R henen , om het Bourgondische leger, hetwelk voor Harderwijk l a g T
te helpen verdrijven. 1 Den ■ 20 November daarna , deed RnENris den
eed aan Keizer K arel V , als wereldlijke Heer van het Sticht, die
hier , even als te voren te Amersfoort , in het jaar 1546 , aanmer-
kelijke verandering maakte in de Regering. '
F r e d e r ik , Paltsgraaf a a n den Rijn en verkoren Koning van Bohem
en , na hetverliezen van den slag bij Praag, in November des jaars
1 6 2 0 , naar de vereenigde gewesten gcwekcn zijnde, werdv door de
Staten terstond , in hunne bescherming genomen , alzoo zijne moeder
eene halve znster wasvan Prins M aur its. Hij verkoor eerlang, zijne
woonplaats te R henen , alwaar hij , tot aan zijnen dood, welke voor-
viel in het jaar 1632 , en zijne weduwe, eene dochter van J akob I ,
Koning van Groot-Brittanje, nog eenige jaren later hun verblijf
gehad, en een aanzienlijk jaargeld van den Lande genoten hebben.
Toen , in Junij des jaars 1 6 7 2 , de Franschen over den Rijn ge-
trokken waren ,'werd Rhenen genoodzaakt sauvegarde van hen te ne-
men. De stad werd kort daarna , door het Staatsche krijgsvolk , geplun-
derd, en door de meeste ingezetenen verlaten, In November 1673,
ruimden de Franschen de stad weder in.
In den zomer des jaars 1703 ontstond er aanmerkelijke bewcging te
R rehen onder de burgerij, welke verandering in de Regering zockt,
en de Welhouderschap dwong, haar onderscheidene punten toe te staan ,
welke naderhand , door ’s Lands-Staten, allen vernietigd werden. Te
voren was er, na het kerstellen der rust in de stad, reeds eene alge-
meene vergiffenis van hetgeen er in het oproer misdreven was , afge-
kondigd , van welke drie personen waren uitgezonderd , die echter naderhand
weder in de Regering kwamen.
De stad R heren lic t, in het jaar 1787, hare verkleefdheid aan den
Stadhouder blijken , door diens jaardag inet onderscheidene vreugde-
teekenen te vieren.
In de omwenteling van 1793 wilde de burgerij te R henen , hehalve
eenige weinigen, van geen afzetten der Regeringsieden kooren. De
tevredenheid , welke de ingezetenen dier stad, over hunne Regenten,
aan den dag legden ; de ongezindbeid , welke zij hadden , om dezen
af te zetten, was een ongewoon verschijnsel in die dagen waarin
eene algemeene klagt over onderdrukking, tirannij en gewcld , van
alle kanten oprees. Zoo lang die remotie echter niet geschiedde,
konden die van R henen niet wel geduld worden op bet Landschapshuis ,
en hen het zitting nemen te belelten , had den schijn van willekeur
en dwang : en daar de Regering van R henen geene Afgevaardigden
zond , ook het platte land-’afwezig bleef, kon men de provinciale ver-
gadering niet als voltallig aanmerken. Eindclijk deed er zieh, opzigte-
lijk de stad R hene^ , eene günstige gelegenheid op , om de remotie ook
daar te bewerkstelligen. Een gering en bijna niet noemenswaardig
getal ingezetenen dier stad zond twee lieden naar Utrecht, met last,
om aldaar, in hunnen naam, zieh terlandschapsvergadering te beklagen ,
over het steeds aanblijven der Regering, en de vergadering te verzoeken ,
om hären krachtdadigen bijstand , in het daarstellcn eener nieuwe Regering.
Zonder te vernemen , of die klagten gegrond waren , zonder in
overweging te nemen , of dit de stem der burgerij , dan wel den wensch
van eenige weinigen was, werd dit voorstel bij de leden zoo gewig-
tig geacht, dat zij niet allcen beslotcn om de Regering dier stad af te zetten
maar zeli's den President E ssenibs , den Heer J oachim van V l ie t en P iet er
’t H o e n , als Amanuensis, naar die stad alvaardigdcn, om aldaar in
eigen persoon (bij ontslentcüis van een Committe Revolutionair) de
remotie der oiide, en [de benoeming en aanstelling eener nieuwe Regering
te verrigten. Den 13 Februarij ,' in den nog vroegen en donkeren
morgcnstond°, vertrok deze Commissie, vergezeld van twee boden en
eenige Fransche huzaren, derwaarts, en reden met het aanlichten van
den dag, het Stil en vreedzaain R h e n e n binnen. Spoedig werd na
de Raad der stad aangemaand , zieh naar het sladhuis te begeven en aldaar
de komst der Commissie te verbeiden. Dezc daaraan gereedelijk vol-
doende, hegafzich de Commissie, onder hetzelfde escorte , als waarmede
zij binnen de stad gekomen was, naar het stadhuis, alwaar zij op eene
heuseke wijze door den presiderenden Burgemeester aan de trappen van het
raadhuis ontvangen en naar binnen geleid werd , alwaar de noodige plaat-
sen vooraf in gereedheid gebragt waren. Hier las de Amanuensis t H o e n
den last der Commissie opgelegd voor , waaruit bleek , dat de Raad van
alle bewind ontzet geworden was, terwijl de Voorzitter E s s e n iu s , dit
nog nader in eene aanspraak bevestigde. De afgezette Heeren bogen
zieh, en vertrokken ambteloos naar huis, met betuiging, dat zij in
het hesluit der landschaps vergadering,berusten zouden. Intusschen
was een aanlal van dertien personen, elders bijeen geroepen, die nu
de plaatsen der afgezette Raden vervullen zouden ; dus ging de Commissie
, vergezeld door Fransche huzaren derwaarts, en zette, met de
aldaar opgeroepenen en zieh bevindende leden, den gang naar het
stadhuis, alwaar de laatslgenoemden door de Commissie geei'nstal-
leerd , beeedigd, en als zoodanigen aan de burgerij bekend gemaakt
weiden , welke dadelijk tot de afzetting des Stadhouders besloten, en
zulks door eene publicatie bekend maaklen, waarna de Commissie en
de Raad, bet verrigte van dien dag, met eenen vriendelijken maaltijd
besloten, en de eersten vergenoegd naar Utrecht terug togen.
Verder vinden wij omtrent R henen niets aanmerkelijks opgeteekendj
dan dat onder deze stad door den stonnwind van 29 November 1836,
zeven tabaksschuren omvergeworpen zijn , en dat den 7 Augustus 1846
in deze gemeente,*door eenen hevigen hagelslag, de boekweit-en aar-
dappelvelden verschrikkelijk veel geleden hehben , terwijl de tabaks-
planlen letterlijk vernietigd waren. De daardoor aangerigte schade
werd op ongeveer 80,000 guld. begroot.
Het wapen van R henen is een veld van zilver, met eenen bürg,
hebbende twee torens, met ronde daken en windwijzers, naast eene
pourt met hamei of valhek , alles van keel (rood), en in het hoofd eenen
liggenden sleutel van sabel (zwart), ten teeken gelijk men meent, dat
deze stad vroeger het Sticht van Utrecht afsloöt.
RHENENSCHE-NUEDEN-EN-ACHTERBERGS-HOOILAND, pold. in
het Overkwartier der Utrecht, arr. Amersfoort, kaut, en gem. Rhenen;
palende W. en N. aan de gem. Rhenen, O. en Z. aan de gem. Wageningen.
Deze polder beslaal, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
884 bund. 61 v. r. 24 v, eil., alles schotbaar land j telt 86 h. waar-
onder 19 boerderijen , en wordt door drie heulen , liggende in den
Slaperdijk bij den zoogenaamden Roode-Haan , en van daar längs
verschillende waterleidingen, van het overtollige waLer ontlast. Het
polderbestuur bestaat uit eenen Dijkgraaf, vijf Heeraraden en eenen
Secretaris , Kameraar en Penningmeester.
RHENENSCHE-VEENEN , slreek lands in bet Overlcwartier der prov.
Utrecht, N. van Rhenen , in de rigting van de Veluwe en Renswoude
gelegen. — Er wordt aldaar veel turf gegraven of liever gebaggerd,
welke te water vervoerd wordt.