kerk is tot eene redelijke hoogte opgetrokkcn en van binnen zeer ge-
schikt tot oefening van de godsdienst, doch van geen orgel voorzien.
De torcn was voorheen vrij hoog; doch is in het jaar 1830 om zijne
bouwvalligheid veel verlaagd. Hij rijst van onderen vierkant op tot
boven hetdak, vanwaar een gebogen spits opgaat, welke vroeger zoo-
wel als de toren, van tufsteen was gebouwd ; doch sedert de verla-
ging van metselsteen is. Yan binnen heeft deze toren klok en uurwerk.
De vergaderplaats der Collegianten , stond aan het oosteinde van het
dorp, en was een ruim en luchtig vertrek, hetwelk weinig aanzien
had,doch een vrij groot getal toehoorders kon bevatten. Niet verre
van daar was nog een groot huis rnet zijnen tuin , behoorende aan eeni-
gen van die gezindte, waarin op den tijd der bijeenkomst, onder-
scheidene der zoogenaarade Rijnsburgers lum verbiijf vonden. Thans
dienen beide gebouwen , voor zoo ver zij nog in wezen zijn , tot woon-
huizen.. De vijver en kom der indompelingisgedempten tegenwoordig
tot bouwland aangelegd.
Men heeft te R ijn sb ijrg ook een Gaslhuis, tot onderhoud van oude
en arme personen. In het jaar 1692 , is de diakonie van R ijn sb u r g
met dit huis vereenigd , zoodat uit de inkomsten alle de armen van dit
dorp, die van de Hervormde godsdienst zijn, worden onderhouden.
Het is zeer bloeijende geworden door het innemen van proveniers, die
hier hunnen kost koopen. In den jare 1845 is het oude gebouw af-
gebroken en een nieuw daarvoor gebouwd hetgeen in het best gedeelte
van bet dorp staande, tot een sieraad daarvan strekt, volgens
overleveringen is dit oude gebouw, ten lijde van van d e r C odde , eene
rederijkerskamer geweest, bekend onder den naam van de R o o d e n-
Roos .
De kermis valt in veertien dagen na H. Drievuldigheid,
R i j n s b u r g , is de geboorteplaats vftn den Oosterschen Taalgeleerde
G c i l i e lm u s C o d d a e c s (W i l l e m v a n d e r C o d d e ) , geb. den 8 Februarij
1 57 5 , f in 1619, en van den Nederduitschen Dichter en geleerde J oa
c h im O u d a a n , geb. den 7 Oclober 1 6 2 8 , •{• den 26 April 1692 , die
tot de collegianten behoorde en een ervaren Penningkundige , zoo in die
der Romeinen als des Vaderiands , was. Ook heeft hier eenigen tijd
de Wijsgeer B e n e d i c t e s ( B a r u c h ) S p in o s a zijn verbiijf gehouden , in het
slijpen van glazen voor verrekijkers zijn onderhoud vindende.“ Men wijst
er het huis, waar hij gewoond heeft, nog aan. Het heeft in den
muur het volgende opschrift, met eene kleine verandering ontleend
aan cen der dichtstukken van D i r k R a p h a e l z . K am p h u i z e n (1).
Ach waren alle menschen wijs
En wilden daarbij wel
Dan was deez' aard een paradijs
Nu is ze maar een hei.
De Noormannen, in het midden der negende eeuw, een Priester te
Noordwijk , J erokn genaamd , wegens zijn heilig leven , aangegrepen ,
deerlijk gcpijnigd en eindelijk onthalsd hebbende , werden omtrent R ijn s -
bu rg , door eenige Friesche benden, onder het geleide der Graven G er -
i o f en T ib b o l t , aängetast, waarop er een hevig gevecht plaats had,
in hetwelk de beide Graven sneuveldeni
De oude Hollandsche kronijk verhaalt, in het leven van D ir k I I , Graaf
tan Holland, dat de Friezen in opstand kwamen , het juk alschud*
den en met eene talrijke krijgsmagt in Holland vielen , het land te
(1) Maysdnti Morgemtondt, te vinden in ’sm a n s Stkhtel. Pdjmen , D. I I I , b l, 283.
vuur en te zwaard verwoestten en alles wat bun tegenstond ter neder
bieuwen. Zij vielen in Alkmaar cn staken den brand in die stad.
Geheei Kennemerland werd door hen afgeloopen en deerlijk verwoest,
betgeen het kloosler te Egmond ook ten deel viel. Eindelijk voor
den bürg en de stad Leyden körnende, werden zij gestuit door de
kloekmoedigheid van den Burggraaf. Deze zieh te zwak oordeelende ,
om hiin tegenstand te bieden , verzocht aan Graaf D irk , hem te
komen ontzetten. De Graaf maakte terstönd alle toebereidselen ,
kwam te Leyden en daagde de Friezen uit, om hem slag te leveren.
Deze , zieh op hunne talrijke magt verlatende, wilden den bepaalden
tijd niet afwachten, maar terstond tegen den Graaf tc velde trek-
ken , in het denkbfceld , dat de overwinning hun niet ontgaan kon.
Daardoor werd de Graaf genoödzaakt, ijüngs zoo veel volks hijeen
te rapen , als hem slechts inogelijk was. De Graaf, aan het hoofd de-
zer benden , in het veld Versehenen zijnde , tastte de Friezen met eene
zoo voorbeeldelooze dapperbeid aan , dat hij hen , na een bloedig gevecht,
versloeg en hun gering overschot op de vlugt dreef. Dit bloedig ge*
vecht viel voor te R i j n s b u r g , omtrent de plaats waar naderhand het kloos-
ter van dien naarn gesticht werd.
' In het jaar 1260 gaf Vrouw A e e id , als Voogdes van F e o r is V ,
Graaf van Holland, aan R ijn sb u r g vrijheid van den toi te Niemands-
vriend, en in het jaar 1263, van dien te Moordrecht, wordende die
tolvrijheden in latere tijden, nog aanmerkelijk vermeerderd.
In 1574 en 1575 had dit dorp veel te lijden van den moedwil der
Spanjaarden , die zieh ih de abdij gelegerd hadden en deze , naar men
wi l , later deerlijk verbrand hebbeh.
Na de omwenteling van het jaar 1787 had de Patriotsche partij te Ru n s -
b u r g , waar men éen gewapend genoolschap epgerigt had, veel te lijden.
Plunderzieke banden repten zieh in het vernielen van de goederen , zoo
der dorpelingen , als der zoodanigen, die in deze aangename streek
het stille buitenleven gezöcht badden. De zuster van den Hoogleeraar
P e t r b s C a m p e r , de weduwe van den Advocaat H e k k e n h o e k , van eene tegen-
géstelde staatkundige denkwijzé, met baren broeder, te R i j n s b u r g , op een
builengoed levende, zag zieh genoodzaakt dit met de vlugt te ontrui~
men en het , tot hare groote schade, aan de schendzieke handen der
dolle plunderzucht over te laten.
Het wapen van Rijnsbbrg bestaat in een veld van g.oud •, met eenen
bürg van keel , hebbende eene poort en eene dubbele trans vdn schiet-
gaten.
. R1JNSBÜRG, vroeger genoemd het R oode-H of , voorhi. adell. slo t,
thans eene buitenpl. op het eil. IValclieren, prov. • Zeeland ^ dislr.,
arr . kaut. en 2 u. N. \Y. van Middelburg, gedeeltelijk gem. en J u.
0 . van (Joslkapelle, gedeeltelijk gem. Serooskerke-Rijnsbai'g-en-Uon-
degems-Ambacht; | u N. ten W. van Scrooskerke.
Het is een zeer oud sttik goed ; loebehoord hebbende aan de abdij
van R ijn sb d r g in Holland bij Leyden , van waar het zijn naam ontleende
en waaraan het met vele onderbqorige landen , benevens vrijdom van
beden en lasten, ten tijde der Graven, geschonken was.
Na de Reformalie is het door de Slaten als vrij allediaal goed verkocht
aan Jonkheer A l e x a n d e r v a n H a O l t a i n . Nadien heeft er de Heer
I saöc G odin een schoon lusthuis met eenen vrij boogen toren opgebouwd ,
en er fraäije plantaadjen aangelegd , welk een ander, door den volgenden
bezitter, Mr. W i l l e m v a n C i t t e r s , weder herbouwd , vergroot en aanmerkelijk
veranderd is geworden. Eindelijk wordt het sedert 1826 in