DERDE HOOFDSTUK.
Schaborteh. — Het feest der maansbrooden. — Feest-
maal in eene mongoolsche tent. — Toolholos of mongool-
sche rhapsoden. —• Dichterlijke overleveringen van Timur. —
Tartaarscbe opvoeding. — Werkzaambeid der vrouwen. —
Eene oude verlaten stad. — De weg van Peking naar Ki-
achta. — Kussisch-chineesch handelsverkeer. — Het russische
klooster te Peking. — De duivel der anderdaagsche
koorts. — Begrafenissen. — Het lamaklooster der vijf to-
rens. — Lijkplegtigheden der tartaarsche koningen. — Oor-
sprong van het koningrijk Efeh. — Ligchaamsoefeningen
der Mongolen. ■—ä Drie wolven. — Yoertuigen.................. 64— 88.
VIERDE HOOFDSTUK.
Een jonge lama wordt tot het Christendom bekeerd. —
Het klooster Tschortschi. — Bouwtrant der buddhistische
tempels. — Beschrijving van Groot-Kuren in het land der
Khalkhas. — Beis van den guison-tamba naar Peking. —
Het Kuren der duizend lama’s. — Proces tusschen den
lamakoning en zijne ministers. — Arenden in Mongolie. —
Het westelijke Tumet. ■—■ Landbouwende Mongolen. —
Aankomst in de Blaauwe Stad. •— Het volk der Mand-
schu’s. — Beschrijving van oostelijk Tartarije en zijne voort-
brengselen. — De Mandschu’s als boogschutters.............. 89— 111.
VIJFDE HOOFDSTUK.
De oude Blaauwe Stad. — Chinesche bedriegers. — De
herberg „In de drie volmaakthedeB.” — Geldwisselaars. —
Een mongoolsch muntvervalscher. — Kameelen en kameel-
drijvers. — Het vermoorden van een grootlama en opstand
der kloostermonnikken. — Onderhandelingen tusschen de
hoven van Peking en Lha Ssa. — Gezeten en landloopende
monnikken. — Politiek der Mandschudynastie ten aanzien
der kloosters. — Ontmoeting met een thibetaanschen lama. 112— 129.
ZESDE HOOFDSTUK.
Een Mongolenvreter. — Groote karavaan. — Aankomst
te Tschagan-Kuren. — De Gele Bivier............................ 130— 137.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Verdelging van het oDgedierte. —• Morsigheid der Mongolen.
— Yoorstellingen der lama’s betrekkelijk de zielsver-
huizing. — Nomadenleven. — Watervogels. — De yüen-
yang. — Yischvangst. — Ku-kuo of St. Ignatiusboon. —
De Paga Gol. — Een minister van den koning der Ortus. 138— 146.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het land der Ortus of Ordos. — Bebouwd land en zan-
dige steppen. — Begeringsvorm bij de mongoolsche Völkern
— Adel. — Slavernij. — Een klein lamaklooster. —
Yerkiezing en aanstelling van een levenden Buddha. —
Kioosterregelen en studien. — Een hevige storm. — Mongoolsche
trouwplegtigheden. — Yeelwijverij en echtschei-
ding. — Het vrouwelijke geslacht bij de Mongolen. . 147— 165.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Een vruchtbaar dal. — Pelgrimstogten. — Lamaische
ceremonien. — Het klooster Basche Tschurin. — Gebed-
molens. — Twist van twee lama’s. — Beschrijving van
den Tabsun Noor of het Zoutmeer. — De kameelen in
Mongolie......................................................................................166— 176.
TUENDE HOOFDSTUK.
Mongoolsch feestgelag. — Diepe putten. — De leger-
plaats bij de Honderd Bronnen. — Ontmoeting met den
koning van Aleschan. — De jaarlijksche reizen der mongoolsche
vorsten naar Peking. — De keizer als valschemun-
ter. — De duivelsput. — Een overgang over den Hoang
Ho.......................................... ; .......................... ... 177—189.