
jaarlijks ongeveer f 12,000 ! — De inlandsche bevolking, zoo
op T e rn a te als op T i do r e , legt zieh veelal op het potten-
bakken, mandenmaken, weven, kalkbranden en ijzersmeden toe,
of op het vervaardigen uit karet of schildpad en paarlemoer van
kämmen, vouwbeeneti en andere artikelen, - terwijl de te T e rn
a te woonachtige familie-betrekkingen van den, naar derwaarts
in 1821 (wegens zijne in 1819, 1820 en 1821 betoonde wreede
weerspannigheid,) verbannen en in 1852 overleden, ex-sultan van
P a iem b a n g , h a c h m o e d -b a d o e r of b a d a r - o e d i e n , uitmunten in
het borduren met goud— en zilverdraad op fluweel en zijden-
of laken—stoffen voor kamermuilen, mutsjes of calotjes, sigaren-
kokers enz.
Een bezoek bij den Sultan van T e rn a te , t a d j o e l -m o e lk i -
am ir o e d in—i s k a n d a r—k h a o e l e in i—s j a h , mag hier wel ni et on-
vermeld blijven. Beeds had ik ten huize van den resident,
tijdens mijne ongesteldheid, met Zijne Hoogheid (S ri-p ad o ek a )
en de Toew an—Po e tr i of S u lta n e en met zijne zonen de
prinsen, en eenige prinsessen (b o k k ie ’s) kennis gemaakt. Op
zekeren avond liet ik mij tegen half 8 uren in rnijn’ van
houten rollen en draagringen van rottang voorzienen ziekenstoel
naar den kraton heenbrengen. De resident had de goedheid, om
den Sultan vooraf van mijn voornemen berigt te zenden en mij
des avonds naar den kraton te vergezellen. Ook de overste,
thans kolonel, b o e r s , toen militaire kommandant der Moluksche
eilanden, die met het fregat P r in s H e n d rik te T e rn a te ge-
komen was om zijne inspektie te houden, en zijn adjudant,
de kapitein v a n z u y l e n , gingen met ons ten hove. Met
groote staatsie werden we verwacht. Digt bij den kraton ge-
komen, begon het corps hofmuzy kanten, zoodra het onzen
stoet in het oog kreeg, krachtig te speien, en zagen we eenige
mannen met brandende obers staan , en twee rijen van p l i t a ’s
of harstlampjes, - die tot voetsfukken of kandelaars (k a k i-
dian) eenvoudige pisang—stammen hadden, welke ter lengte
van ongeveer 4 à 5 voet gekapt en overeind op den grond
geplaatst waren, - met roode walmende vlammen flikkeren. Een
gedeelte van des Sultans lijfwacht stond almede bij den kraton
en haie geschaard. Tusscben deze rijen van toortsen en lamp-
jes en inlandsche Soldaten door, bereikten we den kraton, die
op eene verhevenheid staat en er uitwendig als een groot
Europeesch huis uitziet. Drie van des Sultans zonen kwamen
ons eenige schreden te gemoet, en geleidden ons längs 12 à 14
steenen trappen tot op het bordes, van waar men bij dag een
schoon uitzigt heeft op de baai, en de eilanden H i r i , Halma-
h è ra en Tidore. Hier werden we door den goedhartigen ouden
Sultan vriendelijk ontvangen. Na eenige oogenblikken in de
ruime voorgalerij in een’ halven cirkel met hem en de prinsen
en b o k k ie ’s en eenige rijksgrooten gezeten en gesproken en in-
tusschen thee en gebak gebruikt te hebben, kwamen er 12 reeds
zeer bedaagde danseuses of bayadères te voorschijn, in zeer
ouderwetsche Spaansche kostumes gekleed. Ze droegen donker-
bruine japonnen met zeer körte lijfjes, waarvan het keurs met
gele zijde was afgezet, en hadden groote witte kragen om den
hals. Met bestendiglijk neergeslagen oogen bewogen ze zieh
uiterst-langzaam op de maat van eenige instrumenten, en voerden
een’ hoogst-vervelenden en stijven dans uit. Deze dans of
menaré heet de w a a ije rd a n s , en bestaat alleen in het maken
van langzame en schuivende passen, het wringen van armen,
heupen en schouders, en het verdraaijen van ellebogen en vingers.
We waren blijde, toen die dans, soms door gezang begeleid,
geëindigd was, en plaats maakte voor eenige 14 à 1 ojarige
knapen, die mede in oud-Spaansch kostuum gekleed waren, en
met rapheid en bevalligheid, en met verrassende toeren en
wendingen, den zeer levendigen en kunstigen Tjikalélé-dans
uitvoerden. Onder deze ballet-knapen muntte er den vooral in
vlugheid en behendigheid uit. In een oogenblik stond liij en
p y ram id e op de uitgestrekte armen zijner alsdan in een’ engen
kring bijeengedrongen mededansers, en bewoog zieh zoo vrij en
kunstig, als of hij tot salt-in-banco of a k ro b a a t geboren was.
Na den afloop hiervan verlieten we de door vele stolpen en