G04 ROE.
Do rust was naauwelijks in deze landen herstcld of in Frankrijk brak
de hcvigste en vcrschrikkelijksle omwenteling uit. Weldra trok de Ge-
neraal D omouriez met zijn leger op Brussel, het gouverneinent van
Braband week, in de eerste dagen van November 1 7 9 2 , op R oermond,
gevolgd door vier honderd man van het keizerlijkc leger. De Fran-
schen drongen nu door, cn wilden zieh Van die stad meester maken.
Den 11 December, des morgens ten vijf ure , werd zij door de Oos-
tenrijkers verlaten , nadat zij eerst de Roodebrug in brand gestoken
hadden; den zelfden morgen, ten tien ure, deden de Republikeinsche
troepen alhicr hunnen intogt; zij kregen de stad des te gcmakkelijker
in hun bezit, daar Keizer J ozef haar, eenige jaren te vorcn, had
doen ontmantelen. De Generaal de M iranda plaatste er zijn hoofdkwar-
tier. Ook dit was van korten duur, want toen de Franschen, den 1 Maart
1793, bij Aldenhoven geslagen waren, trokken de Oostenrijkers weder
op R oermond ; de Fransche troepen verlieten de stad , in den nacht
van den 4 op den 3 dier maand , na eerst den vorigen dag, bij het
gehucht Merum, met de keizerlijken handgemeen te zijn geweest en
eene geduchte nedcrlaag geleden te liebben. Zij trokken de Maas
over en schoten de gierbrug in den grond, om niet nagezet te worden.
De emigranten , die in groot, getal Frankrijk verlieten , k w am c n , den
2 en 3 Julij 1 7 9 4 , in zulk eene m c n ig t e te R oermond aan, dat er gecne
plaats meer te vinden was , om ze te kunnen herbergen. ,
.Den 2 October behaalde de Fransche Generaal Jodrdan, bij Gulick,
eene overwinning op de Oostenrijksche troepen, under het bevel van den
Generaal von Ceairfatt , en trok , twee dagen later, weder op Roermond j
zij sloegen zieh neder op eene weide buiten de stad , het Krni s ge-
naamd , en waren drie honderd in getal. Op hunnen eisch werd hun
door de stedelijke Regering twee tonnen wijn , vier tonnen jenever ,
kaas, brood, koffij, suiker, zout eil meer andere levensmiddelen ge-
leverd ; d e andere troepen kwamen aldaar den 6 mcde aan en den
volgenden dag trokken zij de stad binnen. ’
Den 10 Maart 1793 werd door de Republikeinschgezinden de vrijr
heidsboom voor bet stadshuis geplant, ter welker gelegenheid er feesten
waren ingesteld. ‘
De menigvuldige doortogt van troepen en de gedurige oorlogen,
hadden zulk eene duurle in de levensmiddelen gebragt, dat er bijna
hongersnood onder de burgerij ontstond ; het graan was zoo duur dat
de halve stad gecn brood had; het malder rogge (1 mud 64 kop
7 maaljes) kostte 13 patlacons (24 guld.), het malder gerst 9 patta-
cons (14 guld. 40 cents), de boekweit 6 pattacon (9 guld. 60 cents)
en de tarwe 18 pattacons (28 guld. 4Q cents) en nog was er niet
altijd brood voor geld te bekomen.
Bij de wet van den 9 Vendemiaire, jaar IV (1 October 1793) werd
Belgie, benevens de Oostenrijksche Nederlanden en de door Holland
afgestane landen en vestingen , bij bet Fransche gemeenebest ingelijfd
en in negen departementen verdeeld ; R oermond werd begrepen in dat
der NederMaas (Meuse-inferieure) , waarvan Maastricht de hooidstad was.
Den 12 April 1796 slelden de Franschen eene nieuwe regtbank in ;
de vernietiging hunner privilegien , de. afschaffing der aloude gebrui-
’ ken en gewoonten, de invoering der Republikeinsche tijdrekening, de
ligling voor de nationale militie en meer , andere nieuwe iDrigtingen
waren zoo vele redenen , die de eerste jaren der Fransche overheerscbing ,
bij een grootgedeclle van R oermonds ingezetenen hatelijk , maakle. Nicts
was er echter, dat hun meer griefde, dan de belemmering in de
godsdienstoefening te weeg gebragt Dan eens was « g
den , dan eens “werd zij bij oogluikmg toege aten en^ dan we e v r y
verklaard Zoo werden, in het begm van Februarij 1797 de kerken
uesloten den 2 3 , werd echter de kerk der Minderbroeders, savonds
ten 6 ure, weder geopend. Het had den burgers veel moeite gekost
deze vergunning te verkrijgen, tot vier kecren to e, hadden zij zieh des-
wegens aan het bestuur te Maastricht gewend. Kort daarna werd die
vergunning weder ingetrokken en de kerk in het openbaar verbuurd voor
20 guIden Gleelsch (8 guld.), aan zekeren bakker, K dvpers die er een
bakoven in oprigtte. De Fransche Regering dwong daarop den Geestelijken
den eed van haat aan liet konmgschap en getrouwheid aan
republiek te zweren. Die van R oermond kregen tien dagen tijd , om
daartoe te besluitcn ; deze, op den 1 Junij 1797, verloopen z.jnde en geen
der Geestelijken zieh daaraan onderwerpendc, werd het verngten van
alie pastoréele diensten, als : doopen, trouwen b.echt hooren F.ed.ken
mis lezen, administreren eu begraven verbo^ n-.. Den 2 July, werd
het mis doen echter weder vergund en den 27 alle godsd.enstoefenm-
gen toegelaten, doch juist een maand later op meuw verbonden. De
R. K. moesten zieh toen naar het een uur van de stad gelegen dorp
Melick, op het Guliksche grondgehied, begeven , om de mis bij le
wonen I den 3 September, werd bij de pachtboeve Muggcnbroek , aehter
de kapel deel makende van hetzelfde grondgebied , eene houten loods
gebouwd om daarin mis te doen. De Geestelijke M. D eerlIngs , zieh
verstout hebbende den 8 daarop volgende, godsdienstoefening in de
kerk van het Begijnhof te houden , hetwelk echter van den Commissaris
H erman , door de voorspraak van Mathis T immermans , uit de Donck,
verkregen was , werd genoodzaakt de stad te verlaten , om vervolgingen
voor te komen. De Gendarmen kregen zclfs bevel, om de burgers , die in
de loods, achter de kapel , ter misse gingen , aan te houden, weshalve
deze werd afgebroken en de ingezetenen genoodzaakt zieh andcrmaal
daartoe naar Melick te begeven. Den 27 October en 4 December,
werden de crucifix-beelden aan de Minderbroederskerk, aan de Munster-
abdij en aan het Begijnhof afgenomen en op het stadhuis gebragt. Aan
een der Geestelijken (de Regent S mijsing) , den gevorderden eed argeiegd
had , werd de toegang tot de pariochiale kerk verleend f doch hij werd
door de burgerij en voornamelijk door de daartoe aangedrevene kinderen
bespot zoodat de kerk op nieuw verboden werd. Dit hield alzoo aan
tot dat eindelijk. op den 10 Julij 179 8 , zelfs het verblijf binnen de
stad aan de Geestelijken werd ontzegd. De dienst van de Godin
der rede werd ingevoerd en haar beeid., elke Decade, op de markt ge-
plaatst en daarbij redevoeringen gehouden. Het diiurde tot in 1801 ,
eer alle tegenkantingen tegen de vrije godsdienstoefening ophielden en
de kerken daartoe weder werden verleend. De stad bleef aan de zijde
van Frankrijk tot zij eindelijk, door het traktaat, den 9 Junij 1813
te Wieenen geslolen , aan het koningrijk der Nederlanden kwain.
Zijne Majesteit W i il em I , zieh van Brussel naar ’sGravenhage be-
gevende, koos daartoe den weg over Luik en Maastricht, en kwam
den 6 Junij 1813 te R oermond aan. De Koning werd met alien mo-
gelijken luister en geestdrift ingehaald; na door de Stedelijke Regering
aan de Roerbrug hartclijk begroet te zijn, drong zieh de gcbeele
burgerij om het rijtuig van den Vorst, vroeg smekend de vergunning
van de paarden te mögen afspannen , en den wagen met duizende armen
te mögen binnentrekken. Z. M. kon het aanhoudend verzoek niet