
de hooge en nog maagdelijke vuurberg T id o re zieh trotschelijk
ten hemel lieft. De oostkust van dit eiland is goed bebouwd
en ook het meest bevolkt. Bij eene kleine negorij gingen we
aan den wal, om de drukkende hitte van den middag onder
het lommer der hooge palmen te ontwijken. Boven onze hoof-
den sehreeuwde eene groote menigte van kalbha*s (een soort
van papegaaijen, schitterende met groene, en gele en oranje-
kleuren), en eenige groene en witte kakatoea’s , en kastoerie’s en
parkieten. De vederen-pracht der kaleha’s roemde ik reeds, doch
ze moet onderdoen voor die der paradijs—vogels, waarvan ik er
later eenigen op het eiland Ceram, bij A m b o in a , zag.
Des middags ten 4 ure roeiden we naar de hoofdnegorij
van T id o r e , S o a sio , d. i. zetel van den vorst of rijkszetel,
geheeten. Tegenover Soasio, dat digt aan het strand ligt,
steekt, op slechts weinige vademen afstands, de rots F ilo n g ia
haar begroeide kruin als een eiland boven water uit. De negorij
prijkt met een ond steenen fort uit den tijd der Portugezen,
en met den kraton of het paleis van den Sultan. Tusschen
Soasio en F ilo n g ia heendrijvende, herdachten we een en
ander uit de oude geschiedenis van Tid o re.
Dit eiland toch is almede in de historie van Neerlands-
Indie, — even als T e rn a te , M a k k ia n , B a tjan eu andere, —
een klassiek land. Yroeger, t. w. tusschen 1600 eil 1650, ston-
den er drie forten van de Portugezen en Spanjaarden, als het fort
T a h o e la aan de oostkust, en de forten M a re ik o en Bomi
aan de westkust. Van hetgeen we van M ak k ian zeiden, is
niet weinig ook op T id o re toepasselijk. Beurtelings werd het
door de Portugezen, Kastilianen en Holländers onderworpen.
Beurtelings ook waren de sultans van T id o re de vrienden en
bondgenooten of de verraders en vijanden dezer drie natien, en
ook beurtelings waren ze met de sultans van T e rn a te in vrede
of in oorlog. [n 1526 werd T id o re door den Portugeschen
landvoogfl van T e rn a te , g a r i c a s e n r i c , geplunderd en de
sultan vermoord, en in 1610 werd er om het bezit van dit
eiland tusschen de Holländers en Spanjaarden scherp gevochteu.
In 1809 werd het aan de Holländers, ondersteund door den
toenmaligen sultan van T e rn a te , voor goed onderworpen.
Van T id o re werpen we nu den blik op H a lm a h e ra , waarvan
we de westkust reeds sedert 3 dagen in het gezigt hebben.
Te Soasio zijn we meer in de nabijheid van dit eiland ge-
komen en tevens ook digt bij T e rn a te genaderd. Beide
eilanden, H a lm a h è ra en T e rn a te , herinneren ons aan den
bekenden f r a n c i s c u s x a v e r iu s , gewoonlijk „ de apostel van
Indie” geheeten. Men weet dat deze, — in 1497 te X a v ie r, in
A rra g o n , geboren, — f r a n c i s c u s d e l a s s e ( x a v e r iu s ) , — lid der
in 1540 gestichte orde der Jezuiten, — in 1552 te Göa (een
eiland ten oosten van de kust van M a la b a r en behoorende
tot de Oost—Indische bezittingen der Portugezen,) aankwam en
aldaar ter hoofdplaats Göa een Seminarium stichtte ter vorming
van Roomsch-Katholijke jongelieden tot den geestelijken stand; -
dat hij van daar uit de kusten van Ceylon en M a la b a r,
M ad u re in het gewest Decan of D ek k an op de vaste kust
van Indie, het eiland M a n a a r, kaap C omorijn, de P a r ro e ä ,
M a lak k a , J a p a n en China heeft bezocht, - en dat hij in
1546, vóór dat hij nog naar J a p a n en C h in a vertrok, ook
te B an d a , Ambon en T e rn a te werkzaam was, en van
T e rn a te uit, waar hij almede een klein Seminarium oprigtte,
zieh naar G ilo lo begaf, het noordelijk gedeelte van H a l m
ah è ra , en wel bepaaldelijk naar de kust van Moro. Op
deze kust waren toen reeds verscheidene Roomsch-Katholijke
Christenen uit de inlanders gevestigd, waarvan echter een aan-
zienlijk deel in 1535 door de wreedheid van zekeren k a t a b r u n o ,
op last der sultans van T e rn a te , T id o re en G ilo lo of
D jilo lo , òf ter dood of tot afval van het Christendom gebragt
was. Van v a l e n t i j n vernemen we echter, dat x a v e r iu s er
slechts drie maanden vertoefde, er een* door hein van Malak k a
medegebragten priester, den hooger reeds genoemden n i c o la a s
n u g n e s , achterliet-, en weder naar T e rn a te terugkeerde. X a v
e r iu s schijnt dus in persoon niet veel op H a lm a h e r a ver