614 ROL .
Duze havez. is in hot jaar 1819 afgebroken en de afbraak ovcrge-
bragt naar de Dedemsvaart, alwaar daarvan een nieuw R ollecate is
opgebouwd. Zie het volgende art. w
ROLLECATE, buit. in Z alland, prov. Overijssel, arr., kant. en
S u. N. 0 . van Zwolle, gem. en 1 | u. Z. W. van Staphorst, 1 u.
0 . van de Ligtmis, aan de Dedemsvaart.
Deze bait, is de vaste woonplaats van den Heer Mr. W illem Ja»
Baron van D edem van ben B erg, den aanlegger van de Dedemsvaart,
die het buis in 1820 heeft laten bouwen , en de plaats, welke eene
oppervlakte beslaat van 128 bund., nadat het land van bet veen ont-
bloot was, zeer fraai heeft aangelegd. Zij is genaamd naar de hier-
boven vermelde havez. R ollecate, van welke ook het regt van have-
zatbe, voor zoo ver bet nog bcstaat, op deze plaats is overgegaan.
ROLLEKLOOTSCHE-DIJK (DE), binnendijk op het eil. Duiveland,
prov. Zeeland, loopende in eene zuid-zuidoostelijke rigting van het dorp
Nieuwerkerk, door de gem. JVieuwerkerk-Kapelle-en-Botland, tot aan
den Oosterlandsche-dijk.
ROLLEMA, voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo , griet.
Idaarderadeel, arr. en 2 u. Z. van Leeuwarden, kant. en l j u. N. 0 .
van Rauwerd, bij Aegum, waartoe zij behoorde.
Deze state was het stamhuis van het geslacbt der R ollema’s , van
welke een , T jomme R ollema , een der onderteekenaars van het verbond t
der Edelen geweest is (1). Zij schijnt echter in het midden der zeven-
tiende eeuw niet meer door dit geslacht te zijn bezelen geweest, daar
wij vinden dat de Grietmän K arel R oorda haar den 7 Januarij 1668
aan zijne nicht B aock van V elsen vermaakte.
De daartoe behoord hebbende gronden, beslaande eene oppervlakte van
18 bund. 37 v. r., worden thans in eigendom bezeten door den Heer
H obbo B aarbt van S minia , woonachtig te Bergum.
ROLLINGEN, d. deels in de heerl. Munster, meijerij van Rollin-
i g en , deels in de heerl. Schönfeltz, grooth. Luxemburg, kw., arr.
en 2 | u. N. van Luxemburg, kant., gem. en | u. Z. 0 . van Mersch,
aan den gröoten weg van Diekirch naar Luxemburg.
De inw., die er allen R. K. zijn, hebben hier eene kapel, aan de
H. A po l l o n ia toegewijd, welke tot de par. van Mersch behoort en door
eenen afzonderlijken Kapellaan bediend wordt.
ROLLINGEN , meer bekend onder den naam van L a M a b e l a in e ,
d. in het balj. van Luxemburg, grooth. Luxemburg, arr. en 4 u.
W. Z. W. van Luxemburg, kant. en 3 u. W. N. TV. van Esch-aan-
de-Elzette, gem. en 5 u. W. van Peitingen, aan den voet van den
hoogen Titelberg.
Men telt er SO h. en 260 iaw., die allen R. K. zijn, en hier eene
kapel hebben, welke tot de par. van Pettingen behoort, en door
ecncn eigen Kapellaan bediend wordt.
ROLLINGEN, eene der negen meijerijen , waarin de vroegere lieerl.
Munster in het grooth. Luxemburg verdeelt was.
Deze meijerij bevatte een deel van het d. Ro l l in gen en een deel
van het d. Bo f f erdingen.
ROLLINGEN o f R olingee, in h e t Fr. R odungen, g e h . i n d e h e e r l .
Munster, m e ije r ij v a n Asselt-en-Rollingen, g r o o th . Luxemburg, k w .
e n u. W. Z, W. v a n Grevenmacher, arr. e n 3§ u. 0 . t e n Z.
(1) Men zie over hem omstandig J . w. t b W a t e r , Historie van het Verbond cn de Stneek-
schriften der Edelen , St. 111, b l, 263-272.
ROM. 613
van Luxemburg, kant. en ruim ¿ u.^N. W. van Remich, gem. cn
i u . W. van Baus, doordebeek de Ausburg,van Asselt geschehen. Asselt
en R o l l in g en teilen te zamen 60 h. en 400 inw.
ROLLINGERBERG (DE), berg in de heerl. Munster, grooth. Luxemburg
, bij Rollingen, meer dan 330 Ned. eilen hoog.
ROLLINGERGRUND, geh.. in het balj. van Luxemburg, grooth.
Luxemburg, kw., arr., kant. en | u. ten N. van Luxemburg, gem.
e« i u. W. van Eich. , , .
De bewoners van den R o l l i n g e r g r u n b hebben gedurende de belege-
rinr der vesting Luxemburg door de Fransclie Republikaner», in 1794
en 1798, der Oostcnrijksche bezettmg vele en gewiglige diensten be-
wezen , en daarmede veel lof bij den Gouverneur Bender .ng<*ogst.
R0LL1NGEWEER, voorm. bcerenhuis in Hunsmgo, prov. Groningen,
arr. en 6 u, W. van Appingedam, kant. en 2 u. W. van
Onderdendam, gem. en U 0 . Z. 0 . van Leens, 3 min. 0 .
van .Maarslag, waaronder het behoort, z.jnde thans eene aanzien,
lijke boerderij, welke eene oppervlakte beslaat van 73 bund. 8 a v. r.
ROMA, eil. in Oost-Indie, een der Zuidwester-eilanden-van-Banda,.
tot de Teralta-groep behoorende, op 7° 33' Z. B ., 143° 6 0 . L.
Dit eiland is hoog en bergachtig, omringd door verscbeidene kleinere
en onbewoonde eilandjes.
Het is 3 u. lang en 8 u. breed en lieeft eenen omtrek van onge-
vcer 6 mijlen. Van het eilandje Noesa-Midta , hetwelk len zuiden
van R oma ligt , steekt eene zandbank ter lengte van | mijl in zee
noordwaarts uit. In de oost-moeson is op deze bank de beste anker-
plaats. Men ligt hier i mijl van R oma vsrwijderd en wel beschut
tegen de zuide en zuidooste winden, Ook aan den noordwestkant
van R oma is eene bogt, waar, volgens berigten , zeer goede anker-
grond is* Deze bogt is echter schaars bevolkt 3 en in den weinig
bebouwden Staat vau dit eiland is het van daar zeer mocijelyk de
dorpen te bereiken ,■ welke gehcel aan den^ zuidkant gelegen zijn.
Tegen over de noordzijde van het naburige Noesa-Midta, is op
het eiland R oma een sterk afstroomend riviertje van zoet water,
met eene vrij ruime kreek in het zandstrand. In de west-moeson
zoude hier eene zeer goede ankerplaats zijn. Aan dezen kant van
het eiland vorrnt het gebergte eene fraaije cn zeer vruchtbare vallei.
De vaartuigen kunnen hier in overvloed van timmer- en brandhout,
en van goed drinkwater worden voorzien. Voor bet overige , is het
eiland aan alle kanten rotsig en s te il, met hooge branding, zoodat
zelfs voor sloepen de oevers zeer moeijelijk te genakcn zijn.
De bevolking van R oma is niet zeer talrijk. De inwoners zijn
echter hier meer beschaafd dan op onderscheidcne andere naburigo
eilanden, en mögen in arbeidzaamheid , nijverlieid en ordelijke leef-
wijze met de inboorlingen van het eiland Kisser wedijveren. Overal ziet
men blijken van eenen ongemeenen werklust onder de inwoners. Zij
maken goed gebruik van den grond, welke, uit den aard zeer vrucht-
baar zijnde , onder eene meer dan elders gewone bebandeling aan
deze eilanders ruime middelen van bestaan oplevert. Onderscbeidene
naburige eilanden worden door R oma van Xurksche tarwe, aardvruch-
ten en andere levensmiddelen , als ook van zwaar hout , tot aanbouw
hunner praauwen, voorzien. Ten westen van het dorp Jeroessa,
strekt zieh midden in het gebergte eene zeer seboone groole vallei
uit, welke overal met Turksche tarwe , met aardvruchten, en ook