
het Portugesche vaartuig moet men het anker, dafc tusschen
de klippen was vastgeraakt en niet kon geligt worden, na vele
vruchteloos-aangewende pogingen eindelijk gekapt hebben, en
zou difc feit, — door de inboorlingen of de ingezetenen van Oma
aangeduid met de woorden: B o ew a n g -b is s i, d .i. „ het ijzer
(anker) is weggeworpen, — almede den naam van B o ew an g -
b is s i aan het eiland bezprgd hebben.
De negorij Oma strekt zieh längs het strand uit en heeft,
uit zee gezieu, een goed voorkomen. De huizen staan vrij-
geregeld en bijna allen op eene rij aan dem oever, en schuilen
zieh onder de hooge en breede kruinen van een aantal klapperboomen.
De gemeente telt er 654 zielen, waaronder £36
ledematen en 303 kinderen, en de school is bevolkt met 138
leerlingen. De kerk is keurig—n e t, en prijkt met fijn snijwerk,
waarmede kansel, banken, pultrum enz. versierd zijn.
Digt bij de negorij, — tusschen haar en W a sso e in, — ligt
de heete zwavel-bron van S ila , welke aan lijders aan jicht en
verlammingen goede diensten bewijst, - en een weinig ter zijde
staat, op een eenigzins verheven terrein, een goed steenen
woonhuis, in Europeschen tränt gebouwd. Dit huis, hetwelk,
naar ik meen, aan de negorij behoort en tot receptie—gebouw
dient voor den Gouverneur der Molukkos en den Assistent-
Besident van Saparoea en H a ro e k o e , had de Badja van
Oma voor mij in gereedheid doen brengen. Ik betrok een goed
gemeubleerde kamer, en mijn reisgenoot vond een dergelijk
vertrek voor hem in gereedheid. Ik was daar ’t huis als in
een eigen woning, en had nog nergens in de negorijen, be-
halve in het fort Z e e la n d ia te H a ro e k o e , zulk een ruim
logies aangetroffen. Het gansche gebouw was ter mijner dispositie,
en het noodige werd mij uit het huis van den Badja bezorgd.
Na mijn werk te Oma afgedaan, en den Badja, die ziek
was, een paar malen bezocht te hebben, keerde ik , vergezeld
van vele ingezetenen en van den meester met de altijd-zingende
schooljeugd, naar de op 3 palen afstands gelegen negorijen
H a ro ek o e en Sameth terug. De weg derwaarts loopt eerst
door groote klapper—aanplantingen en eene boschachtige streek,
doch later over eenige met lang gras en riet begroeide heuvelen.
Op een’ dezer heuvelen, ongeveer ter halver wege en bij een rivier
(de L a ik risa ? ), liet ik de dragers ophouden, want toen had ik een
prächtig gezigt op den berg A lak k a ,. werwaarts de ingezetenen
van K a rio e weleer, tijdens een’ opstand tegen de Portugezen,
vlugtten, - en verder op de schoone bergen en rivieren van
het eiland, - op de zee, waarin het eiland scheen te drijven, -
op de Straat—H a ro e k o e , — op het land van H ito e en
de ontelbare steile spitsen van Le ijtimor. Ginds ver-
rees de 3000 voet hooge S a lh o e to e , - däar de ongeveer
2000 voet hooge H o ri en de N o n n a , - en elders de
W aw an i, de -Latoea en anderen. Wel kan men niet van
deze bergen zeggen: // ze kroonen zieh met digte wolken,
waarin de stormen en onweders slapen, - en kleeden zieh met
liefelijk groen , gestikt met/ boomen en bosschen, geborduurd
met dorpen, meren, akkers, velden en vee, en gefeston-
neerd met kronkelende rivieren, beken en stroomen !”
Integendeel, ze zien er naakt en kaal als in den winter uit,
alsof de natuur vergeten had ze haar’ konings—mantel van
planten , boomen en gewassen om te slaan! Maar toch het
was een prächtig schouwspel, dat mij lang aan de piek,
waar ik stond, bleef . boeijen. Eindelijk moesfc ik toch verder
en daalde weer den heuvel af, en was weldra op de lange
houten brug, die over de rivier voor het fort Z e elandia
gelegen is. Op het midden van deze brug, waar de grens
is tusschen de negorijen Oma en H a ro e k o e , stonden de
Badja van H a ro e k o e en de Badja en Goeroe-besär van
Sameth met eenige, Burgers en de schoolkinderen. Hier wacht-
ten ook de mannen, die mijn’ draagstoel uit lianden van
de dragers van Oma zouden overnemen. Doch z ie t! dezen
weigerden om den draagstoel af te geven, en de dragers van
H a ro ek o e wilden hen natuurlijk hiertoe noodzaken!... Nu ont-
stond er veel gekijf en krakeel, en, — dewijl ik hieraan een
einde wilde maken, en ook dewijl de oude brug blijken scheen te