
negorijen A m a lie y -se ra n i en S o e lioekoe, - welke eene in
1823 lierbouwde steenen kerk bezit, - teil 873 zielen, waaronder
438 kinderen, doch slechts 9 6 'ledematen. Yan de kinderen
namen er 210 in bet kerkgebouw, tevens sclioollokaal, aan bet
onderwijs van den goeroe deel. — A m a h e y -s e ra n i werd in
1853, bij ontstentenis van een5 regent, tijdelijk bestuurd door
den schoolmeester, die nu in zijne dubbelde kwaliteit den titel
droeg van G o e ro e—P a t t i of M e e s te r—reg en t. De regent
van Soehoekoe voert den titel van O ra n g—kaya. De negorij
Amab ey—slam telt eene Muhamedaansche bevolking van on-
geveer 200 zielen. Achter de drie negorijen ligt meer land-
waarts in, op ongeveer 2 uren afstands, de negorij J a la h a ta n i,
welke met ongeveer 150 à 200 heidensche Alfoeren bevolkt is,
en waarover ik nog later spreken zal.
De baai en de landstreek van Amahey hebben in de Mo-
lukkos eenige vermaardheid. Aan het strand vindt men eenige
der fraaiste en zeldzaamste scbelpen, en in de bosschen vele
goede bontsoorten, en onder deze de kostbare soort, waarvau de
bekende groote Ambonsche tafelbladen gezaagd worden. Onder
de beste houtsoorten van Oeram rekent men vooral die,, welke
onder den naam van M a k ila , K a jo e - b is s i of b e rsi (ijzer-
h o u t,) L in g a o , L in g a o—b atoe en L in g a o—k a s to e ro e en
B in g a n to n bekend zijn. De Lingao-boomen hebben soms
een5 omvang van 6 à 10 voeten in diameter, en de B in g a n to n boomen
worden tot masten voor schepen gebezigd. — In de
nabijheid van A m a h e y -s e ra n i is eene groote gemetselde bad-
plaats van helder bronwater, waarboven de hooge k a n a rie - en
k em ir ie—boomen, wilde waringien—soorten en andere wilde
vruchtboomen hunne takken en bladeren belommerend en verkoe-
lend uitspreiden. In deze boomen komen de paradijs- en kraan-
vogels en duizenden van pombo5s en jaarvogels zieh op de
rijpe vruchtjes (rood en genrig als de b o a—tjirm e j) vergasten.
Een schoone allée van hooge en breedgetakte kanarie-boomen
vormt eene heerlijke A lam éd a , — voert naar de badplaats heen, -n
en eindigt dan aan den zoom eener woëste wildernis, de
woonplaats van wilde runderen, geiten, herten en kasuarissen,
en van wilde varkens, die des nachts de k a tja n g—veldeu
van Amahey zoo gaarne plünderen, en voorts van stekelvar-
kens, mieren-eters, civetkatten, wezels, land-schildpadden,
slangen en hagedissen, welke dieren, benevens enkele (van
Jav a overgebragte) apen, ook op de overige Ambonsche eilanden
voorkomen.
Des avonds waren de 3 negorijen en hare groene eerebogen
en de huizen der Begenten geillumineerd. Voor het liuis van
den G o e ro e -P a tti dansten de Alfoeren hun5 t j ik a le le of
krijgsdans, waarbij hun m a le si of voorvechter (tevens sterren-
wigchelaar) zieh vooral door zijne krachtige en forsche bewegin-
gen onderscheidde, terwijl 10 of 12 D jo d ja ro 5s , die ons, even
als te R o em ak a a i, aan de landingsplaats ontvangen hadden,
met de officieren van de E tn a eenige dansen (menare). uit-
voerden. In het front der opgerigte eerebogen voor de woning
van den G o e ro e -P a tti prijkten de namen van de Heeren
vissee en van des goes.
Des anderen daags vertrok ik met den Gouverneur in de
o rem b a a i van den G o e r o e -P a tti, en door dezen vergezeld,
naar de aan de monding der rivier Koewa tta gelegene negorij
M a k a rik y , welke na een paar uren roeijens bereikt werd. In
deze goed-aangelegde en nette negorij, waarin men verscheidene
goede huisjes ziet, telt de inlandsche Christen-gemeente 426
zielen, waaronder 207 kinderen, doch slechts 48 ledematen.
Yan de kinderen vond ik er 110 in h e t, van het kerkgebouw
afgesclieiden, schoollokaal vereenigd.
Aan M a k a rik y grenst een klein gehucht of lo h o k y van
2 ä 3 huisjes, hetwelk W a tam an o heet en slechts door ongeveer
10 ä 12 Alfoeren bewoond wordt. Längs dit gehucht
loopt het voetpad, hetwelk dwars door centräal-Ceram heen
eu alzoo van de zuidkust naar de noordkust of naar H o r a li
en de afdeeling W ah a a i leidt, en tevens door de groote en
welige vlakte voert, welke zieh tusschen M a k a rik y en H o r a li