
beitende „ roode vischjes” van M a k a s s e r, die verreweg meer
aftrek dan die van P a d a n g op S um a tr a ’s W e s tk u s t hebben.
Het groote en liechte fort of kasteel R o tte rd am is door de
Portugezen, toen dezen zieh in 1521 op Maka sse r gevestigd
hadden, gebouwd, en ligt vlak aan zee, terwijl meer landwaarts
in nog een in 1660 gebouwde redoute staat, die Y re d e n b u rg
heet en de hoofdwegen van de rijken Goa en T e llo bestrijkt.
Ten oosten van het gezegde fort R o tte rd am ziet men bij de
dessa B o n to e ä la k of B o n to ew a la nog de ruinen van een’
v o o rm a lig g ro o te n missighiet en eenige oude gemetselde gra-
ven van voormalige Bonische vorsten. In lang-verleden tijden
moet hier een der magtigste vorsten van het rijk van Boni
geresideerd hebben.
De bovengemelde ruime en hooge kerk, die we met haar net
torentje van de reede zagen, heet de H e n d r ik s - k e r k , en
is aldus genoemd naar Z. K. H. prins h e n d r ik der N ed e r-
la n d e n , die, gelijk men weet, in 1837 eene reis door Neder-
laiids Indie gedaan en toen ook Maka sse r bezocht heeft. Ze
behoort aan de Protestantsche gemeente, en is in 1847 gesticht
ter vervanging van de oude kerk in het fort R o tte rd am .
Ze staat op het almede bovengenoemde Vierkante plein, en
is aan de landzijde door een’ kleinen kruidtuin omringd. Bijkans
regt tegen haar over staat, aan het zoogenaamde door hooge
tamarinden beschaduwde P r in s -H e n d r ik s - p a d of h o o g e -p a d ,
het Gouvernements-huis, en voorbij dit huis ziet men meer
landwaarts—in het Christen—kerkhof, dat met vele schoone tomben
en grafnaalden prijkt, en nog een eind weegs verder het reduit
Y red en b u rg en de A s ta n a der vorsten van Goa. Digt bij
de aan het strand gebouwde lands-pakhuizen en bureaux was
men in 1853 bezig met het boren van eene a r te s is c h e put.
Bij eene wandeling door de stad zien we, dat ze sterk be-
volkt is , en een groot aantal Chinezen, Endenezen, Wadjorezen
en Maleijers telt, wier verschillende wijken of kampen, door
hunne kapiteins en luitenants beheerd, bij en längs het zee-
strand liggen, terwijl de afstammelingen der Europeanen, of de
eigenlijke burgers van M ak a sse r, in de met talrijke huizen
bebouwde en met vele straten doorsneden O u d e stad gevestigd
zijn. In deze oude stad, die ook nu nog ,/ stad Y la a rd in g
en ” heet, wonen tevens verscheidene Europesche ambtenaren
en kooplieden. In de Nieuw e stad of buiten den ringmuur
ziet men slechts een twintigtal geisoleerde Europesche woon-
huizen, die, zoo als gezegd is, aan en rondom het plein zijn
opgetrokken.
De type van het Makassaarsche en Boeginesche volk, hetwelk,
gelijk men weet, van Maleisch ras afstamt, is in vele opzigten
van den type der Javanen verschilfend. Het grootste verschil
echter bestaat in de taal, die geheel-eigendommelijk is, terwijl
ook het letterschrift een geheel-eigenaardig karakter heeft. Als
afgevaardigde van het Nederlandsch Bijbelgenootschap hield zieh
de heer Dr. matthes reeds sints eenige jaren te Mak a sser on-
ledig met het zamenstellen van een lexicon, gxammatica en
Chrestomathie, en met de vertaling des Bijbels, in het Makas-
saarsch en Boegineesch.
De godsdienst der Makassaren en ßoeginezen (of Boegoezen)
is de Muhamedaansche. In 1512, zegt de traditie, kwamen
de Arabieren tegelijk met de Portugezen te M a k a s s e r, en
beide natien wilden er hare godsdienst invoeren. De Heiden-
sche vorst, die toen regeerde, verlangde dat ze hare priesters
zouden zenden, ten einde hij Bijbel en Koran mögt feeren
kennen, en daarna zijne keus tot Christus of tot mahomed zou
kunnen bepalen. Nog binnen het jaar waren er Islamitische
priesters. De Portugesche missionarissen echter lieten zieh twee
jaren wachten, en vonden vorst en volk reeds Muhamedaansch! . . .
De Boegoezen, — een stoutmoedig, dapper, sclirander en ijverig,
doch ook verraderlijk, listig, moordzuchtig en wraakgierig,
volk, - gingen eerst in 1640 tot den Koran over.