PUTTEN (LAND-VAN-), voorm. heerl,, leenroerig aan de Duitsclie
Keizers cn later Ban dfe Graven van Holland , prov. Zuid-Holland,
gedeeltclijk ten Z. van de Oude-Maas ende Nienwe-Maas, gedeeltelijk in
Over-Flakke, en met haar geheele grondgebied ten oosten van de landen
van Voorn gelegen , bcstaande aldus uit onderscheidene landstreken ,
die hare bijzondere verdeeling badden , doch volgens de zelfde herkom-
sten bestuurd werden.
De naamsreden dezer landstreken , verliest zieh In hoogste oudheid ,
men vindt dat dit land , reeds in den jare 1048, zijne bijzondere Heeren
gehad heeft. Men leest in dien tijd van eenen Heer G e r r i t van P u t t e n ,
die, in het gemelde jaar , door zijn beleid , de stad Dördr*cht weder
onder de magt van Graaf D irk IV , gebragt heeft. Naderhand vindt
men, in den jare 1229 gewaagd van Heer K la a s v an P u t t e n , onder
wiens nakomelingen een Heer geweest is van den zelfden naam , die
in het jaar 1 3 0 4 , met behulp van die van Dordrecht, de Brabanders
uit Zuid-Holland verdreef. Hij had eenen zoon , die mede zijnen naam
voerde, door wiens erfdocbter de heerlijkkeid v a n P u t t e n in het ge-
slacbt der Heeren v an A lte n a geraakt i s , welke, in latere tijden ,
tevens Heeren van Strijen, Abcoude en Gaasbeek waren. Omtrent het
midden der vijftiende eeuw, werden de goederen van den Heer J a k o b
v an Gaa sb e ek , waaronder ook de heerlijkheden van Putten en Strijen,
ten behoeve der grafelijkheid aangeslagen , ter gelegenheid dat Heer
J a k o b , te paard rijdende , zijn zoon A n th o n is , met den halster of toom
aan den slaap van het hoofd sloeg, aan welk ongeluk hij dood bleef.
Deze verwisseling van Heer wordt door sommigen gesteld op het jaar 1439,
en na den dood van Heer J a k o b van Gaasbeek ; maar wij vinden
in eenen brief van Hertog F i l ip s v an B o g rg o n d ie , van den jare 1486 ,
dat deze toen de heerlijkheid, reeds bij overgifte van den Heer v an
Gaa sb e ek bezeten heeft. K a b e l v an B o u rg ö n d ie noemde zieh , in den
jare 146 4 , bij het leven van zijnen vader Heer van Putten en Strijen.
Sedert is de heerlijkheid aan de grafelijkheid gebleven. In vroe-
gere tijden, toen Holland en Zeeland onder eenen gemeenen Graaf
stonden, schijnt men weinig onderscheid geinaakt te hebben, onder
welke provincie deze landen behoorden , waarover naderhand
verschil gerezen is ; doch de provincie' Holland is langen tijd in het
bezit daarvan geweest, gelijk zij nog tijdens de omwenteling van 1798
onder bare oppermagt stond en thans weder daartoe behoort.
Het hooge regtsgebied van het L a n d -v a n -P c tte n werd vroeger geoe-
fend door den Ruwaard-Baljuw en Leenmannen, die de hooge vierschaar
spanden op den Hove van Putten , te Geervliet. Het ambt van Ru-
waard, waarvan de Staten van Holland en Westfriesland de aanstel-
ling hadden , is zeer aanzienlijk geweest, en werd door voornamc per-
sonen uit de provincie bekleed ; zijnde onder andere d e , door zijn
ongelukkig omkomen, vermaarde C o rn e lis de W i t t Ruwaard van P u t t
e n geweest.
P u t t e n was in de elfde eeuw nog een geheel aan elkander verbon-
den landschap, slechts met kleine vaarten, vlieten en kreken door-
sneden , zoo als de Bor ni s s e , welke P u t t e n van V o o rn e scheidde,
de W i e d e l e en de Ha r i n g - v l i e t , die tusschen de landen door
naar de Hals of Scharren-zee vloeide, welke zieh ten Zuiden van Goe-
derede in zee stortte; dan in de twaalfde eeuw (vermoedelijk omtrent
•1170) werd dit landschap door slormen cn hooge zee verwoest en van
elkander gescheurd, waardoor een gedeelte in blikken en slikken ver-
anderde, die eerst in de zestiende eeuw onder den naam van de
Be i i e rlanden weder zijnfngedijkt. De groote watervlakte, welke door
de verwocsting van P u t t e n ontstond en het H o l l and s - d i e p en
Vl a k t e of het Yl a k k e daarstelde,. en de Har i n g - v l i e t verwijde,
deed ook nieuwe vaarwaters ontstaan en gaf aanleiding tot het leggen
van die zware Graaflijkheids-tol op den Vlaamsehen en Brabandschen
handel, welken onder den naam van G e e r v l i e t s e h e - t o l bekend
was, en eerst in 1798 is opgeheven geworden. *
Het L a n d - v a n - P u t t e n kan verdeeld worden: 1 . m P u t t e n binnen
den R in gdi j k ; 2°. Put t e n bui t en d e n R in gdi j k ; 5 .
Pu t t e n over de Maas; 4 °. P u t t e n over he t S puy of S p o e i j e
en 8“. Put t en over het Yl akke of Flakke e.
In den ring liggen : Ge e r v l i e t , voormaals de hoofd- of eemge
stad van P u t t e n ; de dorpen : Spi j ke ni s s e Hek e l i n g e n , S imo
n s h a v e n en Bi e r t , benevens de pold Br a ba n d Vr i e s -
l a n d Ou d - S c h u d d e b e u r s , F i k k e r s h r l e n S c h i e k amp .
Buiten den ring zijn: het dorp Z u i d l a nd , een gedeelte van He-
k e l i n g e n , Ve l g e r s d i j k , Stom p e r t en d eOude - en Ni e uwe -
Ui t s l a g - v a n -P u t t e n .
Over de Maas worden gerekend de hooge heerlijkheid Rho on en
P en d r e c h t en de dorpen Po o r t u g a a l , Hoogvl i et , P e rms ;
Char loi s , Ka t endr ec ht en ’s Gr a v e n -Amb a e h t .
Over het Spuy liggen de dorpen Gou d s w a a r d , gezegd de Koarndi
jk en Piershi l . ,
Over Flakkee liggen de ambachtsheerhjkheden : O o l t g e n s p l a a t ,
den Bomm e l , S t a d aan ’t Ha r i n g v l i e t en de hooge heerlijkheid
van Mi dde lharni s .
Het grondgebied dier voonnalige heerl. hevat alzoo thans de gem.:
Bi e r t - e n - S t omp e r t , den B omme l , Ch a r l o i s , Ge ervl i e t ,
Uoudsw a a r d , He k e l i n g e n - e n -Vr i e s l a n d , Ho o g v l i e t Kat
e n d r e c h t , Mi dde lharni s , Oo l t g e n s p l a a t , Pe rni s^bmal -
l a n d - e n -O o s t b r o e k , Pi e r s h i l , P o o r t u g a a l - e n -Al b r a n d s -
waar d, R h o o n - e n - P e n d r e c h t , S c h u d d e b e u r s - e n - S im o n s-
h a v e n , S p ij ke n i s s e - e n - Br ab and , Stad-aa n - ’t.Hari ngyl i et
en Zuidland-en-Velgersdi jk, uitmakende gedeelten van de kant.
Br i e l l e , So mm elsdi jk , Rid derke rk en 0 ud-Bei jerla n d. Het
L a n d - v a n - P u t t e n beslaat alzoo, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 24,871 bund. 97 v. r. 34 v. eil., waaronder 23,321 bund. 88 v. r.
71 v. eil. belastbaar land. Men telt er 2687 h., bewoond door 4076
huisgez., uitmakende eene bevolking van 20,300 inw., die meest hun
bestaan vinden in den landbouw. _
De grond bestaat er meest in sterke en vette klei, die zoer wel be-
bouwd wordt en allerhande granen , aardgewasseD en peulvruchten
voortbrengt. Inzonderheid wordt hier de meekrapplant gekweekt,
waartoe deze grond boven anderen bekwaain is.
De Herv., die er 18,000 in getal zijn, onder welke 8000 Ledema-
ten, maken de volgende vijftieo gem. uit: den B omme l , Charl
o i s , Geer vl i e t , Heke l ingen, Hoog vl i e t , Ko r e n d y k , Midd
e l h a rn i s , Oo l t g e n s p l a a t , Pe rni s , Pi e r s h i l , Po o r t u g a a l -
e n - A l b r a n d s w a a r d , Sinaonshaven-e n- Bi e i ’t, S p i j k e n i s s e ,
S t a d - a a n - ’t Ha r i n g v l i e t en Zuidland.
De R. K., welke er 2300 in getal zijn , worden gedeeltelijk tot de
stat. van Brielle, gedeeltelijk tot die van Middelharnis-en-SommeU-
dijk, gedeeltelijk tot die van Rhoon en gedeeltelijk tot die van Ooli-
R /u v nm b / (TPrPKPHfi.