, waartegen het gebruik van L au d a num
en M o rp h in e , die mij door den geneesheer mogk waren
voorgeschreven, niets mögt baten, en hoezeer ik mij ten ge-
volge van dit een en ander verzwakt en uitgeput gevoelde,
steeg ik tocli op den 20 Junij te paard om, vergezeld van
den zendeling-leeraar graafland, die zieh tijdelijk te Menado
bevond, naar Tom o h o n te rijden. De zendeling-leeraar waar-
nemend Predikant l in em an n van Menado deed mij tot aan
L o tta uitgeleide. Ongeveer een uur buiten de kotta-Menado
begiut het terreiu reeds bergachtig te wordeu, en heeft men op
eene zoogenaamde aanlioogte of lieuvel—rug een lieerlijk gezigt op
de baai of reede van Menado en op de daarbij liggende 6 eilanden.
Te L o tta gekomen, verliet ons de lieer l in em a n n , en venvissel-
den de heer graafland en ik van rijpaarden. Een half uur
rustten we uit in den passaugrahan, of de lo d jie , zoo als de
passangrahan’s alhier genoemd worden. De Menahassa-lodjie’s ,
welke naam eene verbasteiing is van loge,, zijn uitmuntende
lokalen, die van planken gebouwd en van 4 a 6 ruime kamers
voorzien zijn. De planken zijn behoorlijk door sponningen ver-
eenigd, geschaafd en soms ook geverwd, en de kamers en galerijen
met canape’s, spiegels, schilderijen, tafels, stofelen, ledikanten,
waschtafels enz. gemeubleerd. De verschillende inlandsche Hoof-
den, — met uitzondering der k a p a la -d ja g a of h o e k om - k itjil,
d. i. wacht-hoofden of kleine hoekom’s, - wedijveren onderling om
de fraaiste lodjie’s te bouwen, doch de fraaiste der fraaijen is
die van S o n d e r, welke door den Majoor van So n d e r gebouwd
is. Even als de passangrahan’s op J a v a , zijn de lodjie’s der
Menahassa opgerigt ten gerieve der Hoof den van gewestelijk
bestuur, der ambtenaren bij de kulturen en der reizende Euro-
5=5