TIENJARIGE CYCLUS. TWA ALF J ARIGE CYCLES.
MonT
h ib e - MonT
h ib e -
g o o ls c h . ta a n s c h . g o o ls c h . ta a n s c h .
5 Scheré Sa Aarde. — Lu Lschuck Draak,
6 » 99 — Mokhé Phrul Slang.
7 Temur Dschack IJzer. — Mori Rta Paard.
8 „ 39 39 — Khui Luk Earn.
9 Ussu Tschon Water. — Betschi Préu Aap.
10 „ 93 99 — Takia Schia Hoen.
11 — -------- -------- — Nokhe Dschi Hond.
12 — -------- -------- — Khakhé Phak Zwijn.
Om den zestigjarigen cyclus te vormen, voegt men de beide
eerste cyclussen op de volgende wijze zamen.
ZESTIGJABIGE CYCLUS.
M o n g o o o lsch .
1 Moto khulukhana Houtmuis.
2 Moto ukhere Houtos.
3 Gal bara Vuurtijger.
4 Gal tolé Vuurhaas.
5 Schere hi Aarddraak.
6 Scheré mokhé Aardslang.
7 Temur mori IJzerpaard.
8 Temur khui IJzerram.
9 Ussu betschi Wateraap.
10 Ussu takia Waterhoen.
11 Moto nokhe Houthond.
12 Moto khakhé Houtzwijn.
13 Gal khulukhana Vuurmuis.
14 Gal ukhere Vuuros.
15 Scheré bara Aardtijger.
16 Scheré tolé Aardhaas.
17 Temur lu IJzerdraak.
18 Temur mokhé IJzerslang.
19 Ussu mori Waterpaard
20 Ussu khui Waterram.
21 Moto betschi Houtaap.
22 Moto takia Houthoen.
M o n g o o lsch .
23 Gal nokhe Vuurhond.
24 Gal khakhe Vuurzwijn.
25 Schere khulukhana Aardmuis.
26 Schere ukhere Aardos.
27 Temur bar a IJzertijger.
28 Temur tole IJzerhaäs.
29 Ussu lu Waterdraak.
30 Ussu mokhe Waterslang.
31 Moto mori Houtpaard.
32 Moto khui Houtram.
33 Gal betschi Vuuraap.
34 Gal talma Vuurhoen.
35 Schere nokhe Aardhond.
36 Schere khakhe Aardzwijn.
3 7 Temur khulukhana I Jzermuis.
38 Temur ukhere IJzeros.
39 Ussu bara Watertijger.
40 Ussu tole Waterhaas.
41 Moto lu Houtdraak.
42 Moto mokhe Houtslang.
43 Gal mori Vuurpaard.
44 Gal khui Vuurram.
ZESTIGJARIGE CYCLUS.
M o n g o o ls ch . M o n g o o lsch .
45 Schere betschi Aardaap. 53 Gal lu Vuurdraak.
46 Schere takia Aardhoen. 54 Gal mokhe Vuurslang.
47 Temur nokhe IJzerhond. 55 Schere mori Aardpaard.
48 Temur khakhe IJzerzwijn. 56 Schere khui Aardram.
49 Ussu khulukhana Watermuis. 57 Temur betschi IJzeraap.
50 Ussu ukhere Wateros. 58 Temur takia IJzerhoen.
51 Moto bara Houttijger. 59 Ussu nokhe Waterhond.
52 Moto tole Houthaas. 60 Ussu khakhe Waterzwijn.
Deze cyclus wordt telkens na verloop van zestig jaren weder
aangevangen, en ’t is te denken, dat daardoor in de tijdrekening
groote verwarring moet ontstaan, wanneer men niet eene vaste,
zekere methode heeft, om van de reeds afgeloopen cyclussen naauw-
keurig rekenschap te geven. Om dit gebrek zoo veel mogelijk te
verhelpen, geven de landsheeren aan hunne regeringsjaren een bij-
zonderen naam en worden de cyclische tijdperken in dier voege
vastgesteld, dat geen misverstand kan heerschen. Zoo zeggen b. v.
de Mongolen: „Het achtentwintigste jaar van Tao Kuang, ’twelk
is dat van den Vuurram,” namelijk 1848. In China heeft de tegenwoordige
cyclus van zestig jaren met 1805 een aanvang genomen;
de jaarsrekeningen na de regering van Tao Kuang dagtee-
kenen van 1820, want in dat jaar beklom deze keizer den troon.
Hier dient aangemerkt te worden, dat de benamingen Schün Tschi,
Khang-Hi, Yung-Tsching, Kien-Long, Kia-King, Tao-Kuang niet
de n a m e n der zes eerste keizers uit de Mandschu-dynastie zijn,
maar speciale aanduidingen, om de perioden hunner regering te
bepalen.
De Thibetanen hebben het gebruik van den tien- en den
twaalfjarigen cyclus aangenomen; zij bedienen zieh daarbij echter
nog van eene veel ingewikkelder zamenstelling dan de Mongolen, en
verkrijgen daardoor een cyclus van 252 jaren. De twaalf eersten
dragen eenvoudig den naam der twaalf dieren; dan worden deze
namen met die der vijf elementen zaamgekoppeld, en tweemaal her-
haald, tot men aan het jaar 7 2 van den cyclus is gekomen. Daama
voegt men er nog het woordje po (mannetje) bij, en brengt het
zoo tot het jaar 132; vervolgens het woordje mo (wijfje), waarmee
men tot 192 vordert; ten laatste zet men bij afwisseling nog po
en mo tot aan het einde van den cyclus. Men ziet, dat een zoo-
22