
uit velen aan te halen, - algemeen het geloof, dat de ziel van
een’ stervende langer in het ligchaam blijft, wanneer men hem
in zijne laatste agonie over zijn zondig leven duchtig gaat be-
straffen en hem zijne fonten en misslagen scherp en strengelijk
onder het oog houdt, enz. - Doch oin op S o y a -d ia ta s terng
te komen, - op den berg of heuvel Siromah o e of Siroema-
hoe, digt bij het dorp, bewaarden de dorpelingen sedert onheu-
gelijke jaren een met water gevulde martevaan of aarden water-
vat, hetwelk ze voor heilig hielden en waarvoor ze grooten
eerbied koesterden. Het bijgeloof beweerde, dat wanneer het
water in dit heilig vat van zelfs beroerd werd, zulks een teeken
was dat er in de stad Am b o iu a , die 3 palen of een uur van
S o y a -d ia ta s ligt, een onweder los zou barsten!
Wijlen den waarnemenden predikant k a m , vader van den
tegemvoordigen Ambo'nschen leeraar, brak voör eenige jaren
(1815 à 1820) met opzet het vat in stukken, doch het bijgeloof
der dorpelingen omtrent het profetiseli water, dat in het
vat bewaard werd, is welligt nog niet verbroken.
Van S o y a -d ia ta s vertrokken we den 23sten Eebruarij weder
naar de stad Ambo ina. De weg derwaarts is een der aan-
genaamste, dien men zieh kan voorstellen. ßijna altoos volgt
hij den rüg van vele heuvelen, die den reiziger een teekenachtig
panorama verleenen op de stad Amboina en hare heuvelen en
vlakten, huizen en tuinen, — op de liefelijke binnenbaai met
bare talrijke visschershulken, en de rivieren, die in haar uit-
vloeijen, — en op de reede en hare schepen en vaartuigen voor
het fort N ie uw -V ic to r ia . -—• Digt bij Amboina genaderd,
scheidde de heer roskott van mij af, en ging naar B a to e -
m è ra , waar hij woont, terwijl ik naar B a to e -G a d ja toog en
aldaar weder even hartelijk als altijd ontvangen werd.
Te B a to e -G a d ja moest ik nu eenige dagen verblijven, dewijl
mij het vooruitzigt geopend werd om de gemeenten eu scholen
op de eilanden Manipa en Boeroe te bezoeken, en wel met
de in de Moluksche wateren gestationneerde e il ter reede van
A m b o in a geankerde oorlogskorvet S um a tra , toen gekomman-
deerd door den kapitein-luitenant, thans kapitein ter zee, den
Heer w i p f f . Van deze dagen maakte ik onder anderen gebruik,
om met den Ambonschen predikant k am de wijk of buurt Wai-
n ito e te bezoeken, welke ongeveer een uur gaans van de stad
verwijderd, niet ver van het riviertje N ito e of W a a i-N ito e ,
digt aan de baai gelegen is. Te dezer plaats is (zoo als hoo-
ger reeds met een woord gezegd werd,) een Leprozen-gesticht
gevestigd, waarin de lepra-lijders tijdelijk of als in depöt worden
opgenomen, om later naar het vaste Lazaretto op het
eiland Molano te worden overgehragt. We vonden hier een
tiental lijders, waaronder een paar Chinezen, wier ongelukkige
toestand natuurlijk onze diepe deemis gaande maakte. Het
lokaal, een gehouw van bamboe en in eenige vertrekjes afgedeeld,
staat op een geisoleerd heuvelachtig plekje en is door eenige
boomen en bamboe—struilcen omgeven.
Van W a iu ito e teruggekeerd, bezocht ik later het k o e p e ltje ,
hetwelk buiten de Waterpoort van het fort en bij het Haven-
hoofd op eene verhevenlieid gebouwd is. De Ambonsche heeren
gaan dikwijls tegen den avond een uurtje in dezen p an g o n g
doorbrena,en , ¡om er een zoogenaamd u lu c h tb a d ” te nemen,
of het frissohe van wind en water te genieten. Een aantal
schuitjes en sloepen zweefde längs de haai, dezen om water
van de Aiguade aan den overkant voor de schepen te h a le n ,-
anderen, met witte zeilen getuigd, om een spelevaart. te houden
en voor den stroom af tegen den wind op te laveren. Mid-
delerwijl kwa-m er van P a s -B a g u a la een orembaai, met vlag en
wimpel versierd en onder den maatslag van den ta ta h o e a n g
(gamlang-spel), of van tif a en gong, (of gedang, redap of rabana,
trom of tamboerijn), snel aanzetten. Ze behoorde aan een’ Radja,
die het regt had, om den stok met gouden knop en den
o r a n je -p a jo n g en o r a n je -w im p e l, of den pajong (zonne-
scherm), wimpel en rotting der l ste klasse te voeren. Door deze
uiterlijke distinktieve teekenen wordt, gelijk men weet, de hoog-
18*