bergen hebben , stroomcn vele andere rivleren naar de Oostkust, die ein-
delijk, onder de benamingèn van I n d r a g i r i e , Rampar - Besaar
en T a b o n g o f S i a k , zieh met de Z e e vereenigt.
Ten N . van Padang zijn in de P adangsche-B ovenlanbsn , weinig mijlen
afstands van elkander, twee aanzienlijke meren, S i ng h ar n of Si-
manwang en het Me e r - d e r -T i e n -Ro t a ’s.
De voortbrengselen der P adangsche-B ovenlanben zijn zeer onderschei-
den , want de gronden zijn hier hooger , daar lager , in sommige stre-
ken nreer, in andere minder vruchtbaar. Het Agamsche en de daar-
omstreeks gelegene hooge districten zijn geschikt voor gewassen en groen-
ten der gematigde luchtstreek, ah aardappelen, kool , erwten, boonen
en dergelijke. Voorts heeft men er rijstbouw , gambier en kofBjtuinen ,
tabak , jagong , katjang , kapok , suiker, doeh niet genoeg om uit te
voeren cnz. Op eenige plaatsen schijnt de echte kaneelboom te buis
te behooren. Er zijn weinig boomvruchten, daar de boomen , in den
oorlog tegen de Padries, veelal omgehouwen zijn. Men houdt zicb bezig
met goudgraven en ijzersmelten, dewijl deze beide delfstoffen hier in
het gebeel niet schaarscb zijn , en in groote zuiverheid gevonden worden.
In de bewerking daarvan is men echter niet ver gevorderd,
PADANG-TARAR, kaap in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Borneo,
aan de Westkust.
PADANG-TIKAR, ook wei enkel P adang genoemd, eil. in Oosl-Indie,
in de Indische- Z e e , aan deWestkust van Borne», 33° Z. B., 127° 0 . L.
PADA-OERIEP, d. in Oost-Indie, op bet Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. resid. Magelang.
PADAPALE, plaats , van welke bij M esco wordt gewag gemaakt, op
bèt jaar 1212, als zijnde zeer dfgt bij de stad Groningen gelegen. Te-
genwoordig wordt zij P abdepoel gehéeten. Zie dat woord.
PADAS, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid. Soe-
rakarla.
Den 24 Februarij 1828 werden de muitelingen door de onzen , onder
de bevelen van den Rapitein Te» H ave , van hier verdreven.
PADATA, bosch in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, res.
Pekalongan , distr. Wonosobo,
Dit bosch levert soeren-, poeloe-, sempoe- en waroe-hout op , dat van
een nitgestrekt nut i s , doordien het aldaar gewildé waroehout voor het
binnenwerk van praauwen en het sempoe- en soerenhout voor alle werken ,
welke niet aan weder en wind zijn blootgesteld, gebruikt kan worden.
PADA-WETAN , d. in Oosl-Indie, op bet Sundasche eil. Java, resid.
Pekalongan, 303 palen 0 . van Batavia, 64 palen W. van Sama-
rang en 6 j palen W. van Pekalongan;
PADDE-GAT (HET), water in Rijnlànd, prov. Zuid-Holland, gem.
Het is een iribani len o . W. van het Braassémer-meer, waaraan het
d. Roelofarends-veen ligt en waarin de Wijde-Aa uitloopt.
PADDEGRAAF (DE) , waterloop in den Polder-van-der-Eigen, prov.
Noord-Braband, welke een aanvang neemt àan den Repkensdonk-dijk
onder Nuland. Hij heet, tot aan den Nulandsche-kerkdijk , Resine-
Paddeguaaf, van daar tot aan den Kruisstraatsche-dijk, onder Rosma-
len de Groote-Paddegraaf en de Rompebt-Wetering , en loopt zoo onder
verschitlende benamingen op de Maas uit.
PADDEHUIS , voorm. state , prov. Friesland , kw. Westergoo , griet.
Wonseradeel, arr. en 3 a. W. ten N. van Sneek, kant. en 4 u. W.
van Bolsmard, $ u. N. Ö. van Ermorra, waarloe zij behoordc.f^ W / f y
PADÜEN-BURG , voorm. buit. in het Nederkwartier der prov. Utrecht r
arr. en 41 u. N. W. van Utrecht, kant. en l-£ u. N. W. van Loenen,
gem. Abcoude-Baambrugge, niet ver van Baambrugge. — Tcrplaatse,
waar zij gestaan heeft, ziet men thans eene boerderij.
PADDENPOEL (HET HUI&-TE-), P am>in g p o e i , P eb ikenpoel of P ode-
kenpoel , voorm. kast. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant. en
£ u. N. van Leyden, gem. Oegstgeest-en-Poelgeest, \ u. Z. W. Varr
Oegstgeest , aan de westzijde van den tegehwoordigen Leydsche straatweg.
Dit slot besloeg eene oppervlakte van zes en dertig,morgen (32 bund.
73 v. r. 63 v, ell.) land en werd van den ßurggraaf van Leyden , als Heer
van Wassenaer, ter leen bezeten. Den 4 Maart bewilligde W illem III,
Graaf van Holland, aan den Burggraaf van Leyden om het H dis- t e -
P odekenpoel met het land uit te geven aan D ir k van der M ade , zijnen
neef. — D ir k van W assenaer , Burggraaf van Leyden , beleende, in 1372 ,
F il ip s A rendszoon van D a m m e , zijnen neef, met de woning te Poel,
met al haar toebehooren en met de.zeven morgen (3 bund. 96 v. r.
10 v. ell.) lands, die Heer A » S « , zijnen neef, van hem gekocht
had. Het werd op bevel van Hertog A lbrecht van B e ijer en , Graaf
van Holland, in het jaar 1393 vermeid, onjdat Heer F il ip s van W assenaer
liad deel genomen aan den moord van Jonkvrouw A l eid van
P oelgeest en W illem R u z er. Na de bevrediging van de verbannen,
Edelen met den Hertog, schijnt de Burggraaf het huis weder te hebben
opgeboüwd. Want den 12 Februarij ontving Hertog W ill em van
B e ijeren van F il ip s van W a s s en a er , Burggraaf van Leyden, den huizo
en hofstede te P odekenpoel, met den boomgaard , singels en grachten ,
houdende te zamen omtrent vijf morgen (4 bund. 23 v. r. 79 v. eil.)
lands; alsmede drie en twintig morgen (19 bund. 36 v. r. 63 v. eil.)
broekland en acht morgen (6 bund. 81 v. r, 26 v. eil.) geestland,
tot de voornoemde hofstede behoorende, daaromtrent gelegen en gaf
het aan hem weder, om het ten onversterfelijken ertleen te hou-
den. Ook hield er de Burggraaf zijn verblijf, tijdens het uitbreken
van den opstand tegen Hertog J an van B e ije r e n , en het werd, in 1420,
toen Leyden door dien Hertog belegerd werd, ingenomen en tot een
blokhuis ingerigt. Den 17 Augustus 1428 gaf J acoba van B e ijer en aan
H enbrik Heer van W assenaer tot eenen vrijen eigendom de hofstede van
P oeckenpoel , met dat er op Staat en met omtrent acht en twintig
morgen (23 bund. 84 v. r. 42 v. ell.) lands, die hij te voren van
haar te leen gehouden bad, met magt om die te verkoopen , te verzet-
ten enz. Den 18 Augustus 1428 is de hofstede van P okenpoel met acht
en twintig morgen lands, door B o u b ew ijn van Z w ib t e » , Thesaurier
van Holland , Zeeland en Friesland , gekocht van Heer H en d r ik van
W assenaer en volgens fundatiebrief van 2 Februarij 1431, gemaakt tot
een klooster van Nonnen, Regularessen van de orde van St. A ugustinus,
onder den naam van M a r ien po e l . Zie dat woord.
PADDENPOEL (DE), heuvelachtig veld in de Over-Betuute, prov. Gel*
derlana , arr. Nijmegen, kant. E ls t, gem. en 10 min. 0 . van Hemmen.
Men wil dat hier vroeger een klooster geslaan heeft, waarvan zieh
de keldcrs nog onder den ploeg des landmans verloonen ; terwijl op
den hoogen heuvel, het getrappel der paarden eenen hollen.klank ver-
oorzaakt. Het volk maakt elkander diets, dat men de Nonnen des
nachts in haar oud gewaad met eene groote wasch naar een afgelegen stuk
gronds zoude zien treden , waar zij die, om haar te bleeken, iu de
maneschijn uitspreiden , soms had men de blaauwe mand nog naast de
bleek zien staan, soms zag men op- en nederwandelende ßeggijnem.