
Sangier-groep rekende, liet fortje- D o o rn e n b u rg stond, -
ligt aan de oostkust en is almede alleen door Christenen bevolkt,
gelijk ook de onder Siauw behoorende eilanden P a r a en Ma-
k a le h e , alwaar insgelijks twee scholen zijn. Toen het school-
examen te O n d o n g was afgeloopen, werden er, ingevolge het
mij gedaan verzoek van den waarnemenden predikant van
Menado, niet minder dan 394 doopelingen gedoopt! Wel was
ik er op voorbereid, dat ik vele doopelingen vinden zou, maar
dat er bijkans 400 zieh zouden aanmelden, had ik bezwaarlijk
kuunen denken, hoezeer ik bet toch had moeten verwachten.
Ik behoef dan ook niet te zeggen, dat de plegtigheid, die in
het kerkgebouw plaats had, uren lang duurde en mij, die nog
zwak en koortsig was, zeer vermoeide, dermate zelfs, dat ik
inderdaad niet langer staan kon en genoodzaakt was mij op een'
stoel voor den kansel neder te zetten.
De kerk van O n d o n g is van steen opgetrokken en met een
dak van a tap en nipa-bladeren gedekt. Hare muren zijn wit-
gepleisterd, doch de kalk is slechts ruw aangestreken. De
binnenruimte, met verschillende honten banken bezet, is vrij^
groot, doch ter gelegenheid der gemelde doopbediening kon het
gebouw bij lange na de Gemeeute-leden niet bevatten. Ze stonden
en zaten zoo digt op elkander, dat niemand zieh roeren kon, en
de hitte, gepaard met Sangiersche evaporatien of emanatien, letter-
lijk ondragelijk was. In het kerkgebouw wordt ook de school
gehouden, en bij het examen zaten de schoolkinderen (allen jon-
gens, daar de meisjes der San gier-eilanden hoogst-zelden ter
school gaan,) plat op den grond, met hunne schrijfplankjes op
de knieen of in den schoot. In al de scholen der S a n g ie r -
eilanden zag ik de leerlingen deels längs de muren en deels in
het midden van het lokaal door elkander op den grond zitteu.
Zat er een soms op een bank, dan was dit eene abnormale
positie, die hij zelf ook abnormaal en onpleizierig vond, dewijl
hem dan het schrijven moeijelijker viel dan op den grond.
Aan school-materiaal, schoolbehoeften en leermiddelen was overal
groot gebrek, zoo' inede in de gemeenten aan bijbels, nieuwe
Testamenten en psalm- en gezangboeken of Masmoer’s en
T a h lil’s. Eenige schoolboeken, welke de Resident ja n s e n
opzettelijk had medegeriomeu, werden zoo te O n d o n g , als m
de andere negorijen, gratis uitgedeeld, doch bijbels en kerk-
boeken hadden we niet te geveu. In de School- en Kerk-
rapporten is van de bestaande behoefte in de Sangiersche
scholen en gemeenten, zoomede van het gebrek aan goeroe s
of schoolmeesters en godsdienstleeraars, de noodige melding
gemaakt, en het gevolg hiervan is geweest, dat het Indisch
Bestuur de gewenschte voorzieningen onmiddellijk bevolen heeft,
en buitendien ook de bezoldiging der meesters van landswege,
en nog eenige andere aangegeven punten, heeft doen regeldn.
De uegorij Ondong strekt zieh längs de kust uit. Hare
huizen zijn groote en langwerpige gebouwen of getimmerten van
planken, op houten stijlen of pilaren p. m. 3 a 4 voeten hoog
boveu den grond verheven. Ze bestaan uit eene verdieping,
die in verscheidene kainers of vertrekken is afgedeeld, welke
doof verscheidene huisgezinnen bewoond worden. Hier en daar
ziet men een huis van ruw-gemetselde en met grove kalk aangestreken
steenen, zoo als b. v. de huizen der Goegoegoe’s en
Bobato’s of der Rijksbestierders en leden van den Rijksraad
van Siauw. In een dezer steenen huizen traden de heer ja n s e n
en ik binnen. Het was dat van den President van den Raad
van Bestuur of den Rijksraad, aan welken Raad, — na het over-
lijden van den voormaligen koning van Siauw en gedurende
de minderjarigheid van zijn’ nagelaten zoon jacob po n t o , den
tegenwoordigen koning van Siauw, (dien ik ter hoofdplaats Me—
nado als leerling der Gouvernements—school ontmoet had,) — de
regering des lands was opgedragen (1). Van binnen zag het huis
van den President er even ruw uit als van buiten, en het was
(1) De Radja’s op S a n g ie r worden door de bevolking gekozen, doch door het
Ncderlandsch Gouvernement aangestcld. De Regering heeft zieh desgelijks ook bij
traktaat de magt voorbehouden om de Radja’s te ontslaan of te verwijderen.