Gelderschen en bijzonder die van R oermond waren niet alleen in roer,
inaar zelfs misnoegd over het oprigten hunner stad tot eenen bisschop-
pelijken stoel; hierom werd A driaan Niklaasz , Kanselier van Gelderland
, in. 1 8 6 3 , met brieven van den Koning en van de Gouvernante
naar R oermond gezonden, Deze brieven hielden in : » dat de Koning
» uit. bijzonderlijke zucht tot de godsdienst en om andere gewigtige
» oogmerken de magt van den Paus bekomen had, om het getal der
» Bisschoppen in Nederland te vergrooten, en onder anderen die van
» R oermond eri hunne stad, met een bisschopsstoel te verheerlijken ,
j> tot verzoeting van den brand en menigvnldige schade daarbij gele-
» den , trekkende overigens in geen twijfel of zij zouden den Bissshop
» eerstdaags met schuldige eer en onderdanigheid ontvangen en binnen
» nemen.” De Roermondschen , na den Raad vergaderd te hebben ,
antwoordden : » dat vermits de oprigting van een bisdom in hunne stad
» iets vreemds was en nooit in het vorslendom Gelder of graafschap
» Zutphen gehoord of gezien, het hunlieden niet toestond, zoodanige
» verandering, buiten toesteniming van de gemeene landschap, toe te
» laten; biddende hij wilde dit bescheid ten besten duiden en aan zijnc
» Meesters overbrengen.” Na vele andere woordenwisselingen bleven
echter die van R oermond bij het vorige besluit standvastig en gingen,
na het vertrek van den Kanselier, met de overige vierde-deelen, van
Gelderland te rade. Zij schreven onder anderen aan die van Zutphen,
om hunne gedachten te weten : » Aangezien zij een lid van het ge-
» heele vorstendotn u'itnjaakten, hetwelk volgens de keizerlijke toezeg-
» ging en het verdrag van Venlo , onscheidbaar was van het verdere
» ligckaam , hoewel men voorgaf, dat het niet toegestaan zoude worden,
» een landdag hierover te houden, en ofschoon genomen men zulks
» dede, dal zij echter den Bissehop door louter bedwang zouden moe-
» ten aannemen.'’
Dit is van geen verder gevolg geweest, niettegenstaande de Kanselier
op het antwoord een weinig gestoord zijnde , zeide: » Dat hij een an-
» der en zachter bescheid verwacht had, te meer daar deze zaak het
» landschap niet in het gemeen , mäar hunne stad in het bijzonder
» was rakende ; verzoekende daarom in ernste , het alles bij zieh zelven
» nog nader te overwegen.”
Inmiddels werd door L indanus geen bezit van het bisdom genomen,
De Graven van E gmond e n van Megen , Stadhouder van Gelderland,
protesteerden tegen het invoeren van de Bisschoppen en de inquisitie,
hetgeen veroorzaakte dat dit geheele landschap en voornamelijk Nijmeg
en , zonder de waakzaamheid van Megen, zou zijn verwoest geworden.
In 1866 verbrak men de beeiden in de kerken door geheel Gelderland
, inzonderheid te R oermond , Nijmegen en Venlo. In 1867
predikte Doctor H erman de Hervormde leer, eerst te Nijmegen , ver-
volgens te Hasselt en te Maaseyck. Eenigen van R oermond ontboden
hem en het verzoek om in de stad te mögen prediken door de Re—
gering verworpen zijnde, predikte hij, den 21 Julij, in een naastbij
gelegen dorp ; werwaarts zieh meer dan 800 inwoners van R oermond
begaven, terugkeerende vonden zij de stadspootenr gesloten. Die van binnen
weigenden hen in te laten , zeggende dat men hen niet meer als
bujwers erkenden en dat zij konden gaan , waar het hun beliefden.
Ziende dat men heD niet wilde aanhooren , vroegen zij , dat het hun
toch toegelaten mögt worden hnnne vrouwen en kinderen, die in
de stad gebleven waren , te gaan afhalen , met welke zij zieh dan elders
zouden begeven, hetgeen hun ook geweigerd werd. De Regering, de
vrouwen en kinderen echter verzameld hebbende, zond hun die to e ,
door ze met koorden over de stadsmuren af te laten.
A lba ln 1869 door F ilips II tot opvolger van M argaretha van P arma
benoemd zijnde , dwong eindclijk de Roermondschen hunnen Bisschop
aan te nemen. Hierop werd L indanus , na zieh zeven jaren in Braband
en elders te hebben opgehouden, den 11 Mei van dat jaar plegtiglijk
te R oermond ingehaald en ingehuldigd door de regering en de Klezerij
in de Kathedrale kerk der H. H. P etros en P aulus anders van den
11. Geest genoemd, alwaar tegenwoordig waren namens den Koning
J udocus C raneveld , W illem G entius en den Deken Arnold van D aert.
De Bisschop maakte zijne aankomst in het bisdom , door zendelingen
bekend , eene Synode diocesum üitschrijvcnde , welke den 24 Mei van
het zelfde jaar aanving. Hij hield daarin , voor eene^ menigte geestelij-
ken en volk, eene voortreffelijke redevocring, verkondigde de regelen der
kerkvergadering vanTrenthe, en deelde het bisdom in negen land-de-
kenschappen in , waarna de Synode werd gescheidcn. In het zelfde
jaar 1869 stelde L indanus het geestelijk geregtshof in. J an D aemen van
Mierlo , regtsgeleerde , werd Officiaal of Regter , en meester J an H eyden
van Asch , Promotor ; hij stelde ook twee Advokaten , twee Procureurs
,* een Notaris en twee Exécuteurs aan. Daarna deed hij eencal-
gemeene bezoeking door het geheele bisdom , hij ^ vond op^ deze reis
het gemeen ongeleerd en vervuld met boosheid ; dit wàs niet te ver-
wonderen , Want onder de Priesters onlmoette hij hoogmoedige , vleesch-
lijke Verächters van hunne eigene waardigheid , onderhouders van
bijzilten enz. De Adeldom was niet minder besmet met ondengd.
De Prins van O ranje , Gelder en andere plaatsen ingenomen hebbende ,
belegerde R oermond den 23 Julij 1372. Na vijf stortrien werd de stad
veroverd eir vele biirgers gedood ; onder de Geestelijken geschiedde
gruwelijkc doodslagen , voornamelijk bij de Karthuizers. L indanus
wilde in den beginne niet vlugten , doch hij werd daartoe _ door de-
voornaamsten aangespoord , vermits devijand zijn hoofd op prijs gesteld
had. Overwonnen door deze vermaningen is hij , tegen dank, te voet
en ondersteund door twee jongelingen , bedektelijk uit de stad gegaan.
Intusschen nam W illem , Graaf van den Bergh, de inceste overige
plaatsen van Gelderland in , zoo als : Zutphen, Doesborgb , Harder-
wijk enz., zonder dat de Spaansche Gouverneur Gillis van B arlaimont
er zieh tegenstelde. Hierdoor is dan gevolgd, dat in dit hertog-
dom de R. K. godsdienst geheel uilgeroeid i s , als of zij aldaar nooit
had bestaan. Maar na het innemen van Bergen in Henegöuwen, door
Alba , veranderden de Geldersche zaken aanmerkelijk. De bondgenooien
verlieten R oermond den 6 October en J an Van Barlaimont betrok deze
vesting met de Spaanschen den 12 daaraanvolgende. Naauwelijks had
L indanus dit vernomen of hij kwam aldaar op bei laatst van de zelfde
maand aan. Het duurde echter niet lang, of er ontstonden hevige in-
landschc twisten. De Spaansche Soldaten geene soldij ontvangende
werden oproerig. Te Grave werd de Pàstoor , om hem geld aftepersen ,
door hen in den kerker geworpen. De Bisschop zulks vernomen hebbende
, bedreigde den Bevelhebber in den ban der kerk te slaan, in-
geval hij den Pastoor niet dadelijk in vrijheid deed stellen. Deze
den bijstand van Alba en de vergiffenis der Soldaten , die den Pastoor
mishandeld hadden , gevraagd en verkregen hebbende , werd door den
Bisschop onder boetvaardigheids-oefening van den ban ontslagen. Het
volgende jaar , 1 8 7 3 , had L indanüs een ander en heviger verschil
met de Spaanschen , welk hij zeer ter harte nam.