jaar , alles ttil gehleven , waarom velen van gedachten waren, datcie-
Regering onveranderd zou gclaten worden. Maar met den aanvang van
October, waren eenige jonge lieden , ten huize van eenen tabaksver-
kooper, begonnen , met het opstellen en teekenen van zekere geschrif-
ten , waarbij eenige Regenten van slinkschen bandel en knevelarij be-
schuldigd werden. Het teekenen werd bevorderd door eenigen , die de
hand ook in de bewegingen te Amsterdam gehad badden, en nu uit
’s Gravenhage herwaarts waren gekomcn. Drie Leden der Regeririg, die
met name bescbuldigd waren, vonden raadzaam , zieh, in openbaren
druk , te verdedigcn, waarop zeven burgers, insgelijks in openbaren
druk , verklaarden, dat zij geen deel hadden aan de ingebragte beschul ■
digingen. Het teekenen ging middelerwijl voort , en toen men eenige
honderden teekenaars bijeen had, besloot men het verzoekschrift den
Prins ter band te stellen. Terstond hierna, vond Zijne Hoogheid geraden,
twee Genfagtigden , W assbnaer-K atwijk en P a ew , af te vaardip-en
Jiaar R otterdam. Zij hoorden, kort na hunne aankomst, de lieden, die
het teekenen van het verzoekschrift bevorderd hadden. Ook werden hun
eerlang twee andere verzoekschriften ter hand gesteld, geteekend door
eenigen , diewel tevreden waren met de tegenwoordige Regering en ver-
klaardcn, dat zij veel meer teekenaars zouden hebben weten te bekomen ,
zoo hun den tijd niet ontbroken had ; doch deze laatste verzoekschriften-
werkten luttel uit. DeGemagligden, eene reis naar ’s Gravenhage gedaan
hebbende , kwamen den 24 October terug , bedankte de geheele Regering
en berstelden haar weder op*vijf Leden der Vroedschap n a , die niet
benoemd werden. Drie van deze vijf hadden zieh tc voren , wegens de
beschuldigingen , welke men tegen hen ingebragt had, verdedigd. Ook
werden zij sedert niet gemoeid over hetgeen bun ten laste werd gelegd.
Toen in 1 7 8 1 van de Wijnkoopers te R otterdam, even als elders,
gevorderd werd, dat zij eenen eed zouden doen , waarbij zij zieh verbinden
moesten ’s Lands regt niet te verkorten, maar de impost
zuiver op te brengen, weigerden deze zulks eenparig; doch alzoo
hun hierop door' den Collecteur of Gaarder ook in- en uitslagbrief-
jes geweigerd waren , scheen de wijnhandel stil te zullen staan , en
pakhuizen en kelders gesloten te zulien blijven. Men zond eenigen
naar ’s Gravenhage, om , ware het mogelijk, ontheven te blijven
van den eed , doch zij keerden-.fcerug met bescheid, dat de eed vol-
strekt gedaan moest worden. Het voorbeeld van Amsterdam , waar
het getal van hen, die den eed dcden, dagelijkseh toenam , woog
minder bij de Rotterdammers, dan de vrees, dat die van Amsterdam
hun eerlang de wijnnering onttrekken zouden , zoo zij geene inen
uitslagbrieijes bekomen konden. Men kon echter nog niet beslui-
ten te zweren, maar kwam den 1 3 October overeen , om een ernstig
vcrtoog te doen aan den Prins, en daardoor , ware het mogelijk,
eenige verligting in de algemeene bezwaren te verwerven. Doch,
terwijl men met het ronddragen en teekenen van dit vertoog bezig
was, legde de Wijnkooper Gerrit H agedoorh, den 1 7 dier maand, het
eerst den eed af. Terstond daarna, had bij de handen vol , met het
afleveren van wijn , hetwelk niet naliet zijne medehandelaren en het
gemeen in bet oog te steken. Het graauw, aangezet door eenige
Wijnkoopers en hunne knechts, eerlang in aanmerkelijk getal voor
zijn huis en pakhuizen zamengeschoold zijnde , smeet tegen den avond
de glazen van het woonhuis in , en overweldigde de beide pakhuizen,
daar stukvaten en okshoofden den bodem ingeslagen, en duizende van
ilesschen vernield, geroofd en ledig gedronken werden. Toen de
gulzigheid en woede hier zieh voldaan badden, streefde de woesle hoop
wederom naar het woonhuis, dat naauwelijks opgeloopcn was of twee
vaandelen schutters, van wederzijden aangerukt, voorkwamen de
plundering. Het gespuis , hetwelk zieh in den beginne door het wer-
pen van wijnflesschen verdedigde, werd weldra vcrjaagd , waarna
de oproerige hoöp zieh stil hield. Ook deed de Welbouderschap , den
volgenden dag , een ernstig verbod tegen allerlei moedwil afkondigen.
De schade, door H agedoorh geleden, en naderhand op acht duizend
twee honderd veertig gulden begroot, werd hem van stads wege ver-
goed, en op zijn voorbeeld werd middelerwijl ook door de andere
Wijnkoopers , te dezer siede, de eed afgelcgd.
Bij den watervloed van November 1775 Seeft ook R otterdam groolen-
deels onder water gestaan. Men kon e r , volgens de gewone rekening,
den veertienden van die maand , het h°°gsle water niet voor morgens
te negen ure en een en veertig minuten verwachten , doch het werd
door den West-Noordweslen wind des morgens vroeg zoo hevig opge-
zet , dat het ten zeven ure reeds boven eenen gewonen springvloed was
gestegen , en op onderscheidene plaatsen met de kaden der havens en
grachten gelijk stond. Ten tien ure was het maar acht duim beneden
bet peil van het jaar 1717, en ten half twaalf ure vier en een half
onder het gemelde p eil, zoodat de geheele buitenstad onderliep, waarna
het cenigzins,, ofschoon zeer ongelijk, begon te zakken , tot dat het ten
vijf ure des namiddags stil stond. Nadat het water dus sedert den
middag niet meer dan elf duim gevallen was, rees het niet alleen
tot de voorgemelde hoogte en zettede des avonds de buitenstad voor
do tweedemaal onder water, maar was zelfs te acht ure tot de ver-
bazende. hoogte van ruim vijf duim boven het peil van het jaar 1717
geklommen, waarna het weder begon te dalen. Vele plaatsen in de
stad , die men anders tegen de overstrooroing veilig achlte, waren nn
ondergeloopen. Het water liep hier en daar over den zwaren Maas-
djjk , zoo in als buiten de stad, geljjk ook voor de Oostpoort en
in de stad voor het Gemeenelandshuis, hetwelk men met kistingen
spoedig belelte. Echter waren de kelders zoo scbielijk ondergeloopen
, dat de bewoners naauwelijks den tijd hadden zieh te bergen
Men was ook genoodzaakt de deuren van de spuisluis in de stad tot
eene hoogte , van welke geene geheugenis was, op te kisten. Men
schatte het verlies aan bedorven suiker alleen op honderd twintig duizend
gulden. Vele andere kostbare koopwaren waren of ten eenenmale
bedorven of zeer beschadigd.
In het jaar 1783 hadden te R o t t e r d a m , te r■ gelegenheid van den
verjaardag van den Prins van Oranje, oproerige vreugdebedrijven
plaats. De geest van oproerigbeid vertoonde zieh aldaar reeds bij het
aanbreken van den dag. Men sprak reeds van huizen te plünderen j
men liep aan de huizen rond, om geld voor de aanstaande vrolijkheid
te bedelen en af te persen , onder de geweldigste bedreigingen aan
hen , die weigerachtig bleven. De vrees voor onlusten vermeerderde
niet weinig toen bet zakkedragersgild het verzoek deed , om de vier
eerepoorten, die sedert de meerderjarigheid des Stadhouders, niet ver-
toond waren, ten gebraike te mögen hebben. De Burgemeester Bo-
g a a r t kantte zieh ernstig tegen dit verzoek en verklaarde, dat het
eenmaal tijd werd , om een einde te maken aan die geweldadighe-
den, welke het beste gedeelte van de faurgerij reeds lang moede was.
Zijn ambgenoot v an d e r Heim voegde hem daarop toe , dat de
Prins nu sedert eenen germmen tijd , zoo door blaauwboekjes als