en etreeft naar liet liuis van den Pachter P i e t e r v a n d e r S t e e r , dai
eerlang, bestormd en deerlijk geplunderd werd, zonder dat de Burge-
meeslers, die de trom alomme hadden doen roeren, een genoegzaam
getal ge>*apende sell utters konden op de Leen krijgen. De Burgemeester
W i l i e m B a s t i a e n s z . S c h e p e r s , vergezeld van den Secrelaris E m a n u e l v a n
W e i s e r e s en van eenige burgers, deed echter, oratrent middernacht,
de plunderaars, die zieh nu zat gewoed badden, bet huis ruimen, oP-
scboon zij dat van den Scbout ook met plundering bedreigd hadden. Da
Pachters zieh des anderendaagsnaar ’sGravenbage begeven hebbende, brag-
ten te wege, dat er drie kompagnien rniters naar R o t t e r d a m werden ge-
zonden, die, eerlang door bonderd enzestig knechten, werden afgelost.
Het morren cn scheiden op den Scbout, wien de schuld van alles gege-
ven werd, hield , ondertusschen, onder bet graauw, aan , hetwelk da
Wethouderschap bewoog tot het afkondigen van een scherp verbod te-
gen allerlei moedwil en zamenrotting, onder bedreiging, dat men vuur
zou doen geven op de muiters , zoo zij niet, met goede woorden , tot beda-
ren te brengen waren. < Ook werd elk, die eenig geroofd goed onder zieh
had, gelast het den eigenaar wederom te laten toekomen. Men vond
sedert r hier en daar, eenig huisraad van kleine waarde^ daar brieves
aan gehecht waren, meldende dat het aan v a n d e r S t e e n behoorde. Maar
het scheiden op den Scbout hield aan. Men strooide en plakte schotschrif-
ten door de stad , waarin bij vinnig doorgestreken en met den dood bedreigd
werd. Dit duurde tot den 3 October, wanneer de Scbout, uit
s Gravenhage Ip huis körnende, aan de poort opgewacht werd door eenen
hoop geboeite dat hem bloedhond 1 en moorder van C o s t e rm a n s ! toe-
schreeuwde. Eene grooie menigte volks, hierop te hoop loopende, ver-
zelde den Scbout tot zijne woning, werwaarts, ondertusscbcn , de Soldaten
getrokken waren, om hem en het huis te beschermen. Doch het
graauw, längs hoe meer aangroeijende in getal en stoutheid, besloot de
egenng , den Sellout te verzoeken , dat bij zieh , om het volk genoegen
te geven, wilde ontslaan van zijn ambt, hetwelk bij echter weigerde.
loen het wat later werd vertoonde hij zieh op de stoep, zoekende het
graauw, met woorden, te doen vertrekken, doch te vergeefs. Met het
vallen van den avond, zag men eenigen het mes trekken, anderen met
steenen werpen op de Soldaten, die hierop verklaarden, last te hebben,
om met scherp te schieten , zoo men zieh niet weg maakte. Maar het
graauw antwoordde, dat de Soldaten zelven van daar zouden gaan, o f
men zou net hen leeren doen. Toen kregen de Soldaten bevel, om een
sc ot oyer de hoofden been te doen, waarop het werpen met steenen
vee eviger aanging. Maar als e r , ten tweede male, gelast werd met
sc erp onder den hoop te schielen, waardoor eenigen doodelijk gekwetst
werden, stool de woeste menigte naar de wallen, van waar zij twee stuk-
en geschut baalden , keerende het eene de straat op naar de Yischmarkt,
e an ere schuins naar de Leuvenbrug. Een derde stuk werd naar de
overzij e er Leuvenhaven , over des Schouts deur gesleept, met kogels,
m m en s^raatsteenen geladen en losgcbrand op de Soldaten, die,
me , cn eersten schoot, verstoven. De Burgemeesters hadden , midde-
erwy , eenige vendelen schutters in de wapenen doen komen: aan het
0<! j V a0T, e e ? e v a n weH[e , de Heeren v a n Z o e l e n , S c h e p e r s en D ä n e n ,
j"i ®nslonarls B e i j e r en den Secretaris W b i s e n e s , den Schiedam-
jC , n, angs trokken , doch ter halverwege tusschen het Gemeene-
an s uis van Schieland en de Leuvenbrug staan hieven. S c h e p e r s en
e l s e n e s traden toen vooruit naar bet geschut , om nog eefle proef te
neinen ot het graauw zieh, met woorden wilde laten stillen. Doch de
Burgemeester kon, door den drang van het volk, niet henen komen.
W e is e n e s was voorbij gelaten, en vroeg bij het geschut gekomen ,
wat men hegeerde ? Het antwoord was : W ij willen de Soldaten uit de
stad en den Schout in handen hebben. Ook moet de schutterij niet nader
komen, o f wij zullen er op losbranden. De Secretaris met dit bescheid
terug gekeerd zijnde, zag niemand der Heeren kans , om de schutters
eenen voet verder te doen zetten ; hetzij dat die bevreesd waren voor
het geschut, of even weinig als het graauw gezind waren , om den Schout
te besebermen. Men schoot dan , den geheelen nacht, op het huis van
den Schout, die.^met den oebtendstond, in Soldaten gewaad, nevens
de Soldaten, ter poorte uittrok. Het graauw kreeg zoodra de lucht
niet van het vertrek der Soldaten , of het stuk, waaruit men den ge-
heelen nacht gevuurd had, werd van de overzijde gebragt, tot regt
voor de deur des Schouts, welke terstond aan stukken werd gescho-
ten. Toen stoof de menigte ten huize in , daar alles verscheurd, in
stukken geslagen , en de vcnslers uitgesmeten werd. Ten negen ure des
morgens was het gebouw reeds ledig geplunderd. Toen ging men aan het
afbreken van het gebouw , waaraan die dag en de volgende besteed
werden , zonder dat men zieh rust gunde, voor dat het huis geheel
gesloopt was. Middelwijl was er des nachts een hoop mannen en wij-
ven te zamengetrokken voor het stadhuis, daar zij ontslag van den
tromslager en van eenige andere gevangenen begeerden, hetgeen hun werd
ingewilligd. Te tien ure des morgens, toog dit gespuis naar hetspin-
huis, waar men ook gedwongen werd , eenige tuchlelingen te ontslaan.
Een andere hoop snelde naar des Schouts tuin, buiten de stad,
waar een prächtig zomerhuis omver gehaald , en boomen en wijngaarden
vernield werden. Het stuk , dat voor des Schouts deur geslaan had,
werd daarna, op een gerucht dat er weder ruiters en Soldaten in
aantogt waren, gesleept naar de Delfsche-poort, en met oud ijzer en
straatsteenen geladen , om het krijgsvoik te keeren. Ook hield men
de poorten digt. Omtrent elf ure , deed de Regering afkondigen, dat
het schoutenambt open , en de President-Schepeu , J akob B e u e r , bij
vooraad aangesteld was, om het te bekleeden. Eenige dagen later,
werd het aan J . M. d e B r a a bw , Heer van Kethel, opgedragen. Ondertusschen
, mompcldc men nog van het huis van zekeren Schepen
te willen plünderen. Ook dreigde men het rouwwapen der dochter
van den gewezen Schout, uit de kerk te, halen, waarom het , op last
der Wethouderschap, werd weggenomen. Voor het huis van den Schepen
, werd een vendel schutters geplaatst, dat beloofde het te zullen
beschermen, al zou het ook koppen kosten. Het graauw bedaarde dus
allengskens. Ook werden er eenigen, verdacht van het vuur der op-
roerigheid eerst te hebben aangcslookt, om den Schout den voet te
liglen, gegrepen en naar ’s Gravenhage gevoerd, daar zij voor het
hofte regt slonden. Men vindt ook, dat eenige belhamels, in vrouwen
of matrozen gewaad vermomd, aan fijner onderkleederen gekend
werden , voor anderen , dan zij zieh uilgaven , waaruit vermoeden rees ,
dat haat legen den Schout ei) tegen eenige anderen uit de Repering
het jongste oproer verwekt had, De Pensionaris der stad, S eba st ia a n
S c h e p e r s , die ook Kapitcin was over een vendel schutters, beschul-
digd of verdacht, dat hij zieh, in het stillen van het oproer, kwa-
lijk van zijnen pligt gekweten had, vond eerlang geraden , zieh schrif-
telijk bij de Stalen van Holland, te verdedigen.( Het hof, gemagtigden
gezbnden hebbende, om zieh, wegens het oproer te doen onderrigten,
was ook niet te wel voldaan, over het gfdrag der Wethouderschap!