
wiud de baai uitliepen, lag het nog ten anker, niet terzelfder
plaats, maar bijkans terzelfder hoogte, zoodat het in al die
dagen welligt geen scheepslengte gewonnen had.
Tegen 2 uren in den namiddag waren we in het breede tus-
schen hooge klippen gevormde kanaal, hetwelk 150 voeten lengte
heeft, en dat de haven van kotta-Bima uitmaakt, waarin
we verscheidene vaartuigen ten anker vonden. Weldra gingen
we aan den wal, doch dit was met eenige onaangenaamheden en
moeijelijkheden gepaard, daar we p. m. 20 minuten ver over
een modderachtig terrein moesten voortwandelen. Gedeeltelijk
deden we dien togt dan ook op den rüg onzer matrozen, na-
melijk tot daar, waar de modder meer vast werd. De gezag-
hebber van B im a , de heer sa pt e n n o , ontving zijne gasten
gul en hartelijk in zijne bamboezen-woning. Ook de komman-
dant der S u rin am e , en drie officieren van dien bodem, t. w. de
heeren f . e . roloff, 2 e officier (sedert overleden), f . c. schaalje,
officier van administratie, en s. G. sl iek e r , officier van gezond-
lieid, waren mede aan wal gegaan. De heer f . p . dtj r ie u x ,
l'e officier, die de wacht had, was aan boord gebleven.
Bima is een aan S tr a a t-S a p i gelegen en met 90,000 zielen
bevolkt koninkrijk, hetwelk door een* sultan geregeerd en door
eeid rijksbestierder en 14 raadsheeren bestuurd wordt. Het land
levert katoen, areeng-suiker, vogelnestjes, milo of turksche
tarwe, zout, was, opium, sandelhont, djatti- en sapan-hout,
gambir, katjang, betel, rijst, en vooral paarden en buffels op,
die naar M ak asser, W ad jo , Boni en elders worden uitge-
voerd. Onder het gezag van den sultan staan, behalve B im a ,
de landen aan S t r a a t-S a p i, Komodo, Se ra ija, S an g e an ,
en Mangar ei op de westkust van het groote eiland Ende of
Elore s. Zijn zetel is bij de kotta—Bima, alwaar vroeger een
Nederlandsch Resident verblijf hield, doch thans een gezag-
hebber geplaatst is.
De streek, waarin de hoofdplaats gelegen is, vormt als het
wäre een schier-eiland van het eiland Sumbawa, daar ze door
de B im a -b a a i, en nog eene andere digtbijgelegen baai bij
kaap T jem p i, voor twee derden van het v.asteland van S um bawa
gescheiden is. De kotta wordt door een oud, doch
hecht steenen fort verdedigd, in welks nabijheid de gezaghebber
woont. Dit fort bestrijkt gedeeltelijk de reede , en gedeeltelijk
de K am p o n g -W o la n d a of het Hollandsche dorp, waar de
Europeanen wonen, en waar ook de Protestantsche gemeente ge-
vestigd is, die 80 zielen, waaronder 33 ledemateii en 42 kin-
deren, te lt, en die eene partikuliere school in haar midden
heeft, welke met 15 leerlingen bevolkt is. Deze gemeente
bestaat bijna geheel, even als die van Ma ros, B o n th a in ,
Bo e lekomba en S a le ije r, uit inlandsche kinderen, waaronder
er velen zijn, die een ziekelijk voorkomen hebben, dewijl
hunne woonplaats, even als P a n g ilia n g op S a le ije r, vlak en
moerassig en uit dien hoofde ongezond is. In het verschiet
ziet men hoog land, en in de verte de bergen Dempi en
Nampa, benevens den 5,400 voet hoogen N g en g e s en den
5,340 voet hoogen zadelberg A ro e—Hassa, die den 1,660
voet hoogen Tjewoe en den 1,200 voet hoogen W ab o e tot
naburen hebben. In de rigting van S tra a t—sapi verheft zieh
de berg Hamboe. Achter eerstgemelde twee bergen staat de
vreeselijke 9,017 voet hooge vulkaan T am b o ra of T r id in g ,
welks laatste uitbarsting in 1815 plaats had. Door deze uit-
barsting verloren duizenden van menschen en vee het leven,
en werd een groot deel van het eiland Sumbawa als in een
woestijn herschapen!
De Sumbawa- en Bima-paarden, waarvan ik reeds gesproken
heb, zijn zeer vermaard, doch de uitvoer was sints lange jaren
zoo aanzienlijk dat de voorraad thans bijna geeindigd is. De
prijs voor een goed paard was in 1853 te Bima bijzonder—
hoog, e n , toen een onzer door dien hoogen prijs niet vrerd
afgeschrikt, was er niet eens een goed paard te bekomen! . . .
De kommaudant der S u rin am e had voor den sultan van
Bima een geschenk van het Nederlandsch Gouvernement mede