de vikarij van de H. A n n a , die van de H. H. P e t r u s en P a d l d s , C o r n e l i u s
en Q u i r i n u s , Martelaars en A n t o n i u s en H u b e r t u s belijders. Dit bedehuis
hetwelk in 1845 vergroot en vernieuwd i s , is thans een net gebouw.
In het jaar 1840 is daarin een nieuw örgel geplaatst, uit eigen 'mid-
delcn der gemeente bekosligd, waarbij een edele godsdienstvriend en
voorbeeldig weldoener eene aanzienlijke gift gevoegd had. Aan de
kcrk is een spitse toren gebouwd.
De R. K, kerk heeft een klein lantaarntorentje. — De dorpschool
wordt gemiddeld door een getal van 140 leerlingen bezoeht.
R u u r l o is de geboorteplaats van den Latijnsche dichter H e n r i c u s
H a r i u s ( H e n d r i k T e r H a e r ) , geb. in 1550 o f 1551.
De kermis valt in den derden Woensdag in Augustus.
RUURLO (IIET HUIS-TE-), havez. in het graafs. Zutphen , prov.
Gelderland, distr., arr., en 4 u. Z. W. van Zutphen, kant. en 2 u.
Z. van Lochern , gem. en 10 min. Z. van Ruurlo , aan den voor wei-
nige jaren aangelegden straatweg van Zutphen naar Winterswijk.
Wie de stichter van deze oude havez. geweest zij , blijkt nergens,
doch dat zij reeds vroeger tot de heerschaften behoorl heeft , die van
eenige beleekenis waren, blijkt daaruit dat zij als een zadelleen des
vorstendoms Gelre vermeld wordt.
Onder de regering van A r n o l d , Hertog van Gelder, vinden wij van leden
der familie R o e d e r l o o gewag gcmaakt; welk geslacht, met grond, voor
de eerste bezitters van dat riddergoed mögen gehouden worden , uit welk
geslacht het in dat van v a n H e e c k e r e n schijnt te zijn gekomen , al-
thans in 1420 verkocht J a n v a n H e e c k e r e n het reeds aan J a c o b v a n
H e e c k e r e n , wiens zoon E v e r t , er in het jaar 1446, mede beleend
werd. Ettelijke jaren later, ging het huis, door huwelijk van eene
A g n e s v a n H e e c k e r e n , met W i g b o l t d e R o d e v a n H e e c k e r e n , aan
eenen anderen tak van dat geslacht over , daar de vijf broeders
van deze erfdochler van R u u r l o allen in den oorlog legen Spanje,
en dus voor de heilige zaak des Vaderlands , gesneuveld waren. Een
kleinzoon van dezen , mede W i g b o l t gehelen , had geene kin-
dercn en kwam het daardoor , bij overdragt, in het jaar 1686 , aan diens
schoonbroeder, een afstammeling van het geslacht S c h im m e lp e n n in c k v a n d e r
O ye v a n V o o r s t o n d e n , die toen als Ritmeester en Majoor vaneenregi-
ment kavallerie , in dienst van den Staat was. Een en dertig jaren ,
bleef het huis R u u r l o , in het bezit der familie, door welke het, met
zorg hersleld en genoegzaam in den tegenwoordigen toestand gebragt
werd, doch in 1727 , ging het weder aan het geslacht der I I e e c k e r e n ’s
over, als wanneer J a c o b D i r k v a n H e e c k e r e n , Heer van Enghuizen ,
Barlham en Brantsenburg, door koop eigenaar daarvan werd. Deze
beminnelijke en bekwame Slaatsman, aan wien Gelderland , in zoo
menig opzigt, groote verpliglingen had, bragt daar zijne laatslelevens-
jaren in stille rust door. Op dezen oogenblik is het huis met de uit-
gestrekle aanhoorighedcn , een eigendom van diens kleinzoon , Jonk-
heer W i l l e m H e n d r i k A l e x a n d e r C a r e l , Baron v a n H e e c k e r e n v a n Roo-
d e r l o e n K e l l , Staatsraad, Kommandeur der Orde van den Neder-
landschen Leeuw en vroeger Gouverneur van Geldcrland , een man die
gewisselijk ten voorbeeld verstrckken kan , hoe men den luister van
geboorte , door godsvrucht en deugd kan verhoogen.
Hoewcl h e t H u i s - t e - R u u r l o , op onderscheidenc tijden , belangrijke
veranderingen ondergaan heeft, de vierkante dubbele grachlen , welke
het te voren omgaven, gedempt zijn en het voorplein meer naar den
tegenwoordigen smaak aangelegd i s , beugen de linker zijde van liet
hoöfdgcbouw en de linker toren , gewisselijk vele eeuwen , daar het
jaartal 1576 op de lijst van dien toren te vinden , niet dat van de
eerste bouwing is, maar hoogst waarschijnlijk het tijdstip van reeds
toenmaals gedane herstellingen aanduidt.
Het beslaat, met de daartoe behooreude gronden , eene oppervlakte
van 49 bund. 1624 v. r. 10 v. eil.
Het w.apen dezer havez. i s , even als dat van het thans niet meer
aanwezige geslacht van R o d e r l o , hetwelk voor de vijftiende eeuw in
het bezit dezer havez. was, een schild van goud , met eenen loopenden
hazewindhond van sabel, met oogen en haisband van zilver.
RUURLO (MARKE-VAN-), voorm. marke in het graafs. Zutphen,
prov. Gelderland, gem. en rondom het d. Ruurlo gelegen. Zij be-
sloeg eene oppervlakte van 2400 bund., welke gronden thans alle zijn
verdeeld en gedeeltelijk verkocht.
RUURLOSCHE-BROEK (HET), heideveld in het graafs. Zutphen,
prov. Gelderland, gem. en £ u. van Ruurlo.
Dit heideveld hetwelk eene oppervlakte beslaat van 1526 bund 50
v. r., levert vele schudden of zoden om te branden o p , en tevens
vrij goede weiden voor het vee en plaggen van de beste soort voor
den landbouw. Het stond vroeger veeltijds onder water, vermits er
twee waterleidingen in waren, lnzonderheid werd dit veroorzaakt door
de Slink (zie dat woord). Thans is dit brock verdeeld en de drie
hoofdwaterleidingen , welke er door loopen , namelijk de S 1 i n k , de
G r e v e n - g r a c h t en de Z e e n w e n t s c h e - b e e k of Mo l e n b
e e k thans behoorlijk opgedarad, waardoor de broekgronden voor
het grootste gedeelle niet anders dan bij hoog water onderloopen.
V66r de verdeeling werden in- dit broek in het voorjaar duizenden
van kievitseijeren gezöcht; tegenwoordig is dit echter veel verminderd.
Men vond er voorheen ook geheele troepen van wilde eenden , waarom
ook aan het eene einde van dit broek eene eendenkooi i s , op welke
nog jaarlijks vele van deze vogels worden gevangen , hoewel niet meer
in die menigte als vroeger.
RUVEEN , b. in Delfland, prov. Zuid-Holland. Zie R u y v e n ,
RUWBROEK , buit. in Schieland, prov. Zuid-Holland.' Zie R u b r o e k .
RUWEEL , gem., heerl. en voorm. ridderhofst. in het Nederkwar-
tier der prov. Utrecht. Zie R u w i e l .
RUWEHORST, boerenerve in Twenthe, prov. Overijssel, arr. en
5 u. Z. van Almclo, kant. en 2£ u. Z. W. van Enschede, gem. en
1£ u. W. ten N. van Haaksbergen, dat men in het jaar 1188 reeds
vermeld vindt.
RUWELAAR, erve in Zalland, prov. Overijssel, arr., kant. en
2£ n. O. van Zwolle , gem. Dalfsen, die reeds op het jaar 1188 vermeld
wordt.
RUWENBERG (DE), ook wel de G r o o t e - R u w e n b e r g genoemd, voorm.
kast. in de Meijerij van ’s Hertcgenbosch, kw. Oislerwijk, prov.
iVoord-Braband, Tweede distr., arr. en I 5 u. Z. 0 . van 's Hertogenbosch,
kant. en 1£ u. N, van Boxtel, gem. en J u. N. van S t. Mi-
chielsgestel, aan den Dommel.
De Heer H i p o l y t e B e r a i l heeft hier eene uitmuntende boomkweekerij
aangelegd, waarin hij onder anderen ook de , voor den landbouw zoo
belangrijke, Laplandsche koolboom [brascica fructicens), alsmede de
wilte moerhezienboom , ten dienste der zijdeteelt, aankweekt, voor
welke laatsle hij nog in het jaar 1852, van de Maatschappij van we-
tenschappen te Haarlem, eene premie outvangen heeft.