
eu op sommige plaatsen was de pleister-kalk van de muren
gevallen. Maar jammerlijk zag liet er in de tweede of ach-
terstraat en in de dwarsstraatjes van liet smalle en langwer-
pige stadje uit. Haar lagen (ofschoon er ook vele wouingen
schijnbaar ongedeerd en onbeschadigd waren) muren en huizen
gedeeltelijk nog omver of stonden op het invallen. Overal zag
men hoopen van puin en steenen, dakpanneu, balken, sparren
en gebindten, terwijl de muren van eenige woningen door
stuften gescliraagd werden en zware palen of pijlers onder de
lioeken van eenige half—ueergezakte daken wären aangebragt ora
liet verder instorten te verhoeden. En ook de fraaije kerk, die
zieh niet ver van het strand zoo sierlijk had voorgedaan, had haar
dak verloren, en toonde nu slechts hare 4 waggeleude en door
balken gestufte muren. In 1630 of 1 6 3 2 , en dus kort na de
uitbarsting van den vulkaan G o e n o n g—ap i in 1 6 2 9 , gestiebt,
en in 1683 door eene andere uitbarsting verwoest, werd ze in
1687, en nog eens in 1763 (onder den landvoogd j . pelters),
herbouwd. In 1778 door een5 orkaan verwoest, werd ze weder,
en nu in modernen trä n t, herbouwd, om op den noodlottigen
2 6sten November van het jaar 1852 weder vermeid te word
e n ! ... Maar ook in de schoone baai, die, van N e i r a 5s
wal gezien, op een binuen-meer gelijkt, waren vreeselijke: dingen
gebeurd. Hevige rolliiigen der zee, die toen in de baai
26 voeten o p- en nederging, hadden vele schepen en vaartui-
gen van de ankers geslagen en ze tegen of op: de oevers ge-
worpen en verbrijzeld, en deze oevers—zelven droegen nog als
het wäre de likteekenen van het drama, dat ze hadden bijgewoond!
Yan 4 tot 5 a 6 voeten höog boven den waterspiegel was het
houtgewas door het zeewater wit-uitgebeten, en scheen nog te
kwijnen onder het leed, dat het zilte nat aan zijne stammen en
takken en bladeren had aangedaan! ... En toch, — hoeveel treurigs
ook de blik ontwaarde, - men zag maar de helft der verwoestin-
gen van den jammer-vollen 26sten November meer. In het
ja a r, dat sedert verloopen was, had men reeds veel puin en
pannen eu muurbrokken en houtwerk weggeruimd. Eenige
woningen en gebouwen waren weder in goeden staat gebragt,
anderen waren vernieuwd, en aan anderen was men druk
met hersteilen bezig. Het schoone, - aan N e i r a 5s zuidzijde,
en ten noorden van fort N a s s a u gelegen, en in het jaar
1611 onder den Gouverneur—Generaal p i e t e r b o t i i gebouwde,
en in 1618 door een kasteel vervangen , - fort B e lg ic a , dat
aan den voet van den P a p e n b e r g zijne 5 torens zoo trotsch
in de baai laat spiegelen, stond daar nog even ongedeerd als
in 1750 , toen het geheel vernieuwd werd, en scheen met
de woede der afgronden en der wateren gespot te hebben.
Meer had h e t, in 1609 gebouwde, vierhoekige en iets lager
gelegen fort N a s s a u geleden, gelijk ook de magazijnen
binnen zijne wallen, en de groote specerij— en rijst—pakhuizen,
digt bij de Chinesche wijk ten westen van het havenhoofd, niet
geheel verschoond waren gebleven. Het Militair kampement aan
het t oostelijk einde van het in oud-Hollandschen stijl aange-
legde stadje daarentegen zag er geheel nieuw en frisch u it,
en maakte met zijne redoute, kaserne, hospitaal en officiers-
woninwen, door plemen en boomen afgewisseld, eene aangename
vertooning.
He Protestantsche gemeente te P a n d a telt 1,585 zielen,
waaronder 208 ledematen en 513 kinderen. Hare vroegere
welvaart is verdwenen, en hare Maleische afdeeling (d. i. de
afstammelingen der Europeanen, die gewoonlijk Maleisch spre-
k en ,). verkeert in verarmden toestand. In de oudste tijden werd
de gemeente, zoowel die van L o n th o i r als die van N e ir a
en P o e lo e -A i , door afzonderlijke Predikanten bediend, en had
de gemeente te ^ L o n th o ir tot eersten Leeraar den Predikant
a. dirks (1 6 2 5 -1 6 2 8 ), die te N e i r a den Predikant c. stevens
(1 6 2 6 -1 6 2 9 ), en die te Ai den Predikant m. clarenbeek
(1 6 3 1 -1 6 3 3 ). In veel lateren tijd zijn er zendeling-leeraren
met den titel van // waarnemende Predikanten55 bij haar aange-
steld en is ze successivelijk geleid geworden door de zendeling-
leeraren .t. c. jüngmichel, j . pinn en J. e. höveker, doch