ELFDE HOOFDSTUK.
Herberg „In de geregtigheid en de erbarming.” — De
provincie Kan Su. — Akkerbouw en bewaterinOe. — Ninso:
Hia. —■ Herberg „De vijf gelukzaligheden.” — Zandbergen.
—■ De weg naar Ili. — De groote muur. —5 De
Dschiahurs. — Gesprek met een levenden Buddha. — Herberg
„In het gematigd climaat.” — Het Ping Keu-geberg-
te. — Watermolens. — Si Ning Pu. — Aankomst te Tang
keu eül........................................................| ............................... pgo
TWAALFDE HOOFDSTUK.
De weg naar Thibet. — Eene karavaan van Khalkha;,-
Mongolen. — De zoon van den koning van Ku-Ku-Noor. —
Sandara de baardige. — Thibetaansche taalstudien. — Kud-
denroof. — Groot tumult in Tang keu eül. — De Langha-
rigen en de Muzelmannen. — Peestelijkheden op nieuw-
jaar. — Onze tent in het pandhuis. — Het lamaklooster
Kunbum en zijne bewoners. — Het bloemenfeest.. . . 209-
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Wonderbare geboorte van Tsong-Kaba.—• Zijn apostolaat
en zijne reis naar het westen. — Zijn onderhoud met den
opperlama van Thibet en hervorming van de Buddhadienst. —
Buddhismus en Catholicismus. — De boom der tienduizend
beeiden. — Gebeden. — Pelgrimstogten. —■ De lama’s en
het Christendom. — Vertrek naar Tschogortan.............. 229-
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Het lamaklooster Tschogortan. — Bespiegelende lama’s. —*
Herdefslama’s. — Buddhistische leerstellingen. —> Verkon-
diging van de Buddhaleer in China. — De zwarte tenten. —
Zeden en gebruiken der Si fan. — De yak of langharige
os. — Eene lamakroniek over den oorsprong der volken. —
Het plantenrijk. — Indeeling der argols. — Booversge-
schiedenissen. — Oprigting van de vredespyramide. — Vertrek
naar den Ku-Ku-Noor.................................................... 248-
208,
•228.
■247.
261.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Aan den Ku-Ku-Noor. — De Kolostammen. — De groote
karavane. — Overgang over den Puhain Gol. — De Mongolen
van Tsaidam. — Ongezonde dampen op den Burhan
Bota. — Beklimming der bergen Schüga en Bayen Kha-
rat. — Wilde ossen. — Koude en roovers. —• De hoog-
vlakte van Tant La. •— Minerale bronnen. — Woestijn-
brand. —• Het dorp Na Ptschu. — De vlakte aan den
Pampu. — Aankomst te Lha Ssa......................... ... 262— 284.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
De hoofdstad der buddhistische wereld. — Paleis van
den tale lama. — De Thibetanen en hunne vrouwen. —
Nijverheid. — Goud- en zilvermijnen. — Vreemden in Lha
Ssa: Pebuns, Chinezen, Kats chi's. — De Stelling van Thibet
tegenover China. — Wij komen in aanraking met de
overheid. — Begeringsvorm. — De grootlama van Dscha-
schi Lumbo. — Broederschap der Khelans. — Profetien. —
Tragische dood van drie tale lama’s. — Ki Schan. —
Veroordeeling van den nomekhan. — Opstand in ’t kloos-
ter Sera....................................................................................... 285— 307.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Spionnen van de policie. — Wij verschijnen voor den
regent en worden door Ki Schan verhoord. — Een nacht
in gevangenschap. — Vertrouwelijkheid van den gouverneur
der Katschi’s. — Huiszoeking en onderzoek naar landkaar-
ten. — Wij wonen in een huis van den regent en predi-
ken het Evangelie. — Een microscoop. — Gesprekken met
Ki Schan. — Het Buddhismus. — De pokken. — Begra-
fenissen......................................................................................... 308— 328.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Van Lha Ssa naar Europa. — Moeijelijkheden met den
chineschen gezant en diens twist met den regent. — Onze
uitwijzing wordt bevolen. — Berigt van Ki Schan aan den
keizer. — De thibetaansche tijdrekening. — Nieuwjaar. —